Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ephraim over het nieuwe abonnementssysteem voor schoolboeken het Licentio-Folio systeem (LiFo) waarbij geen hergebruik meer wordt gemaakt van de schoolboeken, maar deze óf digitaal worden aangeboden, óf via wegwerpboeken
Vragen van het lid Ephraim (Groep Van Haga) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het nieuwe abonnementssysteem voor schoolboeken het Licentio-Folio systeem (LiFo) waarbij geen hergebruik meer wordt gemaakt van de schoolboeken, maar deze óf digitaal worden aangeboden, óf via wegwerpboeken (ingezonden 23 mei 2022).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 28 juni
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwe systeem dat de drie grootste Nederlandse schoolboeken
uitgevers (Malmberg, Noordhoff en ThiemeMeulenhoff) een nieuw systeem voor schoolboeken
hebben bedacht?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het Licentie-Folio systeem. Dit product wordt in het voortgezet
onderwijs aangeboden door diverse grotere uitgevers voor het merendeel van hun methoden.
Hierbij schaft de school een licentie aan voor het gebruik van het digitale leermateriaal.
Daarmee krijgt een leerling toegang tot de gehele digitale methode, voor alle leerjaren
en alle onderwijsniveaus. De school heeft vervolgens de optie om daar ook een papieren
exemplaar (folio) bij aan te schaffen in de vorm van een leerwerkboek, waarin leerlingen
ook aantekeningen kunnen maken. Het leerwerkboek is verbruiksmateriaal dat door de
leerling kan worden behouden; het hoeft niet terug naar het leermiddelenfonds van
de school of naar de distributeur.
Vraag 2
Hoeveel procent van het Licentio-Folio-systeem (LiFo) bestaat uit digitale boeken
en hoeveel uit wegwerpboeken?
Antwoord 2
Het LiFo-product bestaat in 100% van de gevallen uit een licentie voor het gebruiken
van digitaal lesmateriaal en scholen hebben daarbij de optie om een papieren exemplaar
(folio) aan te schaffen. Uit de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) blijkt
dat de meeste scholen in het voortgezet onderwijs in de praktijk digitale licenties
combineren met leerwerkboeken.1
Vraag 3
Komen deze (digitale) boeken uit Nederland of van elders? Wie is verantwoordelijk
voor de inhoud en de eindredactie?
Antwoord 3
Scholen hebben de grondwettelijk geborgde vrijheid om leermiddelen te kiezen die passen
bij hun onderwijskundige visie en leerlingenpopulatie. Het is aan aanbieders om de
inhoud en eindredactie van leermiddelen vorm te geven. Dat geldt zowel voor educatieve
uitgevers als voor leermiddelen in het open domein. Ik heb geen inzicht in de productieprocessen
van educatieve uitgevers.
Vraag 4
Heeft u de voor- en nadelen, ook op lange termijn, van dit systeem geïnventariseerd?
Wat zijn hiervan de resultaten?
Antwoord 4
Het functioneren van de leermiddelenmarkt wordt periodiek gemonitord middels de evaluatie
van de WGS. Uit de meest recente evaluatie komen diverse voor- en nadelen van het
LiFo-product naar voren, zoals die door verschillende partijen worden ervaren.2Enerzijds is het LiFo-product een antwoord van uitgevers op de behoeften van scholen
aan flexibeler inzet van leermateriaal zodat leraren het onderwijs beter op de leerling
kunnen afstemmen. Tegelijkertijd willen scholen vrij kunnen kiezen voor een digitale
en/of een foliovariant en hebben zij zorgen over de stijgende kosten van leermiddelen.
Ik vind het belangrijk dat leermiddelen kwalitatief goed zijn en scholen voldoende
keus in leermiddelen hebben voor een aanvaardbare prijs. Een goede werking van de
leermiddelenmarkt is nodig om dit te bereiken. Na de zomer stuur ik uw Kamer een beleidsreactie
op de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS), waar ik dieper inga op de werking
van de leermiddelenmarkt en welke maatregelen ik wil nemen zodat de kwaliteit, keuzevrijheid
en betaalbaarheid van leermiddelen geborgd wordt.
Vraag 5
Bent u bekend met het artikel3 waaruit blijkt dat volgens aanbestedingsovereenkomsten schoolleidingen vele jaren
gebonden zijn aan het LiFo-systeem? Bent u van mening dat dit tot gevolg heeft dat
veel kleine uitgeverijen geen kans meer maken om hun wellicht geschiktere schoolboeken
aan scholen te leveren en zo uit de markt worden gedrukt door de drie grote uitgevers?
