Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal en Inge van Dijk over de winsten van oliebedrijven
Vragen van de leden Bontenbal en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Financiën over de winsten van oliebedrijven (ingezonden 9 mei 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
            van Economische Zaken en Klimaat Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 1 juli
            2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2921.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de berichtgeving omtrent de kwartaalresultaten van olie- en gasbedrijven
               waarin zij een forse winstgroei laten zien?1
Antwoord 1
            
Ja, de berichtgeving is mij bekend.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u vanuit maatschappelijk en moreel perspectief het feit dat de kwartaalwinsten
               van de oliebedrijven voor een belangrijk deel te danken zijn aan hoge olie- en gasprijzen
               als gevolg van de crisis op de internationale energiemarkten en de oorlog in Oekraïne,
               met hoge energieprijzen voor huishoudens en bedrijven als gevolg, plus het feit dat
               het Rijk de Belasting op toegevoegde Waarde (BTW) op brandstoffen heeft verlaagd om
               de pijn voor huishoudens enigszins te verzachten?
            
Antwoord 2
            
In algemene zin heeft het kabinet geen moreel oordeel over winsten die bedrijven met
               een winstoogmerk boeken, zolang dit binnen de regels gebeurt en zij hierover een eerlijke
               belasting afdragen. Geopolitieke ontwikkelingen hebben invloed op de markt waarin
               deze bedrijven opereren en daarmee op de winstgevendheid van hun activiteiten. De
               prijzen voor olie en gas fluctueren en daarmee ook de winsten en verliezen die olie-
               en gasbedrijven maken. De oorlog in Oekraïne geeft enerzijds aanleiding voor afschrijvingen
               die veel bedrijven in Rusland hebben moeten doen. Tegelijk heeft het een opwaarts
               effect op de energieprijzen en daarmee op de winsten van olie- en gasbedrijven. Maatschappelijk
               gezien is het natuurlijk wrang dat er tegelijk huishoudens zijn die mede door de gestegen
               energieprijzen moeite hebben om rond te komen. Daarom heeft het kabinet op 11 maart
               een maatregelenpakket aangekondigd om de gevolgen van stijgende energiekosten voor
               huishoudens te dempen (Kamerstuk 35 929, nr. S).
            
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u vanuit maatschappelijk en moreel perspectief het feit dat oliebedrijven
               als Shell en BP als gevolg van deze hoge winsten eigen aandelen opkopen en het dividend
               voor aandeelhouders verhoogt?
            
Antwoord 3
            
Het staat bedrijven vrij hun winsten aan te wenden op een manier die hen goeddunkt.
               Het kabinet ziet tegelijk dat er een grote noodzaak is tot investeringen in de energiesector
               met het oog op de transitie naar een duurzaam energiesysteem. In het Coalitieakkoord
               zijn op dat punt stevige ambities op geuit. Die investeringen moeten voor een belangrijk
               deel door bedrijven worden gedaan. Het kabinet zet bedrijven daartoe aan door de kosten
               van CO2-uitstoot te laten stijgen, via de Nederlandse CO2-heffing en het emissiehandelsysteem in de Europese Unie (EU). Met grote uitstoters
               gaan we bindende maatwerkafspraken maken op basis van wederkerigheid. Tegelijk is
               het van groot belang dat de randvoorwaarden om in Nederland te investeren op orde
               zijn. Daarom zet het kabinet in op een goed en voorspelbaar investeringsklimaat.
            
Vraag 4
            
Wat is een redelijke, maatschappelijk verantwoorde winst die olie- en gasbedrijven
               mogen maken in de ogen van het kabinet?
            
Antwoord 4
            
Het kabinet heeft geen oordeel over de hoogte van een redelijke, maatschappelijk verantwoorde
               winst van individuele bedrijven. Wel zet het kabinet zich ervoor in dat bedrijven
               hun maatschappelijke rol vervullen en een redelijke bijdrage leveren aan de maatschappij.
               Dit ziet op verduurzaming, zorg voor de leefomgeving, scholing van mensen, innovatie,
               en ook belastingbetaling.
            
Vraag 5 en 6
            
Deelt u de mening dat grote olie- en gasbedrijven een belangrijke rol kunnen én moeten
               spelen in de transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening en het aan hun
               stand verplicht zijn fors te investeren in de verduurzaming van de energievoorziening,
               zeker wanneer deze bedrijven forse winsten maken? Bent u van mening dat deze bedrijven
               voldoende investeren in de energietransitie?
            
Hoe zorgt dit kabinet ervoor dat de mate waarin deze bedrijven worden ondersteund
               vanuit het klimaatbeleid van dit kabinet in verhouding staat met de inspanningen die
               deze bedrijven zelf doen om de overgang naar een klimaatneutrale energievoorziening
               te realiseren? Is de winstgroei aanleiding voor het kabinet om ook een grotere bijdrage
               van deze bedrijven te vragen ten behoeve van het investeren in de energietransitie?
            
Antwoord 5 en 6
            
Grote olie- en gasbedrijven kunnen een belangrijke rol spelen in de transitie naar
               een klimaatneutrale energievoorziening. Maar door de energietransitie zullen er ook
               nieuwe spelers in de markt voor duurzame energiedragers actief worden. Het klimaat
               is er niet bij gebaat als bedrijvigheid en uitstoot worden verplaatst naar het buitenland.
               De verduurzaming van de industrie zal hier plaats moeten vinden. Het kabinet stuurt
               hierop door inzet van een combinatie van normering en beprijzing, intensivering van
               generieke subsidie-instrumenten en door maatwerkafspraken met grote uitstoters. Bedrijven
               die willen verduurzamen worden door de overheid ondersteund om deze transitie door
               te maken middels subsidies voor verduurzaming en innovatie en door in te zetten op
               het tijdig beschikbaar maken van hernieuwbare energie en de daarvoor benodigde infrastructuur.
               Ik verwijs voor de details naar de Kamerbrief van de Minister van Economische Zaken
               en Klimaat over de verduurzaming van de industrie.2
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
