Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Van der Plas over de brandweerzorg
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Van der Plas (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brandweerzorg (ingezonden 3 juni 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 juli
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3255.
Vraag 1 en 2
Past het volgens u bij de wens van de Kamer voor meer uniforme normen met betrekking
tot opkomsttijden, dat de veiligheidsregio Noord-Holland Noord eigenstandig de opkomsttijd
verruimt van 6 naar maar liefst 18 minuten voor niet-zelfredzame personen?1, 2
Vindt u het wenselijk dat de opkomsttijden zo verruimd worden? Vindt u dat de veiligheid
van kwetsbare mensen in noodsituaties zo goed geborgd wordt? Kunt u uw beantwoording
niet beperken tot een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio?
Antwoord 1 en 2
In mijn brief van 8 juli 2022 heb ik u geïnformeerd over de systematiek van de gebiedsgericht
opkomsttijden.3 Binnen de wettelijke kaders bepalen de besturen de ambities en het kwaliteitsniveau
van de veiligheidsregio. Dit wordt vastgelegd in het regionale beleidsplan. Zij baseren
zich daarbij op een regionaal risicoprofiel, dat onder verantwoordelijkheid van het
bestuur in afstemming met de gemeenteraden tot stand komt.
Het halen van opkomsttijden is een van de elementen om effectieve en hoogwaardige
brandweerzorg te realiseren. Ik acht het dan ook van groot belang dat veiligheidsregio’s
hier hun verantwoordelijkheid in nemen. Ik heb u in mijn brief van 8 juli 2022 geïnformeerd
over de systematiek van de gebiedsgerichte opkomsttijden. De systematiek van gebiedsgerichte
opkomsttijden wordt opgenomen in het besluit Veiligheidsregio’s als voldaan is aan
een aantal randvoorwaarden, waaronder het jaarlijks informeren van de betreffende
gemeente over de gerealiseerde brandweerzorg.
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat er brandweerkazernes worden gesloten, wettelijke taken worden
geschrapt en functies worden aangepast zonder dat de werkvloer hierbij vooraf bij
is betrokken? Hoe past dit bij de wens van de Kamer dat de werkvloer meer zeggenschap
krijgt bij dit soort verregaande besluiten?4
Antwoord 3
Het sluiten van kazernes is een proces dat loopt via de gemeenten, de Algemeen Besturen
van Veiligheidsregio’s. Het betrekken van de werkvloer is hierbij van groot belang.
Ik heb van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord begrepen dat nu eerst gesprekken
met onder meer de werknemers en de gemeenten worden gevoerd en dat nadere planvorming
is uitgesteld tot volgend jaar.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de opmerking van het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Gelderland-Midden,
dat het maken van lokale maatwerkafspraken het uitgangspunt van een regionale brandweerzorg
kan ondergraven?5
Antwoord 4
Regio-specifieke omstandigheden en afwegingen spelen een rol bij de inrichting van
de brandweerzorg. Het is aan het bestuur van een veiligheidsregio om daarbij te bepalen
wat er nodig is. Actieve betrokkenheid van de gemeenteraad is hierbij van belang.
Aan de hand van het vastgestelde dekkingsplan legt het bestuur jaarlijks verantwoording
af aan de gemeenteraden binnen de regio. Hierbij is halen van in het dekkingsplan
vastgestelde opkomsttijden en de gerealiseerde brandweerzorg geen vrijblijvende kwestie.
Vraag 5
In hoeverre vindt u de zeggenschap van lokale volksvertegenwoordigers geborgd in de
structuur van de veiligheidsregio? Vindt u het wenselijk dat door de huidige getraptheid
van de controle op de veiligheidsregio’s de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord verregaande
besluiten neemt zonder de lokale volksvertegenwoordiging te betrekken?
Antwoord 5
De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord heeft aangegeven in de planvorming de gemeenteraden
goed mee te nemen. Zo zijn in de eerste helft van juli regionale raadbijeenkomsten
voor de raadsleden van de 16 gemeenten en zal een toekomstig plan via de zienswijze
procedure langs de gemeenteraden gaan.
De slagkracht van een veiligheidsregio wordt door de Veiligheidsregio’s binnen het
wettelijke kader, in dit geval het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr)6, vastgesteld. Regio-specifieke omstandigheden en afwegingen spelen een rol bij de
inrichting van de brandweerzorg. Het is aan het bestuur van een veiligheidsregio om
daarbij te bepalen wat er nodig is aan bijvoorbeeld tankautospuiten of ondersteuningseenheden.
