Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Goudzwaard over de ILO-uitspraak met betrekking tot de arbeidsvoorwaardelijke eisen voor KLM
Vragen van het lid Goudzwaard (JA21) aan de Minister van Financiën over de ILO-uitspraak met betrekking tot de arbeidsvoorwaardelijke eisen voor KLM (ingezonden 16 juni 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 8 juli 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Schimmenspel rond loonoffer KLM»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 5
Hoe beoordeelt u het rapport van ILO-Committee on Freedom of Association (CFA) van
maart 2022 (Case nr. 3398), waarin wordt vastgesteld dat de Nederlandse overheid ten
onrechte de vakbonden niet heeft geraadpleegd en dat eventuele beperkingen alleen
mogelijk zijn onder voorwaarde dat aan het voornoemde is voldaan, in een noodsituatie
waarbij de maatregelen in duur strak beperkt moeten zijn en strikt niet langer dan
dat exceptionele omstandigheden zich voordoen? Welke consequenties verbindt het kabinet
aan deze vaststellingen?
Kunt u dan ook publiekelijk afstand nemen van het standpunt dat er zelfstandige arbeidsvoorwaardelijke
voorwaarden zouden gelden waaraan KLM en/of KLM-medewerkers zouden moeten voldoen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 5
Zoals ook aangeven in de Kamerbrief bij de derde rapportage van de staatsagent is
het kabinet van mening dat er geen sprake is geweest van een zelfstandige eenzijdig
opgelegde loonmaatregel vanuit de Nederlandse staat.2 In het kader van de benodigde kostenreductie en de verbetering van de concurrentiepositie
heeft het kabinet aangegeven dat een substantiële bijdrage van het personeel nodig
is langs het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Er is een
voorstel gedaan op welke manier, conform dit principe, hier nadere invulling aan kan
worden gegeven door KLM in overleg met de betrokken vakbonden. KLM heeft vervolgens
afspraken met het personeel gemaakt over een bijdrage aan het verlagen van de kosten.
Deze afspraken zijn opgenomen in een door KLM opgesteld herstructureringsplan, waarover
uw Kamer in november 2020 is geïnformeerd.3
De Nederlandse staat is het met de aanbeveling van de ILO eens dat de maatregel niet
langer dient te duren dan strikt noodzakelijk is. Het steunpakket voldoet hieraan,
omdat de voorwaarden die zijn overeengekomen met KLM juridisch van kracht blijven
tot de steun is afbetaald en beëindigd. Het ILO-rapport heeft geen juridische gevolgen
voor de geldigheid van deze voorwaarden. Binnen het eerder beschreven uitgangspunt
uit het steunpakket dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en de afspraak
dat de beïnvloedbare kosten met minimaal 15% gereduceerd dienen te worden, zijn er
bovendien mogelijkheden voor KLM en de bonden om de lonen van bepaalde doelgroepen
te verhogen. De ILO heeft de Nederlandse staat opgeroepen om in gesprek te gaan met
de vakbonden. Op 1 juli jl. heeft een gesprek plaatsgevonden tussen het ministerie,
KLM en de vakbonden.
Vraag 3 en 4
Klopt het dat het Ministerie van Financiën op verzoek van de KLM haar zienswijze op
het ILO-rapport over de handelwijze van de overheid bij het stellen van arbeidsvoorwaardelijke
eisen met KLM heeft gedeeld? Kunt u deze brief aan KLM nog voor het commissiedebat
staatsdeelnemingen van 22 juni a.s. ook met de beide Kamers delen?
Kunt u bevestigen dat in deze brief van het ministerie aan KLM van 3 mei jl. staat:
«er zijn geen zelfstandige arbeidsvoorwaardelijke voorwaarden gesteld aan het steunpakket»?
Antwoord 3 en 4
De brief aan KLM is als bijlage toegevoegd. Daarin staat de zin waar u naar verwijst.
Vraag 6, 7 en 8
Hoe verhoudt de zienswijze van uw ministerie aan KLM in uw brief van 3 mei jl. zich
tot uw publiekelijke uitspraken tijdens het debat in de Eerste Kamer over de aandelenemissie
AF-KLM (d.d. 31 mei 2022) waarin u op vragen van de senaat aangeeft dat KLM niet voldoet
aan «de voorwaarden voor het doorvoeren van structurele kostenreducties, dus de structurele
kant, de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage en het beëindigen van het faciliteren van
mogelijke belastingontwijking»? Hoe kunt u dergelijke uitspraken (blijven) doen terwijl
u richting KLM schriftelijk aangeeft dat er helemaal geen zelfstandige arbeidsvoorwaardelijke
voorwaarden zijn gesteld?
Hoe verhoudt uw verweer op de vaststellingen van de ILO en de zienswijze aan KLM zich
tot publieke uitspraken en rapportages van de staatsagent bij KLM waarin op arbeidsvoorwaardelijke
voorwaarden wordt getoetst?
