Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Rajkowski over het bericht 'Erdogans Trolle Schwören sich auf Wahlkampf ein'
Vragen van de leden Becker en Rajkowski (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het bericht «Erdogans Trolle schwören sich auf den Wahlkampf in Deutsland ein» (ingezonden 8 april 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen
15 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2589.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Erdogans Trolleschwören sich auf den Wahlkampf in Deutsland
ein»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 4
Hoe beoordeelt u het feit dat Turks-Duitse kiezers via Turkse verenigingen en social
media, onder andere via influencers en trollen in aanloop naar de Turkse premier-
en parlementsverkiezingen van 2023, beïnvloed worden in hun politieke keuzes?
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk en zorgelijk is dat Turkije via de Turkse
diaspora in Europa haar invloed probeert uit te oefenen ten behoeve van de Turkse
premier- en parlementsverkiezingen van 2023?
Antwoord 2 en 4
In het algemeen geldt dat het kabinet die vormen van buitenlandse inmenging waarmee
statelijke actoren het fundament van de Nederlandse democratische rechtsorde en open
samenleving kunnen aantasten, volstrekt ongewenst vindt (de integriteit van politieke
en bestuurlijke besluitvorming, onafhankelijke rechtspraak, vrije en eerlijke verkiezingen
en fundamentele vrijheden zoals persvrijheid en vrijheid van meningsuiting). Nederlandse
burgers moeten, ongeacht hun achtergrond, in staat zijn in vrijheid eigen keuzes te
maken als het gaat om de inrichting van hun leven, politieke voorkeur en de band met
een land van herkomst of dat van hun ouders of grootouders. Mogelijke ongewenste activiteiten
door vertegenwoordigers van de Turkse overheid en de veronderstelling dat deze activiteiten
onderdeel zijn van een bewuste politiek, kunnen bij sommige Nederlanders van Turkse
komaf voor een permanent gevoel van onveiligheid zorgen. Dit kan zo ver gaan dat deze
mensen zich beperkt voelen in hun vrijheid van meningsuiting of zelfcensuur toepassen.
Ook kan op deze wijze de export van spanningen vanuit Turkije naar ons land worden
versterkt.
Dergelijke vormen van ongewenste buitenlandse inmenging zijn onacceptabel. Dit betekent
dat de Turkse autoriteiten zich dienen te onthouden van ongewenste bemoeienis met
de keuzes die Nederlandse burgers maken. Wanneer het kabinet constateert dat het Turkse
diasporabeleid de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt, dan wel participatie
van Nederlanders met een Turkse achtergrond belemmert, zal het kabinet niet aarzelen
de Turkse autoriteiten op deze activiteiten aan te spreken. Dit optreden richting
Turkije bij ongewenste buitenlandse inmenging past in de generieke – landen-neutrale –
aanpak waarover uw Kamer in maart 2018 is geïnformeerd.2
Vraag 3 en 6
In hoeverre is in Nederland ook sprake van deze patronen van politieke beïnvloeding,
al dan niet via social media in aanloop naar deze verkiezingen? Zo ja, welke signalen
duiden hierop?
Welke signalen over deze aankomende verkiezingen zijn bekend als het gaat om het benaderen
en zelfs trainen van Turkse-Nederlanders zoals wordt geschetst in het aangehaalde
artikel, om de gunst van de Turkse gemeenschap te winnen voor de AKP-partij van president
Erdogan?
Antwoord 3 en 6
Het is van belang een onderscheid te maken tussen het diasporabeleid van de Turkse
overheid, dat onder meer wordt vormgegeven via Diyanet – het Turkse presidium voor
Godsdienstzaken – en de verkiezingscampagne van de AKP in aanloop naar de verkiezingen
in 2023. Het is bekend dat de AKP, net als andere Turkse partijen, steun hoopt te
verwerven onder de stemgerechtigden die buiten Turkije wonen. Dat doen Nederlandse
politieke partijen bij verkiezingen in Nederland ook in het buitenland, waarbij zij
binnen de door dat land gestelde kaders dienen te blijven. Aangezien de AKP al lange
tijd aan de macht is, bestaat er overlap tussen het diasporabeleid van de Turkse overheid
en de uitgangspunten van de AKP. Er zijn ons op dit moment echter geen signalen bekend
dat de Turkse overheid invloed probeert uit te oefenen ten behoeve van de verkiezingen
in 2023. Uiteraard worden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten gehouden.
Vraag 5
Wat is de huidige stand van zaken omtrent de contrastrategie om ongewenste bemoeienis
uit Turkije jegens Nederlanders met een Turkse achtergrond tegen te gaan? Hoe vaak
heeft u de afgelopen vier jaar de Turkse autoriteiten hierop aangesproken?