Actieve betrokkenheid van de gemeenteraad is hierbij van belang. Aan de hand van het
vastgestelde dekkingsplan legt het bestuur jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraden
binnen de regio.
Vraag 6
Bent u bereid met de veiligheidsregio Noord-Holland Noord in gesprek te gaan over
uw voornemen tot wettelijke normeringen, zeggenschap van de werkvloer bij ingrijpende
beslissingen en het betrekken van het lokale bestuur? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, ik heb het bestuur van de Veiligheidsregio uitgenodigd voor een gesprek.
Vraag 7
Hoe is het volgens u mogelijk dat veiligheidsregio’s verregaande besluiten kunnen
nemen om bijvoorbeeld kazernes te sluiten, terwijl er blijkbaar geen informatie voorhanden
is over het aantal voertuigen, vrijwilligers of ander materieel? Op basis van welke
informatie worden deze beslissingen dan genomen?7
Antwoord 7
Gegevens over het aantal voertuigen of ander materiaal worden niet door mijn ministerie
geregistreerd. In mijn brief van 8 juli ben ik nader ingegaan op de brandweerkerndata.8
Het bestuur van een veiligheidsregio stelt de (meerjaren)begroting van de regio vast.
Dat betekent dat het aan dat bestuur is om te bepalen, rekening houdend met de regionale
situatie, op welke wijze gelden worden besteed, inclusief eventuele wijzigingen in
de loop van de jaren.
Vraag 8
Vindt u het wenselijk dat veiligheidsregio’s onder de noemer van experimenten, pilots
en «innovatieve inzetconcepten» ongecontroleerd fundamentele en grootschalige organisatorische
wijzigingen kunnen doorvoeren, die feitelijk een systeemaanpassing zijn en niet in
lijn zijn met de huidige wet- en regelgeving? Bent u bereid deze «innovatieve inzetconcepten»
te stoppen voordat de brandweerzorg dusdanig is verslechterd dat het gevaar voor mensen
oplevert en veel (onherstelbare) schade binnen de brandweerorganisatie oplevert?9
Antwoord 8
Ik ben het met u eens dat experimenten met gebiedsgerichte opkomsttijden de brandweerzorg
op een gelijkwaardig niveau moet houden. Graag wijs ik erop dat de kwaliteit van de
brandweerzorg de verantwoordelijkheid van de besturen van de veiligheidsregio’s is.
Zij leggen daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Ik onderschrijf uiteraard
dat het behoud van de huidige kwaliteit van brandweerzorg van groot belang is. Daarbij
hecht ik eraan dat de besturen van de veiligheidsregio’s realistische opkomsttijden
vaststellen.
Vraag 9
Hebben de voorgenomen plannen van de veiligheidsregio Noord-Holland Noord effect op
de rampenbestrijding rondom het marineterrein in Den Helder? Zo ja, hoe? Zo nee, is
er voldoende afstemming tussen de brandweerorganisatie die verantwoordelijk is voor
de brandweerzorg op en rondom het marineterrein en de veiligheidsregio?
Antwoord 9
De veiligheidsregio Noord-Holland Noord geeft aan dat de ontwikkelrichting geen effect
heeft op de rampenbestrijding rondom het marineterrein in Den Helder.
Vraag 10
Hoe is het volgens u mogelijk dat de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord niet weet
wat er uit het eigen dekkingsplan van 2015 volgt, zoals blijkt uit de beantwoording
van vraag 3 in de aangehaalde beantwoording van eerdere schriftelijke vragen?10
Antwoord 10
In de eerdere beantwoording van schriftelijke vragen inzake het schrappen van materieel
en personeel heb ik aangegeven dat de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord de aantallen
niet herkent. In antwoord drie staat dat de Veiligheidsregio nu eerst in gesprek gaat,
voordat er verdere stappen worden gezet.
Vraag 11
Bent u bereid om alsnog een overzicht te verschaffen van de bezuinigingen van de afgelopen
10 jaar op de brandweer, per veiligheidsregio, zoals eerder gevraagd? Zo nee, waarom
niet?11
Antwoord 11
Het bestuur van een veiligheidsregio stelt de (meerjaren)begroting van de regio vast.
Dat betekent dat het aan dat bestuur is om te bepalen, rekening houdend met de regionale
situatie, op welke wijze gelden worden besteed, inclusief eventuele wijzigingen in
de loop van de jaren. Voor informatie over bezuinigingen op de brandweer in de veiligheidsregio’s
verwijs ik u naar de begrotingen van de afzonderlijke veiligheidsregio’s. Dit zijn
openbare documenten.
