Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de 29ste jaarlijkse zitting van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA), Birmingham 2 juli t/m 6 juli 2022
22 718 OVSE-Assemblée
AH/ nr. 48
VERSLAG VAN DE 29STE JAARLIJKSE ZITTING
Vastgesteld 7 september 2022
1. Inleiding
Van 2-6 juli 2022 vond de 29ste jaarvergadering («Annual Session) van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie
voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA) plaats in Birmingham. Zo’n 270
parlementariërs uit 55 landen uit Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië kwamen bijeen
voor deze bijeenkomst. Delegaties uit Rusland en Belarus waren niet aanwezig omdat
de leden geen visum kregen om naar het Verenigd Koninkrijk te komen. Het Nederlandse
parlement werd op deze bijeenkomst vertegenwoordigd door de Eerste Kamerleden Farah
Karimi (delegatieleider, GroenLinks), Boris Dittrich (D66), Toine Beukering (Fractie-Nanninga)
en Arda Gerkens (SP).
Centraal tijdens deze eerste fysieke jaarvergadering sinds 2019 stond de oorlog in
Oekraïne. Andere onderwerpen waren geweld tegen vrouwelijke journalisten en politici,
waarborgen van veiligheid van journalisten in oorlogsgebieden, jongeren, economisch
herstel na COVID-19, migratie, humanitaire situatie in Afghanistan, nucleaire veiligheid,
klimaatverandering en mediavrijheid. Verder zijn de drie rapporten van de vaste commissies
van de assemblee, analoog aan de drie «dimensies» van de OVSE: politiek en veiligheid,
economie & milieu, en mensenrechten & democratie aan de orde gekomen. Daarnaast bespraken
deze commissies negen van de in totaal tien «supplementary items», resoluties, die
door individuele leden van de assemblee waren ingediend, waaronder één supplementary
item ingediend door mevrouw Karimi. Het supplementary item over Oekraïne is besproken
tijdens de plenaire vergadering. De assemblee koos voor verlenging van het presidentschap
van mevrouw Cederfelt uit Zweden met nog een jaar. De derde commissie inzake democratie,
mensenrechten en humanitaire vraagstukken benoemde Farah Karimi als haar vicevoorzitter.
De delegatie heeft en marge van de conferentie gesproken met de Nederlandse ambassadeur
in het Verenigd Koninkrijk, de heer Van Oosterom.
2. Vergadering Standing Committee
Op 4 juli vond de vergadering van het Standing Committee plaats. Dit is een bijeenkomst
van delegatieleiders, waar iedere sessie van de OVSE PA traditioneel mee begint. Van
de Nederlandse delegatie nam mevrouw Karimi hieraan deel. Het Standing Committee heeft
onder andere de taak om de ingediende «supplementary items» toe te delen aan de drie
vakcommissies. Van de tien supplementary items zijn er aan elke commissie drie toegewezen
en één werd naar de plenaire vergadering gestuurd.
Penningmeester, de heer Juel-Jensen uit Denemarken gaf een toelichting op de begroting
van de assemblee voor het komende financiële jaar. Zonder discussie stemde het Standing
Committee unaniem in met de begroting voor 2022/2023.
President Cederfelt blikte terug op haar activiteiten in het afgelopen jaar en verwees
hierbij naar haar bezoek aan Oekraïne, in het bijzonder aan Kiev, Bucha en Irpin –
de locaties van enkele van de ergste gewelddadigheden in de Russische oorlog tegen
Oekraïne. Ze beschreef de vernietiging waarvan ze getuige was en betreurde het dat
naarmate de oorlog voortduurt nog veel meer onschuldige mensen zullen worden gedood.
Ook de secretaris-generaal legde verantwoording af van zijn werkzaamheden van de afgelopen
periode, waarbij als gevolg van de oorlog in Oekraïne onder meer is gewerkt aan het
intensiveren van de contacten met de individuele leden van de OVSE PA, de samenwerking
met de OVSE permanente raad en overige OVSE instituties.
Tijdens de vergadering heeft de Oekraïense delegatie een wijziging van het reglement
van orde voorgesteld, die zou voorzien in mechanismen voor het opschorten van het
mandaat van een PA-delegatie van de OVSE wiens land de soevereiniteit en territoriale
integriteit van een andere lidstaat had geschonden. De Standing Committee gaf haar
algemene steun aan de principes achter het voorstel en stemde ermee in de zaak door
te verwijzen naar de Rules Committee, voorgezeten door de heer Allizard uit Frankrijk.
