Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het afschaffen van vitamine D uit de basisverzekering
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het afschaffen van vitamine D uit de basisverzekering (ingezonden 2 juni 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 juni
2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Vitamine D zelf betalen? Voor veel mensen met een donkere huid
is het een nood»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het belang van vitamine D voor verschillende lichamelijke
processen, zoals groei en behoud van stevige botten en spieren, maar ook als hulpmiddel
tegen migraine en chronische vermoeidheid?
Antwoord 2
Ja. Samen met calcium is vitamine D van belang voor het behoud van stevige botten
en spieren. De rol van vitamine D-tekort bij vermoeidheid2 en migraine3 is echter nog niet bevestigd.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat een langdurig gebrek aan vitamine D rachitis
bij kinderen veroorzaakt en bij volwassenen leidt tot een hoger risico op hart- en
vaatziekten, osteomalacie met diffuse bot- en spierpijnen en proximale spierzwakte
(pijn in de bovenbenen en heupen, moeite met overeind komen)?
Antwoord 3
Het is bekend dat er een relatie is tussen vitamine D tekort en het risico op rachitis
bij kinderen en osteomalacie bij volwassenen met als symptomen diffuse (verspreide)
bot- en spierpijnen en spierzwakte in bovenbenen en -armen. Over de precieze rol van
vitamine D-tekort bij hart- en vaatziekten zijn volgens de Gezondheidsraad echter
geen harde uitspraken te doen. Hiervoor ontbreken onderzoeken van goede kwaliteit.4
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het feit dat veel mensen met een donkere huid de vitamine D-supplementen
nodig hebben, omdat hun huid de vitamine minder snel aanmaakt bij contact met uv-straling
van de zon?
Antwoord 4
Het klopt dat ook mensen met een donkere huid een hoger risico lopen op een tekort
aan vitamine D. Vitamine D wordt deels opgenomen via voeding en wordt deels geproduceerd
door de huid bij blootstelling aan zonlicht. De vitamine D productie in de huid is
afhankelijk van meerdere factoren waaronder huidtype, leeftijd van de huid en hoeveelheid
blootstelling aan zonlicht. Mensen met een donker huidtype hebben een langere blootstelling
aan zon nodig om dezelfde hoeveelheid vitamine D te produceren in de huid dan mensen
met een licht huidtype. Andere risicogroepen zijn ouderen, mensen die zwanger zijn
en kinderen tot 4 jaar. Om deze reden geeft de Gezondheidsraad advies om bij alle
genoemde bevolkingsgroepen vitamine D aan te vullen.3
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat ook een enorme hoeveelheid ouderen en baby’s
van niet-westerse moeders te maken hebben met een vitamine D-tekort?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 4 al heb aangegeven is het bekend dat ouderen een
verhoogd risico hebben op vitamine D-tekort, omdat een verouderde huid minder vitamine D
aanmaakt en ouderen minder in de zon komen. Ook mensen die zwanger zijn, mensen die
borstvoeding geven en hun baby’s lopen een verhoogd risico op een vitamine D-tekort.
De Gezondheidsraad adviseert vitamine D-suppletie bij al deze groepen, ongeacht huidskleur
of culturele achtergrond. Overigens zijn er inderdaad aanwijzingen dat niet-westerse
moeders en hun baby’s vaker een vitamine D-tekort hebben dan westerse moeders en hun
baby’s.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat baby’s gezond opgroeien en ouderen
gezond blijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, die mening deel ik. Mensen kunnen gelukkig op allerlei manieren zelf bijdragen
aan hun gezondheid, zoals door te bewegen, gezond te eten, en genoeg buiten te komen.
Aanvullend is er brede toegang tot middelen om de gezondheid op peil te houden, zoals
vitaminen en mineralen. Deze middelen zijn hier ook bij uitstek voor geschikt. De
vraag die hierbij belangrijk is, is of deze middelen noodzakelijk zijn om te verzekeren.
Voor vitamine D geldt dat dit zonder recept voor een beperkt bedrag verkrijgbaar is
en daarom niet noodzakelijk is om te verzekeren. Het geld dat nu collectief via de
basisverzekering aan vitamine D wordt uitgegeven, kan beter worden ingezet voor duurdere
zorg die wel noodzakelijk is om te verzekeren.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het, in het kader van beter voorkomen dan genezen, belangrijk
is dat het kabinet een gezondere levensstijl aanmoedigt?
