Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Kat en Ceder ter vervanging van nr. 7 over het creëren van een extra grond voor toelating tot de Wsnp
35 915 Wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Nr. 10 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KAT EN CEDER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 71
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Voor artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL 0I
In artikel 285, eerste lid, onder f wordt na «verklaring dat er» ingevoegd «ofwel»
en wordt na «buitengerechtelijke schuldregeling te komen,» ingevoegd «ofwel dat toepassing
van de schuldsaneringsregeling om andersoortige redenen is gerechtvaardigd,».
Toelichting
Dit amendement voorziet in het aanpassen van artikel 285, lid 1 sub f, waarmee een
extra grond wordt toegevoegd op basis waarvan een verzoekschrift tot toelating tot
de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen kan worden gemotiveerd. Het doel
hiervan is om de drempel tot toetreding tot de WSNP te verlagen. Het aantal toelatingen
tot de WSNP vertoont al jaren een dalende trend. Veel schuldenaren kunnen niet voldoen
aan de toelatingseisen van de Wsnp. In 2018 werd slechts 57% van de ingediende verzoeken
toegewezen. Dit terwijl de WSNP een doeltreffend instrument is om schuldenaren schuldenvrij
te maken. In 93% van de gevallen wordt het WSNP-traject succesvol afgerond. De Tweede
Kamer heeft in verschillende moties gevraagd om de aansluiting tussen het minnelijke
en het wettelijke traject beter te organiseren.2 Dit amendement draagt daar aan bij.
In de huidige wet staat de vereiste dat een met redenen omklede verklaring dat er
geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen
moet worden opgesteld als onderdeel van het verzoekschrift. In de praktijk betekent
dit dat gemeenten eerst een poging tot een minnelijk traject moeten doen alvorens
zij over kunnen gaan tot begeleiding richting een WSNP traject.3 Dit wordt ook als zodanig beschreven in het rapport «Hindernisbaan zonder finish»
van de Nationale ombudsman. Hierdoor duurt het in sommige gevallen onnodig lang voordat
schuldenaren schuldenvrij kunnen worden.
De indiener beoogt met dit amendement ruimte te creëren voor gemeenten om sneller
over te gaan tot het begeleiden richting een WSNP-traject. De toevoeging «ofwel dat
toepassing van de schuldsaneringsregeling om andersoortige redenen is gerechtvaardigd»
is met reden ruim opgezet. De indiener wil gemeenten hiermee de ruimte geven om maatwerk
te kunnen toepassen. Wel ziet de indiener in hoofdzaak twee situaties waarbij dit
het geval kan zijn. Enerzijds wanneer een schuldenaar al langere tijd gebruik heeft
gemaakt van een andere vorm van schuldhulpverlening zoals budgetbeheer of onder schuldenbewind
heeft gestaan. In deze gevallen is de stabilisatiefase van schuldhulpverlening vaak
al doorlopen. Het kan dan in het belang van zowel schuldenaar als schuldeiser zijn
dat er niet eerst nog een poging tot een minnelijk traject doorlopen hoeft te worden.
Anderzijds is in sommige gevallen op voorhand vast te stellen dat een WSNP-traject
de voorkeur verdient boven een poging tot een minnelijke oplossing. Bijvoorbeeld omdat
bij voorbaat duidelijk is dat een minnelijke schuldregeling weinig tot geen kans van
slagen heeft. Dit amendement geeft gemeenten meer mogelijkheden om hier maatwerk toe
te passen.
Ook verschaft het rechters een expliciete grond op basis waarvan zij een verzoekschrift
tot toelating kunnen goedkeuren zonder dat een verzoeker eerst een (mislukte) poging
tot een minnelijk traject heeft hoeven doorlopen. Dit is in lijn de oproep van de
Nationale ombudsman dat de Wsnp-rechter altijd de ruimte moet krijgen om maatwerk
te leveren en rekening te houden met de omstandigheden en de belangen van de verzoeker.4 Uiteraard zal ook bij een beroep op deze grond moeten worden gemotiveerd waarom toelating
tot de WSNP gerechtvaardigd is. Dit kan opgenomen worden in de modelverklaring artikel 285 Fw.
Kat
Ceder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Kat, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Don Ceder, Tweede Kamerlid