Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Teunissen over oliewinning in het Virunga Nationaalpark in de Democratische Republiek Congo en de dreiging daarvan voor het voortbestaan van berggorilla’s
Vragen van de leden Wassenberg en Teunissen (beiden PvdD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Natuur en Stikstof over oliewinning in het Virunga Natuurpark in Congo en de dreiging daarvan voor het voortbestaan van berggorilla’s (ingezonden 29 juli 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof (ontvangen 12 september 2022).
Vraag 1
Kent u het artikel «Oliewinning in Virunga betekent het einde van de berggorilla’s»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de analyse van lokale bewoners en natuurorganisaties dat oliewinning en natuurbescherming
niet samengaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De ervaring leert dat oliewinning een breed scala aan negatieve effecten kan hebben
op de natuur en de sociale leefomgeving. Bovendien kan oliewinning leiden tot andere
economische en sociale activiteiten die indirect nog meer schade aan de natuur toebrengen
(secundaire effecten). Een deel van de primaire negatieve effecten van oliewinning
kan worden verminderd door zorgvuldig beheer en technologische innovaties. Het tegengaan
van de negatieve secundaire effecten is vaak een grotere uitdaging.
Vraag 3
Deelt u de analyse dat het mogelijke vrijkomen van tussen de 26 en 32 miljard ton
CO2 strijdig is met de klimaatdoelen van Parijs?
Antwoord 3
Ja. De reeds aanwezige broeikasgassen in de atmosfeer van eerdere uitstoot samen met
nieuwe uitstoot, zeker in deze grote hoeveelheden, brengen het beperken van de opwarming
van de aarde tot maximaal 1,5 graden in gevaar.
Overigens zijn de minst ontwikkelde landen, waaronder die in Afrika, verantwoordelijk
voor een miniem deel van de historische groei van broeikasgasemissies en hebben zij
de laagste uitstoot per hoofd van de bevolking.
Vraag 4
Bent u het met ons eens dat oliewinning en de bescherming in het beschermde oerbos
van Virunga niet samengaan en dat de kans reëel is dat de laatste populatie berggorilla’s
die in dit gebied leeft zal verdwijnen door de exploitatie van de olie in dit oerbos?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het Nationaal Park Virunga is een van Afrika’s meest biodiverse gebieden en van uitzonderlijke
waarde voor de mensheid. Daarom staat het op de UNESCO werelderfgoedlijst, die ook
is geratificeerd door de Democratische Republiek Congo (DRC). Ik zie het gevaar dat
oliewinning in, of in de buurt van, het park de biodiversiteit in het park permanent
kan beschadigen en een negatieve invloed kan hebben op lokale gemeenschappen die voor
hun levensonderhoud afhankelijk zijn van het park. Ook de berggorilla’s lopen dan
gevaar en ik deel uw zorgen daarover.
De daadwerkelijke impact van de oliewinning is afhankelijk van hoe de primaire en
secundaire effecten worden geminimaliseerd. Als oliewinning in het Nationaal Park
Virunga inderdaad gaat plaatsvinden, baart ons dat zorgen. De informatie over de exacte
locaties is nog niet eenduidig, en exploitatie vergunningen zijn nog niet afgegeven.
Ik houd de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Internationale partners (zie ook antwoord op vraag 6) zullen in dialoog gaan met de
overheid en het maatschappelijk middenveld in de DRC, om te bekijken hoe we daarbij
kunnen samen werken om Nationaal Park Virunga te behouden.
Vraag 5
Is het juist dat Congo de komende jaren 500 miljoen dollar aan financiële steun ontvangt
van onder meer de Europese Unie om zijn oerbossen te beschermen?
Antwoord 5
Ja. De DRC is met het Central African Forest Initiative (CAFI) in november 2021 een intentieverklaring overeengekomen met als doel de bossen
te behouden in het belang van klimaat mitigatie en armoedebestrijding. Daarin staat
onder andere dat de donoren bereid zijn om 500 miljoen dollar bij te dragen voor het
behalen van de verschillende doelstellingen van deze intentieverklaring.
Vraag 6
Gaat u binnen het Central African Forest Initiative (Cafi) druk uitoefenen op Congo om geen oliewinning in kwetsbare gebieden toe te
staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja. De veiling van de olie-en gasconcessies is onderwerp van discussie onder donoren.
De verschillende donoren van CAFI, waaronder Nederland, zijn niet bij voorbaat gerust
op de combinatie oliewinning en beschermen van het Nationaal Park Virunga. CAFI zet
in op een gezamenlijke positie waarbij de zorgen van donoren met de overheid van de
DRC zullen worden gedeeld, alsook met eventuele bedrijven die besluiten mee te dingen.
