Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Verkuijlen over het bericht dat mogelijk ook een Nederlandse moskee een rol speelt in constructies voor mensenhandel en prostitutie
Vragen van de leden Becker en Verkuijlen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat mogelijk ook een Nederlandse moskee een rol speelt in constructies voor mensenhandel en prostitutie (ingezonden 25 mei 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 5 juli
            2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3166.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Moskeeën Zweden regelen «plezierhuwelijk» van een uurtje:
               «Misbruikt voor prostitutie»»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat deze zogenoemde «plezierhuwelijken», waarbij een man en een
               vrouw voor zeer korte tijd in het huwelijk treden met het doel om betaalde seks te
               hebben, te allen tijde zouden moeten worden voorkomen in Nederland omdat deze veelal
               kwetsbare vrouwen vaak hiertoe worden gedwongen en er dus sprake is van mensenhandel
               en ook omdat het sluiten van religieuze huwelijken zonder dat daar een wettelijk huwelijk
               aan vooraf is gegaan verboden is in Nederland? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2
            
In Nederland wordt alleen het burgerlijk huwelijk wettelijk erkend. In Nederland is
               het verboden voor een priester, rabbijn of imam om een religieus huwelijk te sluiten
               zonder dat daar een burgerlijk huwelijk aan vooraf is gegaan conform art. 449 Wetboek
               van Strafrecht en art. 1:68 Burgerlijk Wetboek. Een religieus huwelijk zonder een
               burgerlijk huwelijk, hoe kort ook, is niet wettig. Wanneer het huwelijk onder dwang
               wordt afgesloten, is dit strafbaar in Nederland als vorm van dwang (art. 284 Sr).
            
Indien sprake is van betaalde seks kan worden gesproken van sekswerk. Kenmerkend voor
               sekswerk is het zich bedrijfsmatig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele
               handelingen met een ander tegen betaling. Het moet hierbij gaan om vrijwilligheid
               en wederzijdse instemming op basis van gelijkwaardigheid. Een klant van een sekswerker
               die weet of een vermoeden heeft dat er sprake is van dwang, uitbuiting of mensenhandel
               is strafbaar volgens art. 273g Wetboek van Strafrecht. Het is van groot belang om
               seksueel geweld, waaronder het dwingen van een ander tot het plegen van seksuele handelingen,
               te voorkomen.
            
Het dwingen – al dan niet door gebruikmaking van de kwetsbaarheid van de ander – tot
               het plegen van seksuele handelingen, kan het strafbare feit verkrachting opleveren.
               Indien een ander gedwongen wordt tot seksuele handelingen met een derde en de persoon
               die de dwang uitoefent daarvan voordeel heeft, kan er sprake zijn van seksuele uitbuiting.
               Dit is strafbaar op grond van artikel 273f Wetboek van Strafrecht.
            
Vraag 3
            
Is het juist dat er in Nederland ook dergelijke «plezierhuwelijken» worden afgesloten,
               zoals uit het Zweedse onderzoek blijkt en welke signalen heeft u hier tot op heden
               over ontvangen?
            
Antwoord 3
            
Tot op heden heeft het kabinet geen signalen ontvangen dat er in Nederland zogenaamde
               plezierhuwelijken worden afgesloten.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid om naar deze «huwelijken» (verder) onderzoek te doen gezien de ernst
               van de situatie en daarbij ook de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste buitenlandse
               beïnvloeding te betrekken? Kunt u de Kamer op zo kort mogelijke termijn informeren
               over het tijdspad van dit onderzoek? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Gezien het feit dat het kabinet – buiten dit artikel – tot op heden geen signalen
               over plezierhuwelijken heeft ontvangen ziet het Kabinet op dit moment geen aanleiding
               om een onderzoek te starten naar deze vorm van huwelijken.
            
