Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het bericht 'Vreemdelingen worden uitgebuit in horeca Groningen. 'En het treurige is dat ze nog blij zijn met 2 euro per uur'
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Vreemdelingen worden uitgebuit in horeca Groningen. «En het treurige is dat ze nog blij zijn met 2 euro per uur»» (ingezonden 21 juni 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 september
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3435.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Vreemdelingen worden uitgebuit in horeca Groningen.
«En het treurige is dat ze nog blij zijn met 2 euro per uur»»?1
Antwoord 1
Het kabinet herkent de problematiek rondom kwetsbare personen, waaronder asielzoekers,
die onderbetaald werk verrichten in de Stad Groningen. Daarom zet het kabinet in op
voorlichting en handhaving om misstanden te voorkomen en aan te pakken.
Vraag 2 en 3
Welke signalen zijn er bij de Arbeidsinspectie over uitbuitingen in de Groningse horeca?
Hoe vaak zijn er in de Groningse horeca overtredingen met betrekking tot mensenhandel
en arbeidsuitbuiting geconstateerd?
Antwoord 2 en 3
Arbeidsuitbuiting is een vorm van mensenhandel en is strafbaar gesteld in artikel
273f van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Het coalitieakkoord zet in op het
verbeteren van de aanpak van arbeidsuitbuiting door artikel 273f Sr te moderniseren.
In de praktijk is namelijk gebleken dat de huidige definitie van arbeidsuitbuiting
zodanig beperkt is, dat maatschappelijk ongewenste situaties niet voldoende kunnen
worden aangepakt in het strafrecht. Gelet hierop zet het kabinet in op verruiming
van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor arbeidsuitbuiting.
Arbeidsuitbuiting is het bewust werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of tewerkstellen
van een persoon door gebruik van dwangmiddelen met de intentie deze persoon uit te
buiten. Voorbeelden van dwangmiddelen zijn (bedreiging met) geweld en misbruik van
een kwetsbare of afhankelijke positie.
Naast (mogelijke) arbeidsuitbuiting in strafrechtelijke zin bestaan er arbeidssituaties
met ernstige misstanden en slecht werkgeverschap, waarvoor de Nederlandse Arbeidsinspectie
het begrip «ernstige benadeling» heeft geïntroduceerd. Ernstige benadeling betreft
de situatie waarin een werkgever de arbeidswetten voor minimumloon, arbeidstijden,
arbeidsomstandigheden en/of legaal werk één of meerdere malen in ernstige mate overtreedt.
Het betreft bijvoorbeeld situaties zonder (aantoonbare) dwang en/of situaties waarin
de werkgever niet (aantoonbaar) handelt met het oogmerk van uitbuiting. Dit ter onderscheid
van het strafrecht.
Naar aanleiding van meldingen van de casustafel ondermijnende criminaliteit, heeft
de Nederlandse Arbeidsinspectie samen met andere toezichthouders recentelijk deelgenomen
aan een aantal controles in de Groningse horecasector. Bij deze controles zijn er
door de Arbeidsinspectie een aantal overtredingen geconstateerd van de Wet arbeid
vreemdeling en de Wet miniminloon en minimumvakantiebijslag en heeft hierop gehandhaafd.
Bij deze controles zijn echter geen aanwijzingen gevonden van ernstige benadeling
en arbeidsuitbuiting. Separaat van de voornoemde controles heeft de Arbeidsinspectie
in de periode 2020–2021 enkele meldingen over ernstige benadeling in de Groningse
horecasector ontvangen. Deze meldingen hebben geleid tot – nog lopende – onderzoeken
naar ernstige benadeling. Over de periode 2020–2021 heeft de Arbeidsinspectie geen
meldingen met signalen van mogelijke arbeidsuitbuiting ontvangen in de Groningse horecasector.
Vraag 4
Waarom registreert de Arbeidsinspectie niet welk soort arbeidskrachten slachtoffer
zijn geworden van mensenhandel of uitbuiting? Bent u het eens dat dit wel wenselijk
is omdat er dan gericht beleid gemaakt kan worden?
Antwoord 4
De Nederlandse Arbeidsinspectie registreert een aantal kenmerken van (mogelijke) slachtoffers
van arbeidsuitbuiting en van ernstig benadeelde werknemers. Uit de Monitor arbeidsuitbuiting
en ernstige benadeling van de Arbeidsinspectie die uw Kamer op 7 juli 2022 ontving2, blijkt dat 98 procent van de slachtoffers arbeidsuitbuiting en ernstig benadeelden
arbeidsmigrant zijn. Uit de monitor blijkt dat meer dan de helft van de slachtoffers
arbeidsuitbuiting en meer dan driekwart van de ernstig benadeelden legaal in Nederland
verblijft en werkt. Zij zijn EU/EER-burger of in het bezit van een vergunning voor
verblijf en/of arbeid. De overige slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstig benadeelden
zijn ongedocumenteerd.