Vraag 12
Wanneer wordt het «integraal wettelijk kader» voor de crisisbeheersing en brandweerzorg
verwacht?
Antwoord 12
Zoals ik heb toegezegd in het commissiedebat van 24 maart 202212 stuur ik de contourennota voor het eind van dit jaar naar de Kamer.
Vraag 13
In hoeverre ziet u een rol voor het CBS om de data van de brandweerzorg weer bij te
houden en openbaar te maken?
Antwoord 13
Vanwege opgelegde taakstellingen heeft het CBS in 2016 besloten om de uitvoering van
de niet verplichte Brandweerstatistiek per 2018 te stoppen. Vanaf 2019 heeft het Nederlands
Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) namens de veiligheidsregio’s de verantwoordelijkheid
voor de dataverzameling en statistieken van de veiligheidsregio’s en het openbaar
maken hiervan. Daarbij maakt het NIPV gebruik van de specialistische kennis en ervaring
van het CBS. De samenwerking met het CBS is in 2018 vastgelegd en de zogenaamde data-alliantie13. Vakinhoudelijke kennis van het NIPV en de veiligheidsregio’s kunnen zo gecombineerd
worden met de opgebouwde kennis van het CBS.
Naast de rol die het CBS momenteel heeft om advies te geven wanneer het NIPV hier
om vraagt, zie ik om bovenstaande redenen geen rol voor het CBS om de data van de
brandweerzorg weer bij te houden en openbaar te maken.
Vraag 14
Herinnert u zich dat uit onderzoek van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid
(NIPV) blijkt dat er volgens de veiligheidsregio’s zelf 953 brandweerposten waren,
eind 2020, terwijl dat er in 1995 volgens het CBS nog 1053 waren? Hoe verklaart u
dit en kunt u daarbij de bevolkingsdichtheid meenemen?14
Antwoord 14
De afname van 9,5% in het aantal brandweerposten over de 25 jaar tussen 1995 en 2020
is te verklaren doordat binnen deze tijd voormalige ca. 400 gemeentelijke brandweerkorpsen,
bestaande uit ca. 1.000 lokale posten, zijn samengevoegd tot 25 brandweerregio’s.
Sommige posten zijn gesloten, omdat zij werden verplaatst, samengevoegd of dat er
een nieuwbouw voor in de plaats werd gerealiseerd. Vanaf de inwerkingtreding van de
Wet veiligheidsregio’s in 2010 is het aantal posten overigens beperkt afgenomen. Per
1 januari 2018 telt Nederland 951 brandweerposten. In de periode 2009–2017 zijn 21 kazernes
gesloten. Enkelen daarvan zijn heropend op een nieuwe locatie of samengevoegd. Er
werden in de gehele periode 2009–2017 14 nieuwe brandweerkazernes geopend15.
Deze afname in het aantal posten ten opzichte van de toename in bevolkingsdichtheid
zegt overigens weinig over de geleverde brandweerzorg. In deze 25 jaren zijn er bijvoorbeeld
veel nieuwe technologische ontwikkelingen geweest die het werk van de brandweer effectiever
en efficiënter maken, zoals inzet van drones en blusrobots. Verder zijn posten over
de jaren een beter netwerk gaan vormen waarin ze elkaar door een slimme samenstelling
en spreiding ondersteunen en versterken.
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat uit de reacties op het onderzoek van de SP naar de brandweer
naar voren kwam dat er voor brandweervrouwen, die soms kleiner van stuk zijn, niet
altijd passende beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en veiligheidsregio’s dit niet
altijd adequaat oppakken? Deelt u de mening dat alle brandweerlieden veilig hun werk
moeten kunnen doen?
Antwoord 15
Ik deel uw mening dat hulpverleners altijd veilig hun werk moeten kunnen doen. De
veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de uitrusting van alle brandweermensen.
Vraag 16
Begrijpt u dat, zeker gezien de wens dat vrouwen zich welkom voelen bij de brandweer
en het lage percentage werkzame brandweervrouwen, dit soort moeilijkheden waar brandweervrouwen
in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen, demotiverend kunnen werken? Bent u bereid
erop toe te zien dat veiligheidsregio’s verplicht zijn voor passende beschermingsmiddelen
te zorgen voor alle brandweerlieden? Zo nee, waarom niet?16
Antwoord 16
Het bestuur van de Veiligheidsregio dient als verantwoordelijk werkgever zorg te dragen
voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en dat conform artikel 3 van
de Arbeidsomstandighedenwet deze geborgd is met persoonlijke beschermingsmiddelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.