De Rules Committee streeft er naar om een tekst voor te leggen ter bespreking tijdens
de herfstsessie later dit jaar.
Tot slot werd aangekondigd dat de jaarvergadering in 2023 in Vancouver, Canada plaatsvindt
en de herfstsessie («Autumn Session») in oktober 2022 zal plaatsvinden in Sofia, Bulgarije.
3. Commissie I: Political Affairs and Security
De eerste commissie inzake politieke zaken en veiligheid nam een resolutie aan waarin
de voortgaande Russische agressie tegen Oekraïne sterk wordt veroordeeld en Rusland
wordt opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en terugtrekking van troepen
uit heel Oekraïne. Het rapport onderstreept dat niet alleen de veiligheid van Oekraïne,
maar van heel Europa onder vuur ligt, evenals het internationaal recht, de mensenrechten
en de democratie.
In deze commissie werden voorts drie «supplementary items» behandeld:
1. Victims of Terrorisme (dhr. Lopatka, Oostenrijk)
2. The Artic Region (mevr. Haraldsdottir, IJsland)
3. Effective Youth Engagement Towards Secure, Inclusive and Democratic Societies (mevr.
Karimi, Nederland)
Al deze resoluties kregen voldoende steun door de leden in de politieke commissie.
Voor het komende jaar is de voorzitter Hudson (Verenigde Staten) herkozen als voorzitter
van deze commissie, de heer Dunava (Roemenië) is gekozen als vicevoorzitter en de
heer Kasciunas (Lithuania) als rapporteur.
4. Commissie II: Economic Affairs, Science, Technology and Environment
In deze commissie is de resolutie van rapporteur Kugler uit Oostenrijk besproken waarin
onder meer de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie en de klimaatverandering
aan de orde zijn gekomen. Ook vroeg zij aandacht voor de specifieke uitdagingen van
de oorlog in Oekraïne en de nadelige gevolgen voor mens, economie en milieu.
Voorts zijn in deze commissie drie «supplementary items» behandeld en aangenomen.
Het ging om de volgende resoluties:
1. Code of Conduct for Members of the OSCE Parliamentary Assembly (mevr. Charalambides,
Cyprus)
2. Implementing the United Nations Sustainable Development Goals in the OSCE Area (dhr.
Shakirov, Kazakhstan)
3. Accelerating the Green Energy Transition (dhr. Aldag, Canada).
In deze commissie is de heer Guliyev (Azerbaijan) gekozen als voorzitter en zijn de
heer Gerasymov (Oekraïne) en mevrouw Kugler (Oostenrijk) herkozen als respectievelijk
vicevoorzitter en rapporteur.
5. Commissie III: Democracy, Human Rights and Humanitarian Questions
De derde commissie inzake democratie, mensenrechten en humanitaire kwesties besprak
de mensenrapportage van de situatie in de OVSE-regio van de Zweedse rapporteur Buser.
De heer Dittrich vroeg namens de delegatie aandacht voor de passage over de schending
van mensenrechten van LHBTI- personen in verschillende OVSE-landen. «Ik roep de landen
op de rechten van LHBTI-personen te respecteren en discriminerende wetgeving af te
schaffen,» zei Dittrich.
De resoluties («supplementary items») die in deze commissie werden behandeld, waren:
1. Combating Violence Against Woman Journalists and Politicians (mevr. Fry, Canada)
2. The Importance of the Human Dimension in the Context of Current Threats to Security
in the OSCE Area Stemming from the Russian Agression Against Ukraine (dhr. Bierecki,
Polen)
3. Ensuring the Safety of Journalists in Conflict Zones (dhr. Whittingdale, Verenigd
Koninkrijk)
De derde commissie heeft de heer Samkharadze (Georgië) gekozen als voorzitter, mevrouw
Karimi (Nederland) als vicevoorzitter en de heer Buser (Zweden) is herkozen als rapporteur.
6. Plenaire vergadering
Tijdens de plenaire vergadering op 2 juli is het supplementary item «The Russian Federation’s
War of Aggression Against Ukraine and Its People, and Its Threat to Security Across
the OSCE Region» van mevr. Abramikiene (Litouwen), dhr. Poturaiev (Oekraïne) en dhr.
Wicker (Verenigde Staten) besproken en aangenomen.