Antwoord 5
In maart 2018 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van ongewenste buitenlandse
inmenging. Deze aanpak is ook in 2022 onverminderd van kracht en er wordt doorlopend
bekeken of de aanpak nog volstaat. De aanpak is landen-neutraal en bestaat uit de
volgende drie onderdelen:
1. We verhogen de weerbaarheid van groepen in Nederland, die mogelijk negatieve gevolgen
ondervinden van ongewenste buitenlandse inmenging. Het verhogen van de weerbaarheid
van deze kwetsbare groepen is te allen tijde maatwerk.
2. We treden gecoördineerd en verstorend op bij actuele of dreigende incidenten, waarbij
we in nauwe samenwerking tussen het nationale en lokale niveau een mix van bestuurlijke
en strafrechtelijke maatregelen inzetten.
3. We gaan consequent de dialoog aan met landen die zich schuldig maken aan ongewenste
inmenging in Nederland, waarbij we duidelijk aangeven wat we binnen de grenzen van
de Nederlandse democratische rechtsorde toelaatbaar achten. Dit noemen we het diplomatieke
spoor.
In de brede relatie tussen Turkije en Nederland vinden regelmatig gesprekken plaats
tussen de Nederlandse en Turkse autoriteiten over diverse onderwerpen. Ook de relatie
tussen de Turkse overheid en Nederlanders met een Turkse achtergrond is regelmatig
het onderwerp van gesprek. De in het antwoord op vraag 2 en 4 genoemde boodschap wordt
in deze gesprekken consequent uitgedragen.
Vraag 7, 8 en 9
Wat is de huidige stand van zaken van het weerbaarder maken van Nederlanders met een
niet-westerse afkomst die kans lopen door middel van diasporapolitiek te worden benaderd
voor bewuste politieke doeleinden in het land van herkomst?
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het ondersteuningsaanbod voor
gemeenten en gemeenschappen ter bevordering van de sociale stabiliteit en versterking
van de weerbaarheid?
Hoeveel gemeenten en gemeenschappen maken hier tot op heden gebruik van en wat doet
u om dit aanbod onder de blijvende aandacht te brengen?
Antwoord 7, 8 en 9
De Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) en van Justitie en Veiligheid (JenV) (waaronder de NCTV
en de Nationale Politie) spannen zich samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) in om de sociale stabiliteit
te bevorderen en de weerbaarheid van de samenleving in brede zin te versterken.
Binnen het Ministerie van SZW heeft de Expertise Unit Sociale Stabiliteit (ESS) de
afgelopen jaren netwerken in verschillende gemeenschappen opgebouwd. Dit betreft onder
andere de Turkse, Marokkaanse, Eritrese, Somalische, Syrische, islamitische en Afro-gemeenschap.
ESS staat in contact met in totaal twaalf kennisnetwerken uit deze gemeenschappen.
Hier worden expertise en handelingsperspectieven m.b.t. veerkracht en weerbaarheid
gedeeld. Daarnaast adviseert ESS gemeenten over hoe om te gaan met onder andere polarisatie
en spanningen in deze gemeenschappen. In 2021 is door negenenzeventig gemeenten een
beroep gedaan op de kennis en kunde van ESS.
Gemeenten kunnen met hulpvragen onder meer terecht bij het Ondersteuningsnetwerk maatschappelijke
onrust voor duiding of advies in gevallen van (dreigende) situaties van maatschappelijke
onrust. Vanuit het netwerk is er in 2021 contact geweest met twintig gemeenten. Ook
heeft de UvA in 2021 dertig cases van maatschappelijke onrust onderzocht. De bevindingen
van dit onderzoek worden dit najaar gepubliceerd.
Om er voor te zorgen dat gemeenten en gemeenschappen zelf beter in staat zijn de sociale
stabiliteit te bevorderen is het aanbod aan handreikingen, factsheets, opleidingen
en contactpunten bij de rijksoverheid en andere partners op de brede thematiek van
«maatschappelijke stabiliteit» sinds december 2021 gebundeld op de website https://maatschappelijkestabiliteit.nl/. Dit leeraanbod wordt periodiek geactualiseerd en samenwerkende partners onderhouden
contacten met gemeenten en gemeenschappen om te signaleren op welke onderwerpen men
extra ondersteuning wenst. De site is inmiddels 1700 keer geraadpleegd.
Naast bovenstaande wordt op dit moment gewerkt aan een nieuwe Agenda Veerkracht en
Weerbaarheid. Zoals aangekondigd in de planningsbrief SZW zal de Minister van SZW
uw Kamer hier na de zomer nader over informeren.3
Vraag 10
Is u bekend hoeveel kandidaten voor de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen zijn getraind
door de Union of European Turkish Democrats (UETD)?