Ook is CAFI in gesprek met het maatschappelijk middenveld in de DRC om te bezien hoe
zij ondersteund kunnen worden in hun advocacy. Verder voert Nederland, als voorzitter van de donorgroep Milieu en Klimaat (GIBEC),
ook gesprekken met het maatschappelijk middenveld (o.a. Institut Congolais pour la
conservation de la Nature en Greenpeace) en vond een eerste dialoog tussen de GIBEC
en de vice premier/Minister van Milieu en Klimaat Bazaiba en de Minister van Olie
en Gas Budimbu plaats.
Vraag 7
Bent u bereid om desnoods de toegezegde gelden aan Congo te bevriezen of te schrappen,
als de regering van Congo de afspraken over de bescherming van de oerbossen en de
dwerggorilla’s niet nakomt en kiest voor oliewinning in het betreffende gebied? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 7
De Nederlandse bijdrage, via United Nations Development Programme, aan CAFI bedraagt 15 miljoen euro. Het bevriezen van deze toegezegde gelden is nog
niet aan de orde. Ons doel is helder: wereldwijde ontbossing stoppen en biodiversiteit
behouden. Dat vereist echter in beginsel wel internationale samenwerking via initiatieven
zoals CAFI. In een gesprek (of gesprekken) met de overheid zal CAFI aanbieden de DRC
te ondersteunen om aan de nationale wetgeving en internationale afspraken op het gebied
van klimaat en biodiversiteit te voldoen. Nu dreigen met weglopen van de overeenkomst
heeft mijns inziens eerder een negatief dan een positief effect.
Vraag 8
Welke rol hebben Nederlandse bedrijven (zoals Stichting Pensioenfonds DSM)2 gespeeld bij het onderzoek dat oliebedrijf Soco International (in 2019 omgekat tot
Pharos Energy, nadat het onder vuur was komen te liggen vanwege illegale activiteiten
in Virunga) heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden voor oliewinning in Virunga National
Park?3
Antwoord 8
Het is het kabinet niet bekend welke rol Nederlandse bedrijven hebben gespeeld bij
het onderzoek van Soco International/Pharos Energy. Volgens de website van Virunga
Movie had Stichting Pensioenfonds DSM in maart 2015 aandelen in Soco International.
Virunga is niet besproken binnen het pensioenconvenant.
In algemene zin verwacht het kabinet van bedrijven, waaronder pensioenfondsen, dat
zij gepaste zorgvuldigheid toepassen in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Dit betekent dat zij de risico’s voor mens en milieu in hun waardeketen in kaart
moeten brengen en deze risico’s moeten voorkomen en aanpakken. Het toepassen van gepaste
zorgvuldigheid geldt ook voor alle financiële diensten en producten.
Vraag 9
Heeft de Nederlandse staat geïnvesteerd of andere betrokkenheid (financieel, kennis,
of enige andere steun) verleend aan dergelijke onderzoeken?
Antwoord 9
Nee.
Vraag 10
Bent u bereid om Congo bij te staan in de strijd tegen armoede door het land te helpen
investeren in duurzame ontwikkeling binnen de draagkracht van de aarde?
Antwoord 10
Ja. Onder andere via CAFI draagt Nederland reeds bij aan zowel het behoud van het
tropische bos in de DRC, het mitigeren van klimaatverandering en het ontwikkelen van
een duurzame bestaansbasis voor de lokale bevolking.
Daarnaast financiert Nederland verschillende projecten in Oost-DRC die werken aan
rurale economische ontwikkeling. Dit gebeurt onder andere door het bevorderen van
duurzame landbouwpraktijken, geïntegreerd waterbeheer en het herstellen van gedegradeerde
gronden. Een voorbeeld hiervan is Transition for Inclusive Development.
Vraag 11
Wat gaat u doen om de berggorilla’s in Virunga National Park te beschermen?
Antwoord 11
Nederland ondersteunt de Greater Virunga Transboundary Collaboration met 3,5 miljoen EUR (2020–2024). Dit is een samenwerkingsverband tussen de DRC, Uganda
en Rwanda om gezamenlijk het Greater Virunga Landscape (waar het Nationaal Park Virunga onderdeel van uitmaakt) en diens flora en fauna,
waaronder de berggorilla’s, te beschermen. Zo coördineert deze organisatie gezamenlijk
landschapsbeheer, handhaving, ontwikkeling van toerisme en ondersteuning van gemeenschappen
die nabij de beschermde gebieden wonen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.