Op 5 juli rapporteerde mevrouw Karimi in de plenaire vergadering over haar werkzaamheden
als OVSE PA speciaal vertegenwoordiger inzake jongeren1. In september 2021 is mevrouw Karimi benoemd tot speciaal vertegenwoordiger door
de president van de assemblee, mevrouw Cederfelt. De positie is voor een jaar. Volgens
mevrouw Karimi ondervinden jongeren die hun stem willen laten horen tal van problemen,
waaronder leeftijdsdiscriminatie, vooroordelen, en een gebrek aan politieke wil. Tegelijkertijd
is een brede politieke participatie van alle geledingen uit de samenleving, ook van
jongeren, een noodzakelijke voorwaarde voor democratie en de rechtsstaat. «De vele
gesprekken die ik voerde maakten duidelijk dat er een schrijnende tweedeling is tussen
het potentieel en de daadwerkelijke bijdrage van de jeugd om bij te dragen aan de
oplossing van problemen en om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen,» aldus Karimi.
Trots is ze op de oprichting van het netwerk van jonge parlementsleden van de OVSE
PA. Ze vraagt de OVSE PA na te denken over de integratie van dit netwerk in zijn eigen
formele structuren, zodat de PA het goede voorbeeld kan geven bij de versterking van
de positie van jeugd.
Tijdens het plenaire debat op 4 juli met de Poolse Minister van Buitenlandse Zaken
die thans het OVSE-voorzitterschap voert, antwoordde de heer Rau positief op de vraag
van mevrouw Karimi om vanuit de OVSE een strategie en actieplan op te stellen over
betrokkenheid van jongeren.
Op 6 juli nam de Assemblee de Birmingham-verklaring met overgrote meerderheid van
stemmen aan met daarin alle resoluties uit de drie commissies en de aanvullende resoluties
op specifieke onderwerpen2. In deze verklaring hebben de parlementsleden van de OVSE de aanvalsoorlog van de
Russische Federatie tegen Oekraïne sterk veroordeeld en een onmiddellijk staakt-het-vuren
geëist. De Russische invasie wordt in de verklaring van Birmingham «een grove schending
van de grondbeginselen van het internationale recht» genoemd en «een flagrante schending,
niet alleen van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne, maar
ook als een aanval op de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met name het
recht op leven, van het Oekraïense volk». Voort wordt benadrukt dat de invasie van
Rusland is «vergemakkelijkt door Belarus als mede-aanvaller», en wordt «de illegale
bezetting en annexatie van de Krim door de Russische Federatie en de onwettige «erkenning»
en bezetting van de regio's Luhansk en Donetsk» veroordeeld. Omdat de oorlog de stabiliteit,
de verbindingen en de welvaart in de OVSE-regio aanzienlijk heeft aangetast, dringt
de verklaring van Birmingham er bij de regeringen op aan «doeltreffende en goed gecoördineerde
acties op economisch en milieugebied te overwegen, die erop gericht zijn de gevolgen
van het conflict te verzachten en de internationale vrede en veiligheid te herstellen».
Over COVID-19 stelt de verklaring dat de pandemie «de eerbiediging van de mensenrechten
en de democratische beginselen verder onder druk heeft gezet, een negatief effect
heeft gehad op de gelijkheid van mannen en vrouwen, en de sociaaleconomische ongelijkheid
tussen vele groepen in onze samenlevingen verder heeft vergroot». De OVSE-PA spreekt
haar bezorgdheid uit over «de ingrijpende economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie,»
en «roept de deelnemende OVSE-staten op nauwer samen te werken om een duurzaam economisch
herstel van de COVID-19-pandemie te bewerkstelligen, onder meer door de inzet van
groene technologieën te versnellen, economische groei en connectiviteit te bevorderen
en de ontwikkeling van menselijk kapitaal te ondersteunen.»
In de verklaring wordt voorts steun betuigd aan multilateralisme, diplomatie en wapenbeheersing,
en worden de deelnemende OVSE-staten aangespoord «het debat over het nieuw leven inblazen
van het Verdrag inzake het open luchtruim en de volledige uitvoering en herziening
van het document van Wenen in overeenstemming met de nieuwe veiligheidsuitdagingen
op het terrein nieuw leven in te blazen.
Bezorgdheid wordt uitgesproken over het groeiende aantal politieke gevangenen in de
OVSE-regio. De OVSE-deelnemende Staten worden opgeroepen om «meer aandacht te besteden
aan het vraagstuk van politieke gevangenschap als een schending van de mensenrechten
en de fundamentele vrijheden zoals vermeld in de Slotakte van Helsinki». Ook wordt
het belang van onafhankelijke media benadrukt.