Antwoord 7
Ik vind het belangrijk dat mensen worden aangemoedigd en in staat worden gesteld om
zo gezond mogelijk te leven. In het coalitieakkoord zet het kabinet dan ook fors in
op het stimuleren van een gezonde leefstijl, onder meer door het aanpakken van gezondheidsverschillen,
het werken aan en verbreden van de doelen uit het preventieakkoord en het stimuleren
van sport en bewegen. Ook binnen het basispakket zet ik in op het aanmoedigen van
een gezonde leefstijl, onder meer door het stimuleren van leefstijlinterventies als
(onderdeel van) de behandeling bij leefstijl-gerelateerde aandoeningen. Hierbij is
het wel van belang dat zorg voldoet aan de pakketcriteria. Dit wil zeggen dat zorg
(kosten)effectief en uitvoerbaar moet zijn, en ook dat zorg noodzakelijk moet zijn
om te verzekeren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het innemen van voldoende vitamine D voor de genoemde groepen
bijdraagt aan een gezondere levensstijl? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Die mening deel ik. Ik sluit me dan ook aan bij het advies van de Gezondheidsraad
om vitamine D te suppleren bij deze risicogroepen. Het suppleren van vitamine D wordt
geadviseerd als aanvulling op de adviezen van gezonde voeding en voldoende blootstelling
aan zonlicht.5 De vraag die hierbij belangrijk is, is of deze middelen ook noodzakelijk zijn om
te verzekeren. Voor vitamine D geldt dat dit, zoals gezegd, zonder recept voor een
beperkt bedrag verkrijgbaar is op de vrije markt en daarom niet noodzakelijk is om
te verzekeren via het basispakket.
Vraag 9 en 10
Bent u op de hoogte van de brief die door zorgverzekeraars naar het kabinet is gestuurd
en waarin staat dat een gezondere levensstijl vaker vergoed moet worden? Zo ja, wilt
u er dan bij de zorgverzekeraars op aandringen om meer preventie te stimuleren?
Wat vindt u van het verzoek van de zorgverzekeraars aan het kabinet om vol in te zetten
op preventie om hogere zorgkosten op termijn te beperken?
Antwoord 9 en 10
Ik ben op de hoogte van de brief die door zorgverzekeraars aan het kabinet is gestuurd
en ik ben ook met zorgverzekeraars in gesprek over de vraag hoe zij meer kunnen inzetten
op preventie. In mijn brief over preventie in het zorgstelsel, die ik binnenkort naar
uw Kamer stuur, ga ik hier nader op in. Ik deel immers het belang van het stimuleren
van een gezondere leefstijl. Door in te zetten op preventie blijven mensen langer
gezond. Naast een hogere levenskwaliteit voor de betrokkenen kan dit ook helpen om
op termijn de stijgende zorgkosten te beperken. Preventie en gezonde leefstijl zijn
dan ook belangrijke speerpunten in het coalitieakkoord. Waar nodig zal ik alle partijen
in de zorg, waaronder zorgverzekeraars, blijven aansporen om vanuit hun rol in het
zorgstelstel preventie te stimuleren.
Vraag 11
Deelt u de mening dat het risico bestaat dat als vitamine D niet langer gratis via
de huisarts wordt aangeboden, de genoemde groepen minder vitamine D zullen gebruiken
en de huisarts minder snel zullen bezoeken voor klachten? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 11
Het is onduidelijk of het niet langer vergoeden van vitamine D uit de basisverzekering
ertoe zal leiden dat minder mensen vitamine D zullen gebruiken. Vitamine D is als
zelfzorgmiddel te koop voor gemiddeld € 7,30 per persoon per jaar. Deze kosten zijn
voor de meeste mensen zelf te dragen. Ook nu vitamine D wordt vergoed vanuit de basisverzekering,
dragen veel mensen de kosten hiervan in de praktijk (deels) zelf. Zij betalen voor
vitamine D op recept immers het eigen risico. Omdat de kosten van vitamine D – door
afleverkosten bij de apotheek en door het ontbreken van concurrentie met zelfzorgproducten –
in de basisverzekering hoger liggen dan in de vrije verkoop, is het mogelijk dat deze
mensen goedkoper uit zijn wanneer zij vitamine D zelf aanschaffen. Voor het bezoek
aan de huisarts geldt dat mensen met klachten altijd terecht kunnen bij de huisarts
voor advies. Hiervoor betalen zij geen eigen risico. Indien nodig kan de huisarts
patiënten adviseren om vitamine D in te nemen en patiënten kunnen deze vitamine D
vervolgens zelf tegen lage kosten aanschaffen.