Bent u het eens dat als u bevestigt aan KLM dat er geen zelfstandige arbeidsvoorwaardelijke
eisen zijn gesteld, daar dan ook niet door de staatsagent zelfstandig op getoetst
kan worden in zijn rapportages? Hoe verhouden eerdere rapportages met uw uitspraken
aan KLM? Vraagt dat geen algemene erkenning van uw ministerie dat eerdere rapportages,
voor zover afwijkend van de nieuwe in uw brief van 3 mei jl uitgedragen grondslagen,
een onjuist beeld schetsen?
Antwoord 6, 7 en 8
Onderdeel van de afspraken die zijn gemaakt met KLM is het opstellen van een herstructureringsplan.
Beoogd doel van dit herstructureringsplan is om de concurrentiepositie structureel
te verbeteren door middel van een reductie van de beïnvloedbare kosten met minimaal
15%. Uw Kamer is op 3 november 2020 geïnformeerd over de goedkeuring van dit plan
door het vorige kabinet. In deze Kamerbrief staan de belangrijkste elementen van dit
herstructureringsplan, waaronder de afspraken die KLM heeft gemaakt met het personeel
over een bijdrage aan het verlagen van de kosten.4
Met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden verwijst de staatsagent naar dit herstructureringsplan
en de commitering die KLM daarin is aangegaan. Het toezien op de implementatie en
naleving van het herstructureringsplan is onderdeel van zijn werkzaamheden.5
In de leningsdocumentatie is vastgelegd dat de facilitering van mogelijke belastingontwijking
door medewerkers wordt beëindigd. Dit betreft dus geen eenzijdig opgelegde loonmaatregel
vanuit de Nederlandse staat. Het is aan KLM om deze facilitering te beëindigen.
Vraag 9
Hoe verhoudt deze «staffeleis» zich tot het verweer van het kabinet op de ILO-klacht
waarin u stelt dat deze «staffel» slechts een voorstel was en uw zienswijze aan KLM
dat er geen zelfstandige arbeidsvoorwaardelijke eisen zijn gesteld?6 Kunt u de reactie van de overheid aan de ILO (die dateert van januari 2022) nog voor
het commisssiedebat staatsdeelnemingen d.d. 22 juni a.s. ook met de beide Kamers delen?
Antwoord 9
Er is geen sprake van de staffeleis. Dat deze staffel geen harde eis maar een voorstel
was blijkt ook uit het feit dat KLM en de vakbonden bij de afspraken voor het cockpitpersoneel
geen staffel hebben toegepast maar, volgens KLM op verzoek van de bonden, een gelijke
bijdrage ter hoogte van ruim 19% zijn overeengekomen. Het verweer van de Nederlandse
staat is bijgevoegd.
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat invulling van de personeelsbijdrage om aan steunvoorwaarden,
zoals de 15 procent beïnvloedbare kostenreductie, aan sociale partners is en dat een
personeelsbijdrage überhaupt niet nodig is als KLM op andere punten tot 15 procent
kostenreductie komt?
Antwoord 10
In het kader van de benodigde kostenreductie en de verbetering van de concurrentiepositie
heeft het kabinet aangegeven dat een substantiële bijdrage van het personeel nodig
zal zijn langs het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Zoals
hierboven aangeven heeft KLM hier, samen met de vakbonden, invulling aan gegeven in
het herstructureringsplan.
Dat laat onverlet dat binnen het uitgangspunt dat de sterkste schouders de zwaarste
lasten dragen en de afspraak dat de beïnvloedbare kosten met minimaal 15% gereduceerd
dienen te worden, er mogelijkheden voor KLM en de bonden zijn om de lonen van bepaalde
doelgroepen te verhogen.
Vraag 11
Bent u van mening dat de loonkosten die worden bespaard als gevolg van de reorganisaties
die bij KLM hebben plaatsgevonden na het uitbreken van de coronacrisis, als kostenreductie
van KLM moet worden aangemerkt? Kunt u aangeven hoeveel loonkosten KLM met de reorganisaties
heeft bespaard? Indien u van mening bent dat de bespaarde loonkosten niet als kostenreductie
aangemerkt moeten worden, kunt u dan aangeven waarom?
Antwoord 11
De loonkosten zijn onderdeel van de beïnvloedbare kosten. Dit betekent dat als er
sprake is van (netto)besparingen op de loonkosten dit bijdraagt aan de afgesproken
kostenreductie van 15%. Informatie over de besparingen op de loonkosten van KLM is
bedrijfsvertrouwelijk en kan daarom, in zoverre ik daar al over beschik, niet worden
gedeeld.
Vraag 12
Hoe gaat u voorkomen dat de vakbonden nieuwe klachten tegen de Nederlandse overheid
gaan indienen wegens schending van ILO-normen door de Nederlandse overheid?
Antwoord 12
Indien vakorganisaties en werkgeversorganisaties van mening zijn dat er sprake is
van een schending van de verplichtingen voortvloeiend uit de ILO-verdragen dan staat
het hen vrij om daarover een klacht in te dienen. Het is dan aan de ILO om daar een
uitspraak over te doen. Ik wil daar op geen enkele manier tussen zitten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.