Vraag 5
            
Bent u het eens dat dit soort praktijken het belang van financiële weerbaarheid van
               kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond benadrukken? Zo ja, welke mogelijkheden
               ziet u om sneller/extra stappen te zetten? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 2, 3 en 4 heeft het Kabinet, tot op
               heden, geen signalen ontvangen dat er in Nederland zogenaamde plezierhuwelijken worden
               afgesloten. Het bevorderen van de financiële onafhankelijkheid van vrouwen is een
               belangrijke pijler binnen het emancipatiebeleid van dit kabinet. Het zorgt niet alleen
               voor meer gendergelijkheid over de hele linie, maar geeft vrouwen de vrijheid om hun
               eigen keuzes en hun talenten te ontplooien. De exacte maatregelen legt dit kabinet
               vast in de Emancipatienota, die uw Kamer eind september ontvangt. Hierin zal ook aandacht
               zijn voor kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond uit gesloten gemeenschappen.
            
Daarnaast is het voor financiële zelfredzaamheid van vrouwen belangrijk dat zij zelf
               hun geldzaken begrijpen en kunnen beheren. Om goed mee te kunnen doen in onze samenleving,
               heb je taal- reken-, digitale en financiële vaardigheden nodig. Wie niet, of onvoldoende,
               over deze basisvaardigheden beschikt, is vaak minder zelfredzaam, en heeft minder
               participatie- en ontwikkelingsmogelijkheden. In Nederland vinden we dat iedereen de
               kans moet krijgen om mee te doen, om te werken, een opleiding te volgen, te stemmen
               en gezond door het leven te gaan. Daarom is het actieprogramma Tel mee met Taal van
               de Ministeries van OCW, BZK, SZW en VWS in het leven geroepen.
            
Voor mensen met geldvragen en geldzorgen zijn in veel gemeenten vrijwilligersorganisaties
               actief, zoals Schuldhulpmaatje en Humanitas. Verder hebben diverse gemeenten laagdrempelige
               loketten voor vragen, zoals de buurtteams die in veel gemeenten actief zijn, of specifieke
               loketten voor geldvragen. Uw Kamer zal voor het einde van de zomer worden geïnformeerd
               over het meerjarig plan gericht op zelfbeschikking waarin ook specifieke aandacht
               zal uitgaan naar acties gericht op het verhogen van de financiële zelfredzaamheid
               van kwetsbare groepen, waaronder kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond uit
               gesloten gemeenschappen.
            
Vraag 6
            
Bent u bereid actie te ondernemen richting de genoemde Haagse moskee, die onderdeel
               is van de Stichting Alcauther door in elk geval de Taskforce Problematisch gedrag
               en Ongewenste buitenlandse beïnvloeding grondig onderzoek te laten doen, ook naar
               de financiering van deze moskee, het mogelijk bestaan van een netwerk van mensenhandel
               rond deze moskee, en het Openbaar Ministerie (OM) te betrekken bij een vermoeden van
               strafbare feiten, zodat tegen betrokken personen stevig kan worden opgetreden? Zo
               ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Het OM heeft laten weten dat er op dit moment geen signalen zijn van strafbare feiten.
De Taskforce PG&OBF doet geen onderzoek naar personen of organisaties, want zij heeft
               geen eigenstandige onderzoeksbevoegdheden. Het vorige kabinet heeft uw Kamer op verschillende
               momenten geïnformeerd over de specifieke problemen omtrent de grondslag voor het verwerken
               van persoonsgegevens van een aantal partners. Als gevolg van deze problemen worden
               sinds april 2021 in Taskforce verband geen persoons- of organisatie duidingen meer
               gedaan.2 In de Taskforce werken een aantal departementen samen, die gemeenten kunnen voorzien
               van informatie over (algemene) fenomenen, niet over casuïstiek waarbij persoonsgegevens
               verwerkt worden. Het principe binnen de Taskforce is dat alle individuele partners
               in de Taskforce vanuit hun eigen grondslag en bevoegdheden deelnemen aan de Taskforce.
               De partners in de Taskforce kunnen dus onderzoek doen, indien zij daartoe zelf een
               grondslag hebben.
            
Het is aan de gemeente om de Taskforce Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse
               financiering hierbij te betrekken als zij ondersteuning nodig hebben op fenomeenniveau. Dit is
               niet gebeurd.
            