Antwoord 10
Deze cijfers zijn niet bekend bij de rijksoverheid.
Vraag 11
Wat doet u om te voorkomen dat post wordt gestuurd met een stemadvies vanuit de Turkse
regering naar Nederlanders met een Turkse achtergrond?
Antwoord 11
In aanloop naar de Turkse verkiezingen in 2023 zal Nederland de boodschap overbrengen
dat het geven van persoonlijk stemadvies door de Turkse overheid aan Nederlanders
met een Turkse achtergrond niet gewenst is in welke vorm dan ook.
Vraag 12
Bent u bereid streng toe te zien op de richtlijn van Buitenlandse Zaken, die tot stand
is gekomen naar aanleiding van onze Kamervragen, om campagnevoeren in de laatste drie
maanden voor de verkiezingen door buitenlandse politieke ambtsdragers uit niet-EU-landen
op Nederlands grondgebied te verbieden?
Antwoord 12
Absoluut. Sinds februari 2021 is het voor vertegenwoordigers van een buitenlandse
overheid van buiten de EU niet meer toegestaan campagne te komen voeren in Nederland
vanaf drie maanden voorafgaand aan verkiezingen in het desbetreffende derde land.
Vertegenwoordigers van een buitenlandse overheid dienen daarnaast vooraf melding te
maken bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken indien zij voornemens zijn naar Nederland
af te reizen om een campagne-activiteit te ondernemen in de periode tot drie maanden
voorafgaand aan verkiezingen in dat derde land. Buiten kijf staat dat het Nederlandse
burgers is toegestaan om campagne-activiteiten en -bijeenkomsten te organiseren, ook
over verkiezingen in derde landen. In aanloop naar de Turkse verkiezingen zal de Nederlandse
overheid Turkije actief op de richtlijn van Buitenlandse Zaken wijzen.
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u op korte termijn om buitenlandse/politieke beïnvloeding
op sociale media platforms tegen te gaan wanneer het illegale content of desinformatie
betreft, met het oog op verwachte wet- en regelgeving zoals de «Digital Services Act»?
Antwoord 13
In het algemeen is het kabinet van mening dat sociale media platformen een verantwoordelijkheid
hebben om negatieve gevolgen van hun dienstverlening, zoals de verspreiding van desinformatie,
aan te pakken. Op het gebied van desinformatie is het Europese uitgangspunt zelfregulering
door online platformen (code of practice on online disinformation). Platformen als
Facebook en Twitter hebben deze code ook ondertekend en committeren zich daarmee verschillende
maatregelen te nemen om de verspreiding van desinformatie te verminderen. Deze code
wordt naar verwachting voor komende zomer herzien.4 Wanneer de nieuwe gedragscode is gepubliceerd zal het kabinet uw Kamer informeren
over het kabinetsstandpunt.
Daarnaast hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-lidstaten
op 23 april een politiek akkoord bereikt over de zogenoemde Digital Services Act («DSA»).
De DSA vervangt de Richtlijn Elektronische Handel en stelt aanvullende verplichtingen
aan internet tussenpersonen om illegale content op onder meer platformen tegen te
gaan. De DSA regelt onder meer dat internet tussenpersonen verplicht zijn om actie
te ondernemen wanneer zij er weet van hebben dat hun diensten worden gebruikt voor
het verspreiden of opslaan van strafbare of onrechtmatige content. Indien ze dit nalaten
dan kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor die content.
Voor wat betreft schadelijke maar legale content bepaalt de DSA dat zeer grote online
platformen onder meer verplicht zijn om jaarlijks te onderzoeken of de inrichting
van hun dienst systemische risico’s met zich meebrengt. Zoals de verspreiding van
desinformatie die democratische verkiezingsprocessen kan schaden. Als zij vaststellen
dat dit het geval is dan moeten ze maatregelen nemen om dat te adresseren. Bijvoorbeeld
door aanpassing van aanbevelingsalgoritmes of door deelname aan een gedragscode, zoals
de genoemde vernieuwde gedragscode. De DSA verplicht niet tot het verwijderen van
content die door sommigen weliswaar als ongewenst kan worden beschouwd, maar niet
als illegaal (strafbaar of onrechtmatig) kan worden geclassificeerd. Zeer grote online
platformen moeten deze maatregelen ook door externe onafhankelijke auditors laten
onderzoeken en beoordelen. Het akkoord over de DSA wordt de komende tijd nog voor
instemming voorgelegd aan de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Na een
overgangstermijn moet de DSA vanaf medio 2024 gaan gelden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.