Tot slot wil ik opmerken dat therapietrouw afhankelijk is van vele factoren. Het is
onduidelijk wat de invloed is van vergoeding van zorg op de therapietrouw. Het Zorginstituut
zal daarom de effecten van het niet meer vergoeden van vitamine D in de praktijk monitoren,
waarbij onder andere wordt gekeken naar eventuele effecten op de therapietrouw en
het gebruik van vitamine D door kwetsbare groepen.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het oneerlijk is om de genoemde groepen, bovenop de gestegen
energieprijzen, de gestegen voedselprijzen, de gestegen huurpijzen en de algehele
inflatie, nu ook te belasten met extra kosten voor een voor hen noodzakelijk product?
Antwoord 12
Ik deel deze mening ten dele. Het Zorginstituut heeft in haar advies uitgebreid stilgestaan
bij de effecten van het niet meer vergoeden van vitamine D uit het basispakket. Hierbij
zijn ook patiëntenorganisaties geconsulteerd en de Adviescommissie Pakket heeft advies
uitgebracht over de maatschappelijke effecten. Het Zorginstituut verwacht dat de kosten
van vitamine D in de vrije verkoop en van vitamine D in hogere sterkte op recept voor
vrijwel iedereen te dragen zijn. Op dit moment is er een stijging in energie- en voedselprijzen.
Dit raakt vooral mensen met lagere inkomens. Zij hebben moeite in de breedte om dagelijks
rond te komen. Ook de relatief lage kosten van vitamine D kunnen hierbij een probleem
zijn. Ik vind het belangrijk om hier oog voor te hebben. Voor deze mensen zijn gelukkig
verschillende gemeentelijke voorzieningen beschikbaar. Gemeenten ontvangen 268 miljoen euro
per jaar ten behoeve van financieel maatwerk voor hun ingezetenen voor kosten van
zorg en ondersteuning. Zij kunnen, waar nodig, mensen bijstaan met bijvoorbeeld gemeentelijke
compensatieregelingen en bijzondere bijstand.
Het is daarnaast belangrijk om de effecten van het niet meer vergoeden van vitamine D
te blijven volgen. Het Zorginstituut zal daarom monitoren of het niet meer vergoeden
van vitamine D gevolgen heeft in de praktijk, en zo ja, welke dat zijn.
Vraag 13
Bent u op de hoogte dat het afnemen van de vitamine D-bekostiging vanuit de basisverzekering
voor veel Nederlanders van kleur ook een symbolische waarde heeft, omdat zij als specifieke
groep nu extra belast worden?
Antwoord 13
Bijna 5 miljoen mensen in Nederland gebruiken vitamine D vanuit preventief oogpunt
of als onderdeel van een behandeling. Een deel hiervan krijgt op dit moment deze vitamine D
vergoed uit het basispakket. Onder andere de volgende groepen gebruiken preventief
vitamine D omdat ze tot een risicogroep behoren maken: jonge kinderen, mensen die
zwanger zijn, ouderen en mensen met een donkere huidskleur. Daarnaast wordt vitamine D
voor bijvoorbeeld patiënten met osteoporose toegepast bij hun behandeling. Het Zorginstituut
heeft geconcludeerd dat de meeste mensen de kosten voor vitamine D zelf kunnen dragen
en dat vitamine D daarmee niet noodzakelijk is om te verzekeren uit de basisverzekering.
De collectieve uitgaven aan vitamine D kunnen beter worden besteed aan duurdere zorg
die wel noodzakelijk is om te verzekeren. Vitamine D zal voor alle bovengenoemde groepen
vanaf januari 2023 voor eigen rekening komen. Het is dus niet zo dat één specifieke
groep extra wordt belast.
Vraag 14
Bent u bereid om vitamine D weer terug te brengen onder de basisverzekering?
Antwoord 14
Hier ben ik niet toe bereid. Het Zorginstituut heeft geconcludeerd dat de meeste mensen
de kosten van vitamine D voor gemiddeld € 7,30 per persoon per jaar zelf kunnen dragen.
Daarmee is vitamine D geen noodzakelijk te verzekeren zorg. Het blijven vergoeden
van vitamine D schept daarom een verkeerd precedent in het licht van het streven naar
passende zorg. De samenleving is immers ruim 10 keer zo duur uit wanneer vitamine D
wordt vergoed vanuit het basispakket en dit geld kan beter worden besteed aan duurdere
zorg die wel noodzakelijk is om te verzekeren. Ik volg daarom het advies van het Zorginstituut
op. Daarmee geldt dat de kosten voor het gebruik van vitamine D vanaf 1 januari 2023
voor eigen rekening zullen komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.