Vraag 7
            
Zal het OM in gevallen zoals deze vervolgen voor seksuele uitbuiting?
Antwoord 7
            
Indien er signalen zijn van (seksuele) uitbuiting zal door de politie – onder leiding
               van het Openbaar Ministerie – een strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld. Als
               er voldoende bewijs is voor seksuele uitbuiting zal – met inachtneming van het opportuniteitsbeginsel
               – over worden gegaan tot vervolging.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de Eerste Kamer om de Wet Tegengaan huwelijkse
               gevangenschap vervroegd in werking te laten treden?
            
Antwoord 8
            
Op 1 juni jl. is een novelle bij het wetsvoorstel tegengaan Huwelijkse gevangenschap
               en enige andere onderwerpen bij Uw Kamer ingediend. (Kamerstukken II 36 123). De Eerste Kamer heeft de verdere behandeling van het Wetsvoorstel Tegengaan huwelijkse
               gevangenschap uitgesteld in afwachting van deze novelle.
            
In het licht van een zorgvuldige wetsbehandeling en de constitutionele verhoudingen
               tussen Tweede Kamer, Eerste Kamer en regering lijkt het aangewezen om de behandeling
               van deze novelle af te wachten. Afhankelijk van die behandeling is een spoedige inwerkingtreding
               van de Wet Tegengaan huwelijkse gevangenschap immers mogelijk.
            
Vraag 9
            
Wanneer ontvangt de Kamer de weerbaarheidsagenda die volgens het kabinet een oplossing
               moet bieden tegen dergelijk problematisch gedrag en hoe neemt u genoemde ernstige
               problematiek daarin mee?
            
Antwoord 9
            
Zoals aangegeven bij vraag 6 zet het Kabinet in op de (financiële) redzaamheid en
               weerbaarheid van vrouwen. Uiteindelijk is daarmee het doel om weerbaarheid te vergroten,
               schadelijke praktijken tegen te gaan en zelfbeschikking te stimuleren. De Kamer ontvangt
               de Agenda Veerkracht en Weerbaarheid na de zomer. Zelfbeschikking is onderdeel van
               deze agenda.
            
Vraag 10
            
Bent u het eens dat het hoog tijd is voor meer instrumenten om te kunnen ingrijpen
               wanneer zich problematisch gedrag in een moskee voordoet? Zo ja, wanneer komt u met
               de aangekondigde wetgeving om in het geval van problematisch gedrag sancties te kunnen
               opleggen zoals het verbeurd verklaren en het verbieden van het ontvangen van middelen
               uit het buitenland?
            
Antwoord 10
            
De aangekondigde wetgeving zoals benoemd in de vraag betreft de nota van wijziging
               bij het wetsvoorstel Transparantie maatschappelijke organisaties (hierna Wtmo) die
               de voormalige Minister voor Rechtsbescherming begin juni 2021 heeft aangekondigd (Kamerstukken
               2020–2021, 35 228, nr. 38). Deze voorgenomen wijziging van de Wtmo voegt o.a. een bevoegdheid voor het OM toe
               om de rechter te verzoeken maatregelen te treffen jegens organisaties die onze democratische
               rechtstaat ondermijnen. De Wtmo is in november 2020 naar uw Kamer gestuurd waarop
               uw Kamer in december 2020 verslag heeft uitgebracht. Er wordt gewerkt aan beantwoording
               van het verslag. De nota van wijziging op de Wtmo is afgelopen augustus 2021 voorgelegd
               aan de Raad van State voor een adviesaanvraag. Het advies is ontvangen op 17 november
               jl. en wordt nog verwerkt.
            
De Wtmo is overigens geen instrument dat is bedoeld om, als er sprake is van ondermijning
               van de democratische rechtstaat, alleen bij moskeeën in te kunnen grijpen. Álle vormen
               van ondermijning van de democratische rechtstaat, waarbij financiering een rol speelt,
               zullen onder de Wtmo kunnen vallen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.