De Arbeidsinspectie wil met de Monitor arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling, die
dit jaar voor het eerst is gepubliceerd, een bijdrage leveren aan de gezamenlijke
kennispositie van stakeholders zoals ngo’s, gemeenten en andere overheidsdiensten.
Vraag 5
Zijn de Arbeidsinspectie en de politie bekend met de in het artikel aangehaalde organisatie
die verantwoordelijk zou zijn voor de uitbuiting? Zo nee, wat gaat de inspectie doen
om deze organisatie toch in beeld te krijgen en aan te pakken?
Antwoord 5
De Arbeidsinspectie is bekend met het genoemde artikel in het Dagblad van het Noorden.
Over eventuele onderzoeken door de Arbeidsinspectie doe ik geen uitspraken.
Vraag 6
Welke maatregelen worden er genomen om te voorkomen dat inwoners van asielzoekerscentra
slachtoffer worden van uitbuiting? Worden zij gewezen op hun arbeidsrechten wanneer
zij de Nederlandse arbeidsmarkt mogen betreden?
Antwoord 6
Op grond van de Wet arbeid vreemdelingen mag een asielzoeker in Nederland werken,
mits deze voldoet aan een aantal voorwaarden. Een asielzoeker mag in Nederland 24
weken werken binnen een periode van 52 weken. Zijn asielaanvraag moet dan wel minstens
6 maanden in behandeling zijn. Daarvoor moet ook een tewerkstellingsvergunning worden
aangevraagd. Een statushouder heeft dezelfde rechten en plichten als iedere andere
arbeidsgerechtigde. Het is dan ook van groot belang dat zij goed op de hoogte zijn
van hun rechten en plichten. Gelet hierop is binnen het COA allerlei voorlichtingsmateriaal
beschikbaar om bewoners te informeren over werken in Nederland en de Nederlandse arbeidsmarkt,
zoals folders, MyCOA (een applicatie voor de bewoners van het COA met informatie in
vele talen), voorlichtingsvideo’s en groepspresentaties. Daarnaast is er op de opvanglocaties
een informatiebalie waar mensen terecht kunnen met vragen. Wanneer iemand een contract
heeft of een tewerkstellingsvergunning is aangevraagd, wordt hij/zij ook uitgenodigd
voor een gesprek met een COA-medewerk(st)er, waarin aandacht wordt besteed aan de
rechten van werknemers in Nederland. Het COA geeft daarnaast trainingen aan medewerkers
om signalen van mensenhandel te herkennen en te melden. Ook is er op iedere COA-locatie
ten minste één contactpersoon aanwezig die het interne en externe aanspreekpunt is
op het thema mensenhandel.
Vraag 7
Welke maatrelen worden er genomen om te voorkomen dat uitgeprocedeerde vluchtelingen
in het illegale werkcircuit terecht komen? Hoe vaak worden er jaarlijks overtredingen
geconstateerd rond het tewerkstellen van uitgeprocedeerde vluchtelingen?
Antwoord 7
Wanneer iemand een afwijzing krijgt op diens verblijfsaanvraag, dient hij of zij Nederland
zelf te verlaten. De vreemdeling wordt gewezen op de mogelijkheid om ondersteuning
te krijgen van de Dienst Terugkeer & Vertrek bij het organiseren van zijn of haar
vertrek. Daarbij kan de vreemdeling onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking komen
voor herintegratieondersteuning via de Internationale Organisatie van Migratie. Als
een uitgeprocedeerde vreemdeling aangeeft te willen meewerken aan het vertrek kan
hij of zij daarnaast tot drie maanden onderdak krijgen in een vrijheidsbeperkende
locatie, waar verder aan de terugkeer wordt gewerkt.
Bij het toezicht op de naleving van de arbeidswetgeving is informatie over eerdere
procedures ten aanzien van verblijf in Nederland die werknemers uit landen buiten
de EER hebben doorlopen, niet essentieel voor de Nederlandse Arbeidsinspectie. Overtredingen
bij tewerkstelling van zogeheten uitgeprocedeerde vluchtelingen worden dan ook niet
apart geregistreerd door de Arbeidsinspectie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.