Schriftelijke vragen : Het bericht dat autofabrikanten alleen nog grote auto’s willen bouwen
Vragen van de leden Van Raan en Van Esch (beiden PvdD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat autofabrikanten alleen nog grote auto’s willen bouwen (ingezonden 30 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Einde nadert voor het «autootje voor de boodschappen»»?1
Vraag 2
Herkent u het geschetste beeld dat (Europese) autofabrikanten geen kleine auto’s meer
willen bouwen vanwege winstbejag? Wat is uw reactie daarop?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het vanuit maatschappelijk oogpunt onwenselijk is dat auto’s
steeds groter en zwaarder worden?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de openbare ruimte (zeker in stedelijke gebieden) schaars is
en al sterk onder druk staat? Vindt u het wenselijk dat per auto nog meer van die
schaarse openbare ruimte in beslag genomen gaat worden?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat grotere en zwaardere auto’s meer energie verbruiken per gereden
kilometer (ook als ze elektrisch zijn)? Deelt u de mening dat het, om efficiënt met
energie om te gaan, wenselijk is om auto’s niet groter te laten zijn dan noodzakelijk?
En zelfs idealiter kleiner (en veiliger) te laten zijn?
Vraag 6
Herkent u het beeld dat er in Nederland steeds grotere en zwaardere auto’s komen?
Zo nee, kunt u de gemiddelde gewichtsklassen over de afgelopen 30 jaar laten zien?
Vraag 7
Deelt u de stelling van het Internationale Energie Agentschap dat in relatie tot de
uitstoot stelde dat «de groei van zuinige voertuigen, waaronder elektrische auto’s,
volledig teniet gedaan wordt door de stijgende verkoop van SUV’s»2? Wat vindt u daarvan?
Vraag 8
Deelt u de mening dat grotere en zwaardere auto’s ook niet passen binnen de doelstellingen
van de circulaire economie, waarbij gestreefd wordt naar het minimaliseren van het
grondstofgebruik?
Vraag 9
Kunt u zich herinneren dat uw voorganger het rapport van Metabolic, Universiteit Leiden
en Copper 8 – waarin wordt geconcludeerd dat Nederland naar rato recht heeft op grondstoffen
voor grofweg één miljoen elektrische auto’s in 2030 – niet onderschreef met als argument
dat er in het rapport te weinig rekening werd gehouden met «nieuw innovatiepotentieel»?3
Vraag 10
Herkent u in dit «innovatie-optimisme» dezelfde mechanismen die de landbouw en de
luchtvaart nu de das om hebben gedaan, nu gebleken is dat het veel teveel vertrouwen
op innovatie misplaatst bleek? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Vindt u het verstandig om te blijven streven naar bijvoorbeeld negen miljoen of meer
elektrische auto’s wanneer voor de grondstoffen voor die andere acht miljoen auto’s
vertrouwd moet worden op nog niet bestaande innovaties?
Vraag 12
Wanneer en hoe gaat u sturen op a) het verminderen van het autogebruik, b) het verminderen
van de grondstof- en energieconsumptie per gereden autokilometer en c) het versterken
van de fiets en het openbaar vervoer?
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.