Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over verslag van staatskasfraude in Suriname
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken over verslag van staatskasfraude in Suriname (ingezonden 9 augustus 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
Minister van Financiën (ontvangen 5 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het dossier van Drs. Biharie MA getiteld «Oppenheimer Leningen Deel
1», naar u allen verstuurd op 8 augustus 2022?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Weten de bewindslieden dat Suriname sinds mei 2016 (eerste aanvraag om noodkredieten
bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF)) feitelijk in een faillissement status
verkeert? En dat sinds 2013 internationale banken hun zogenaamde «correspondent bank
relatie» met Surinaamse banken hebben beëindigd?
Antwoord 2
In het internationaal recht bestaat er geen classificatie voor een «faillissement»
van een soeverein land. Wel heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een recente
Artikel IV consultatie (2021) de overheidsschuld van Suriname als «onhoudbaar» geclassificeerd.
Het IMF heeft daarom als voorwaarde van het lopende programma t.w.v. $ 688 mln. opgenomen
dat Suriname met crediteuren afspraken moeten maken over herstructurering van de schuld
zodat deze wel houdbaar is. Nederland heeft zich binnen de Club van Parijs (CvP) ingezet
voor een succesvolle schuldherstructurering. De CvP en Suriname hebben in juni 2022
een akkoord bereikt over de herstructurering van bilaterale schulden. Suriname is
momenteel in gesprek met haar andere crediteuren (waaronder China en de private sector)
over een schuldherstructurering op vergelijkbare voorwaarden als de herstructurering
met de CvP. Vanuit de CvP is de eis dat er sprake is van zogenaamde «comparability of treatment».
Ja, wij zijn bekend met de trend waarbij wereldwijd correspondent banking relaties afnemen, ook in Suriname. Correspondent banking betreft relaties tussen banken onderling waar de Nederlandse overheid geen toezicht
op houdt of verantwoordelijkheid voor heeft.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat in mei 2018 door de Nederlandse Douane een kapitaal
van € 19,5 miljoen in beslag is genomen, waarvan het rechtsgeding bij het Gerechtshof
te Amsterdam in behandeling is na verwijzing daartoe door de Hoge Raad?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Wist u dat in Suriname sinds 2013 een hoge inflatie in de economie zich voordoet van
gemiddeld 50% gedurende de afgelopen drie jaren? En dat de Surinaamse munteenheid
sinds september 2020 een waardedaling van meer dan 200% heeft ondergaan?
Antwoord 4
Cijfers van het Internationaal Monetair Fonds laten zien dat de inflatie, zoals gemeten
aan de hand van de consumentenprijsindex, sterk fluctueerde de laatste drie jaar.
In 2021 lag deze stijging op 59,1%, in 2020 lag dit cijfer op 34,9% en in 2019 was
dit 4,4%. Het terugdringen van inflatie is één van de doelstellingen van het IMF-programma.
Het is bekend dat de Surinaamse munteenheid sinds september 2020 een sterke waardedaling
heeft ondergaan. Onderdeel hiervan was het besluit van de Centrale Bank van Suriname
om de wisselkoers in september 2020 aan te passen. Dit was onderdeel van een breder
pakket aan maatregelen van de regering Santokhi.
Vraag 5
Heeft u meegekregen dat het volk van Suriname in een verergerde vorm van armoede moet
leven?
Antwoord 5
Door het bovengenoemde in vraag 4 is de koopkracht van de Surinaamse bevolking afgenomen.
Vraag 6, 7, 8 en 9
Bent u het met de heer Biharie eens dat de feiten uit het onderzoeksverslag aanleiding
geven tot strafrechtelijke vervolging, (zowel volgens de wet in Suriname alsook volgens
de Nederlandse strafwetgeving) en meer dan een «redelijk vermoeden» van een omvangrijke
fraude blootlegt van één regering (de regering Bouterse van 2015–2020), maar waarschijnlijk
ook van de huidige regering onder leiding van president C. Santokhi?
In het kader van het voorgenomen staatsbezoek aan Suriname door de Minister-President
in september 2022 acht ik het van belang te weten welk standpunt de Nederlandse regering
zal innemen. Kunt u voor uw vertrek aan de Kamer laten weten wat het standpunt van
het kabinet is?
Bent u het met ons eens dat een expliciete standpuntbepaling wenselijk is?
Respecteert Nederland artikel 1 lid 2, tweede volzin, van het Internationaal Verdrag
inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van de Verenigde Naties, hetwelk bepaalt
dat «In geen geval mag een volk zijn bestaansmiddelen worden ontnomen»? Zo ja, bent
u bereid publiekelijk te verkondigen dat door de feiten zoals in het dossier vaststaan
niet kan worden uitgesloten dat de regering van Suriname onder leiding van president
C. Santokhi zich waarschijnlijk schuldig heeft gemaakt aan een ernstige vorm van staatskasfraude?
Antwoord 6, 7, 8 en 9
Het is niet aan Nederland om aan waarheidsvinding te doen ten aanzien van een zaak
die in een ander, soeverein land speelt en hier een oordeel over te vellen. Het is
aan het Surinaamse Openbaar Ministerie om te besluiten een strafrechtelijk onderzoek
in te stellen en vervolgens te besluiten of het tot vervolging overgaat. Momenteel
lopen in Suriname verschillende onderzoeken naar fraude gepleegd binnen de publieke
sector.
Vraag 10 en 11
Acht de Minister-President het, als leider van de Nederlandse regering, opportuun
om onder de thans bekend staande feiten en omstandigheden een staatsbezoek aan Suriname
af te leggen?
Indien de Nederlandse regering volhardt in het afleggen van het staatsbezoek, kunt
u aangegeven wat de argumenten zijn geweest in het afwegingsproces?
Antwoord 10 en 11
Het aankomende bezoek betreft een werkbezoek waartoe de Minister-President is uitgenodigd
door president Santokhi tijdens diens werkbezoek aan Nederland in september 2021.
Deze bezoeken vinden plaats in het kader van de goede bilaterale betrekkingen, mede
op basis van de bijzondere gedeelde geschiedenis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.