Diverse aanbevelingen worden gedaan waaronder de oproep aan parlementen om belangenconflicten
en transparantie bij de financiering van partijen en lobbypraktijken naar behoren
te reguleren en geavanceerde anticorruptiewetgeving aan te nemen en uit te voeren.
Aan het einde van de vergadering werd de uitslag van de stemming over de president
meegedeeld, waarbij de zittende president, mevrouw Cederfelt uit Zweden de steun van
de meerderheid van de assemblee kreeg om haar termijn met één jaar voort te zetten
en zijn er vier nieuwe vicevoorzitters gekozen, het zijn mevrouw Charalambides (Cyprus),
de heer Pritchard (Verenigd Koninkrijk), de heer Pons (Spanje) en de heer Link (Duitsland).
7. Overige bijeenkomsten
Voorkomen oorlogsmisdaden
Op 3 juli waren Dittrich, Beukering en Gerkens aanwezig bij de paneldiscussie over
het voorkomen van oorlogsmisdaden met onder meer professor Ibrahim van de New Lines
Institute for Strategy and Policy en Dr Elliot van het UK Government Morad Code Project.
De experts gingen in op de breed samengestelde teams die Oekraïne bezoeken om onderzoek
te doen naar oorlogsmisdaden en onderstreepten dat de Genocideconventie, ondertekend
door 151 landen waaronder de Russische Federatie, alle lidstaten oproept het nodige
te doen om het plegen van oorlogsmisdaden te voorkomen. Dittrich merkte op dat het
Internationaal Strafhof graag ziet dat Oekraïne het Statuut van Rome snel ratificeert.
Ad Hoc Commissie Migratie
Op 3 juli is de ad hoc commissie Migratie bijeen gekomen om te vergaderen over het
verslag van het bezoek aan Griekenland in maart 2022, waar de leden van deze commissie
de opvanglocaties van vluchtelingen hebben bezocht en hebben gesproken met betrokkenen
en niet-gouvernementele organisaties. Ook is er gesproken over het rapport van de
heer Vigenin, voorzitter van de ad hoc commissie Migratie over de huidige migratietrends
in de gebieden van de OVSE die de commissie heeft gevolgd inclusief de recente vluchtelingenstroom
uit Oekraïne. Zoals vicevoorzitter van de ad hoc commissie Karimi verwoorde «vier
maanden geleden was het ondenkbaar dat er vijf miljoen vluchtelingen uit Oekraïne
in deze commissie ter sprake zou komen.»
De speciaal vertegenwoordiger van de OVSE en coördinator voor de bestrijding van mensenhandel,
de heer Richey heeft een presentatie gegeven over de enorme toename van het aantal
Oekraïense vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van de mensenhandelaars. Hij heeft
de leden van de commissie gewezen op de aanbevelingen die de OVSE heeft geformuleerd
die nationaal ingezet kunnen worden om de mensenhandel tegen te gaan3.
Politieke gevangenen in Rusland en Wit-Rusland
Toine Beukering nam deel aan een Side Event over politieke gevangenen in de OVSE-regio
georganiseerd door de Amerikaanse, Noorse en Litouwse delegatie op 5 juli. Beukering:
«Verschrikkelijk om te horen dat duizenden Russen zijn gearresteerd sinds het begin
van de Russische invasie in Oekraïne omdat zij tegen de oorlog protesteerden en velen
in Wit-Rusland na de presidentiele verkiezingen in 2020 die leidde tot een golf van
repressie tegen Wit-Russen die protesteerden tegen het verloop van deze verkiezingen.
Ik ga in Nederland hiervoor aandacht vragen bij de Minister van Buitenlandse Zaken,»
aldus Beukering.
Jongeren in conflict- en oorlogsgebieden
Op 5 juli organiseerde Farah Karimi tezamen met de Canadese collega’s McPhedran en
Gazan een Side Event over jongeren in conflictgebieden met bijdragen van mevrouw Kohistany
van de Yalda Hakim Foundation over Afghanistan, mevrouw Kostava van het Global Network
of Women Peacebuilders over Georgië en Oekraïens parlementslid Kravchuk over Oekraïne.
Karimi: «Duidelijk werd de ontwrichtende impact van oorlogen, waarbij het ene conflict
niet te vergelijken is met een andere. In Oekraïne kan men zich een voorstelling maken
van wederopbouw na de oorlog; in Afghanistan is de situatie totaal uitzichtloos. In
beide situaties staat de toekomst van jongeren op het spel. De wereld mag zich niet
afkeren van het ene conflict ten gunste van het andere.»
De voorzitter van de delegatie, Karimi
De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Bakker-de Jong, griffier