Schriftelijke vragen : Het bericht dat tienduizenden mensen die arbeidsongeschikt zijn door de WIA in armoede leven
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat tienduizenden mensen die arbeidsongeschikt zijn door de WIA in armoede leven (ingezonden 29 juni 2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Tienduizenden mensen die arbeidsongeschikt zijn,
leven in armoede door de WIA: «Menselijke maat is ver te zoeken»»?1
Vraag 2
Constaterende dat wanneer een persoon voor 33% arbeidsongeschikt wordt verklaard,
deze persoon een derde van de werkzaamheden niet meer kan uitvoeren, maar deze toch
niet onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) valt, bent u het eens
dat het onacceptabel is dat de grens voor arbeidsongeschiktheid extreem hoog is? Bent
u het eens dat het verlagen van die drempel naar 15 procent ervoor zou zorgen dat
de WIA menselijker en minder hard zou worden?
Vraag 3
Hoeveel mensen vallen op dit moment onder de WIA 35-min? Wat is het aandeel werkenden
van de WIA 35-min, zowel procentueel als absoluut? Hoe reflecteert u op deze cijfers?
Ziet u deze cijfers als problematisch?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel 35-minners er op dit moment in de bijstand zitten? Hoe oordeelt
u over deze cijfers? Bent u van mening dat deze cijfers actie vanuit het kabinet verdienen?
Vraag 5
Klopt het dat wanneer mensen na afloop van de werkgerelateerde uitkering te maken
krijgen met de restverdiencapaciteit en wanneer iemand 2.000 euro per maand verdiende
en voor 50% is afgekeurd, zijn restverdiencapaciteit 1.000 euro is en hij geacht wordt
50% van die restverdiencapaciteit te verdienen en wanneer hem dat niet lukt zijn inkomen
daalt tot 35% van het wettelijk minimumloon (WML) (35% van 1756,20 = 614,67 euro)?
Klopt deze berekening? Wat gaat u doen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat het in de WIA mogelijk is om onder het sociaal minimum te belanden
wanneer de drempel van 50% van de restverdiencapaciteit niet wordt gehaald? Hoe is
dit ontstaan en op welke wet- en regelgeving is dit gebaseerd? Kunt u een overzicht
toesturen van de ambtelijke instructies en dergelijke die hierop van toepassing zijn?
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat het onacceptabel is dat mensen onder het sociaal minimum
terechtkomen wanneer zij te ziek zijn om de restverdiencapaciteit te verdienen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de in het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken
naar de toekomst» aangegeven kabinetsplannen, om te onderzoeken hoe hardheden in de
WIA hervormd kunnen worden met oog voor uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en uitlegbaarheid,
hoge prioriteit hebben? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat het inkomen van deze
mensen niet langer onder het sociaal minimum uitkomt? Op welke termijn gaat u die
stappen ondernemen? Ziet u de urgentie voor deze groep mensen en gaat u daar naar
handelen?
Vraag 9
Bent u bereid om extra geld uit te trekken voor het aanpakken van deze hardheden?
Hoe kijkt u aan tegen het feit dat er in het coalitieakkoord geen kosten zijn begroot
voor het aanpakken van deze hardheden? Hoeveel extra geld bent u bereid uit te trekken
en op welke termijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Bart van Kent, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.