Antwoord 5
Ja, ik ken het artikel. Zowel in het LiFo-model als in het al langer bestaande huurmodel
is het voor scholen mogelijk om jaarlijks te wisselen van methode. Het is in beide
modellen goedkoper om methodes voor langere periodes contractueel vast te leggen,
scholen krijgen daar prijskortingen voor. Ook bij meerjarige contracten is tussentijds
van methode wisselen mogelijk, maar dan wordt de korting verrekend. Flexibiliteit
is dus mogelijk, maar kan hogere kosten met zich meebrengen. Het is aan vaksecties
en schoolbesturen om het goede gesprek te voeren over het leermiddelenbeleid en hun
wensen en eisen ten aanzien van onder andere kwaliteit, flexibiliteit en kosten, en
op basis daarvan scherpe keuzes te maken in hun aanbesteding van leermiddelen.
De aanbestedingen van scholen perken de mogelijkheden van kleinere uitgevers niet
in. In aanbestedingen kunnen scholen alle methoden uitvragen die op de commerciële
markt beschikbaar zijn, inclusief het aanbod van kleine uitgeverijen. Als scholen
het aanbod van kleine uitgeverijen geschikter vinden en daarvoor kiezen, zal het marktaandeel
van deze uitgevers groeien, in plaats van afnemen.
Vraag 6
Bent u van mening dat de keuzevrijheid voor scholen enorm wordt beknot door deze licenties?
Antwoord 6
Er zitten verschillende aspecten aan het gebruik van licenties. Enerzijds is het een
antwoord van uitgevers op de behoefte van scholen om leermiddelen flexibeler in te
zetten, zodat zij het onderwijs beter op de leerling kunnen afstemmen. Tegelijkertijd
is er bij scholen behoefte om vrij te kunnen kiezen voor een digitale of een foliovariant
en bestaan er zorgen over de stijgende kosten van leermiddelen.Indien de vraag van
scholen verandert kunnen zij dit in hun aanbestedingen opnemen. SIVON ondersteunt
scholen en besturen bij het articuleren en bundelen van de vraag in de markt, zodat
aanbieders daar goed op kunnen inspelen.
Vraag 7
Bent u bekend met de vele wetenschappelijke onderzoeken4 die uitwijzen dat kinderen en volwassenen beter leren en onthouden van papieren
dan van digitale materialen?
Antwoord 7
Ik ben bekend met deze onderzoeken. Uit ander onderzoek blijkt dat digitale leer-
en hulpmiddelen kunnen bijdragen aan het verhogen van de leerprestaties en motivatie
van leerlingen en het verlagen van de werkdruk van leraren.5 Zo stellen digitale toepassingen docenten in staat om beter te differentiëren, waardoor
leerlingen op het juiste niveau worden uitgedaagd en kennis op een meer visuele manier
getest kan worden dan met papieren lesmateriaal. Het hangt af van de leersituatie
en de leerling of papier of digitaal effectiever is. Daarom hebben scholen de behoefte
om een optimale mix van leermiddelen te kunnen kiezen voor elke leersituatie.
Vraag 8
Heeft u onderzoek gedaan naar de enorme papierverslinding dat het systeem van wegwerpboeken
van het LiFo-systeem met zich meebrengt in vergelijking met het oude systeem van hergebruik?
Hoe valt dit te rijmen met de circulaire economie?
Antwoord 8
Voor zover mij bekend is er geen onderzoek gedaan naar de duurzaamheid van het LiFo-product
of de andere producten op de leermiddelenmarkt. Bij een traditionele lesmethode is
meestal sprake van een apart leerboek dat gehuurd wordt, een e-pack en een apart werkboek.
Dit aparte werkboek blijft evenals bij het LiFo-product bij de leerling, en kent dezelfde
duurzaamheidsvraag. Om een goede vergelijking te kunnen maken is het nodig om zicht
te krijgen op alle relevante duurzaamheidsaspecten, zoals in ieder geval de productie
van boeken, de digitale content en opslag daarvan, het vervoer van de boeken van en
naar de school of leerling, het gebruik door scholen en leerlingen.
Hier staat tegenover dat het behouden van het leerwerkboek ook didactische waarde
heeft. Doordat het leerwerkboek bij de leerling blijft, kan deze het als naslag en
voor de voorbereidingen van het examen in het laatste schooljaar gebruiken.
Het is aan scholen om leermiddelen te kiezen die passen bij hun leerlingpopulatie
en hun didactische visie. Scholen kijken daarbij naar inhoud, vorm, gebruiksgemak,
kwaliteit en kosten. Ik juich het toe als scholen in hun keuzeproces ook duurzaamheid
meewegen.
Vraag 9
Bent u van mening dat nieuwkomers op de markt voor schoolboeken altijd een kans moeten
krijgen, natuurlijk zolang kwaliteit en oanafhankelijkheid gewaarborgd zijn?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.