Schriftelijke vragen : De intentie om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de intentie om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken (ingezonden 31 augustus 2022).
Vraag 1
            
Heeft u kennis genomen van het bericht «Kinderombudsman: asieldeal is in strijd met
               Kinderrechtenverdrag»?1 Wat is uw reactie op deze kritiek?
            
Vraag 2
            
Bent u van mening dat ondanks de zware kritiek van de Kinderombudsman op het voornemen
               om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken deze maatregel wel
               verenigbaar is met het Kinderrechtenverdrag? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Vraag 3
            
Heeft u verder kennis genomen van andere kritische reacties van migratierechtexperts
               op uw voornemen om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken?2
Vraag 4
            
Welke (departementale) juridische analyses liggen ten grondslag aan deze kabinetsbeslissing?
               Wilt u deze z.s.m. de Kamer doen toekomen?
            
Vraag 5
            
Hoeveel mensen die in het buitenland verblijven en in aanmerking komen voor gezinshereniging
               verwacht u dat door deze maatregel later herenigd zullen worden met familie in Nederland?
            
Vraag 6
            
Bieden in tegenstelling tot de opvatting van migratierechtexperts volgens u de Gezinsherenigingsrichtlijn
               en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) juridische ruimte voor
               de voorgestelde beperking van het recht op gezinshereniging? Zo ja, hoe verhoudt zich
               dit tot de vaste rechtspraak van het Europese Hof van Justitie dat het categorisch
               onmogelijk maken van gezinshereniging of het inzetten van de maximale ruimte van de
               Gezinsherenigingsrichtlijn als standaard wachttermijn niet mag en dat altijd een individuele
               toetsing moet plaatsvinden?
            
Vraag 7
            
Wat vindt u van de inschatting van migratierechtexperts dat Nederland met grote waarschijnlijkheid
               uiteindelijk in het ongelijk zal worden gesteld? In hoeverre steunt dat de veronderstelling
               dat deze beperking vooral bedoeld is om te traineren?
            
Vraag 8
            
Bent u het ermee eens dat met het oog op de verstrekkende persoonlijke gevolgen het
               van belang is dat voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze beperking moet zijn
               vastgesteld dat de voorgestelde beperking in overeenstemming is met EU-recht? Zo nee,
               waarom niet?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om deze vragen per omgaande te beantwoorden?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Kati Piri, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
           
  