Amendement : Amendement van de leden Maatoug en Kathmann over het afschaffen van de vier weken zoektermijn
35 394 Wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van de regeling voor loonkostensubsidie en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief)
Nr. 24 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN KATHMANN
Ontvangen 22 juni 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 7, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel b vervalt, onder toevoeging van «of» aan het slot van onderdeel a.
b. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.
II
Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:
J
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde, zesde, achtste en negende lid vervallen, onder vernummering van het vijfde
lid tot vierde lid, het zevende lid tot vijfde lid en het tiende lid tot zesde lid.
2. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:
5. De documenten, bedoeld in het vierde lid, worden verstrekt binnen vier weken na de
melding, bedoeld in artikel 44.
III
Na artikel I, onderdeel J, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ja
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
2. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:
4. Het college beoordeelt in ieder geval de houding en gedragingen gedurende de vier
weken na de melding, bedoeld in artikel 44, van de meerderjarige personen die ten tijde van de aanvraag van algemene bijstand
jonger dan 27 jaar zijn.
Jb
Artikel 44, tweede lid, komt te luiden:
2. De belanghebbende heeft zich gemeld als zijn naam, adres en woonplaats bij het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen zijn geregistreerd, en hij in staat is gesteld zijn aanvraag
in te dienen bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, als het een aanvraag
betreft als bedoeld in artikel 41, eerste of derde lid, of bij het college, als het
een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 41, tweede lid.
IV
Na artikel I, onderdeel K, worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 47b wordt «41, vierde, vijfde, achtste en tiende lid» vervangen door «41,
vierde en zesde lid», wordt «43, eerste, derde, vierde en vijfde lid» vervangen door
«43, eerste, derde en vierde lid» en wordt «78x, eerste lid, onderdeel b» vervangen door «78x, onderdeel b».
Kb
In artikel 47d, derde lid, onderdeel a, wordt «41, vijfde en zevende lid» vervangen door «41, vierde en vijfde lid» en wordt «43, vijfde lid» vervangen door «43, vierde lid».
Kc
In artikel 78t, vierde lid, wordt «41, vierde tot en met negende lid» vervangen door «41, vierde en vijfde lid» en vervalt «en artikel 43, vierde lid,».
Kd
In artikel 78x vervallen de aanduiding «1.» voor het eerste lid alsmede het tweede
lid.
V
Na artikel IIIg worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIh. WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN
In artikel 30a, derde lid, onder a, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
en inkomen wordt «7, derde lid, onderdeel c» vervangen door «7, derde lid, onderdeel b».
ARTIKEL IIIi. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
In artikel 26, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt «7,
derde lid, onderdeel c» vervangen door «7, derde lid, onderdeel b».
Toelichting
Indieners zijn van mening dat de vier weken zoektermijn voor jongeren onder de 27
jaar afgeschaft dient te worden. De aanname in dit artikel is dat iedere jongere onder
de 27 jaar erin kan slagen om binnen vier werken een opleiding of baan te vinden.
In de praktijk is een hele grote groep jongeren niet zo zelfredzaam. De zoekperiode
dient dus geen doel omdat veel jongeren die bijstand aanvragen kwetsbaar en hulpbehoevend
zijn en dus niet zomaar zelf een baan kunnen vinden. Jongeren die bij de gemeente
aankloppen, zijn vaak al in een kwetsbare situatie en komen als laatste optie bij
de gemeente. Een stabiel inkomen is essentieel voor de veiligheid en het welzijn van
deze jongeren. Door hen weg te sturen gedurende vier weken, verliezen gemeenten deze
jongeren uit het oog. Daarnaast schrikt het idee van een verplichte zoekperiode jongeren
af om een uitkering aan te vragen. Verder concludeert de Arbeidsinspectie dat jongeren
onder de 27 jaar de grootste groep niet-gebruikers zijn van de bijstand, ondanks dat
deze groep daar wel recht op heeft.1 Ook concludeerde de Arbeidsinspectie dat bijna de helft van de groep niet-gebruikende
rechthebbende jongeren weinig tot geen inkomen heeft. De zoekperiode wordt beschreven
als een belemmering in aanpak van het niet-gebruik. De zoekperiode voor jongeren is
risicovol, omdat daardoor jongeren uit beeld kunnen verdwijnen dan wel in de financiële
problemen komen. Uit hun onderzoek blijkt ook dat met de uit beeld verdwenen jongeren
vaak door gemeenten geen contact meer wordt gezocht. De indieners pleiten daarom voor
een afschaffing van deze zoektermijn.
Maatoug
Kathmann
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Barbara Kathmann, Tweede Kamerlid