Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de hongersnood in Sri Lanka
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de hongersnood in Sri Lanka (ingezonden 15 april 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 23 mei
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «In Sri Lanka, Organic Farming Went Catastrophically
Wrong» van Foreign Policy1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was uw ministerie sinds het begin bekend met het experimentele Sri Lankaanse landbouwbeleid
in haar agrarische sector?
Antwoord 2
De Ministeries van BZ en LNV waren op de hoogte van het besluit van de Sri Lankaanse
regering om over te stappen op 100% biologische landbouw met een verbod op de import
van kunstmest en agro-chemicaliën in april 2021 als gevolg.
Vraag 3
Zou u met de Kamer de communicatie kunnen delen die de Nederlandse ambassade in Sri
Lanka heeft gedeeld met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het experimentele landbouwbeleid in Sri
Lanka?
Antwoord 3
De Nederlandse ambassade in Sri Lanka heeft de ministeries in haar vertrouwelijke
berichtgeving geïnformeerd over het besluit om 100% biologische landbouw in te voeren
in Sri Lanka met de introductie van het verbod op de import van kunstmest en agro-chemicaliën
in april 2021 als belangrijkste maatregel. Daarbij werd in de berichtgeving kort stilgestaan
bij de consequenties van deze keuze, zoals lagere productie, stijgende prijzen en
het risico voor de voedselzekerheid in Sri Lanka. Bovendien werd deze beleidskeuze
geplaatst in het bredere kader van de economische en politieke uitdagingen waarmee
het land al geruime tijd kampt. Ook is bericht over het recente terugdraaien van het
verbod vanwege tegenvallende oogsten. Het artikel Sri Lanka wil organisch worden2 is ook gepubliceerd op de website van de RVO.
Vraag 4
Heeft Nederland of de Nederlandse agrarische sector een poging gedaan President Gotabaya
Rajapaksa te adviseren toen hij een verbod op gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest
besloot af te vaardigen en daardoor 2 miljoen Sri Lankaanse boeren werden verplicht
biologische landbouw te bedrijven? Zo ja, wat hield dit advies in? Wat is hiermee
gedaan door de Sri Lankaanse regering? Zo nee, waarom is de Nederlandse kennis over
het gevaar van dit beleid niet gepresenteerd richting de regering in Sri Lanka?
Antwoord 4
Vooropgesteld is het uiteraard aan een land zelf om de eigen beleidskeuzes te maken.
Wel heeft Nederland, evenals de EU, in contacten met relevante spelers de zorgen over
deze beleidskeuze en de wijze van implementatie uitgesproken, onder andere in een
gesprek met de premier. In deze contacten is gedeeld dat de ambassade bereid is om
Nederlandse kennis en ervaring op dit terrein te delen met de Sri Lankaans autoriteiten,
zoals Nederland al doet via uitwisselingen en trainingen in onder andere de land-
en tuinbouwsector.
Om kennis over stapsgewijze hervormingen naar meer duurzame landbouw te delen, heeft
de Ambassade in maart 2022 een webinar over (de overstap op) duurzame en biologische landbouw voor de Nederlandse en Sri
Lankaanse landbouwsector georganiseerd3. De ambassade heeft ook een tuinbouwsectoronderzoek4 laten uitvoeren die in een workshop in juli 2021 is gepresenteerd, waarin de uitdagingen
en mogelijkheden van duurzame en biologische landbouw in Sri Lanka uitgebreid zijn
besproken.
Vraag 5
Wat gaat u doen om andere ontwikkelingslanden te proberen te beletten voor dezelfde
beleidsfouten en haar gevolgen?
Antwoord 5
Er zijn geen aanwijzingen dat de OS-partnerlanden waarmee Nederland samenwerkt op
het gebied van landbouw een beleid naar Sri Lankaans voorbeeld overwegen.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het resultaat van het Sri Lankaanse landbouwbeleid sinds het aantreden
van President Gotabaya Rajapaksa?
Antwoord 6
Het besluit van de president om per direct, zonder overgangsperiode en voldoende voorbereidingen
door de sector, over te stappen op biologische landbouw en het verbod op de import
van kunstmest en agro-chemicaliën hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. In
zijn speech op maandag 18 april 2022 heeft de president zelf ook aangegeven dat zijn
beslissing om de import van kunstmest en agro-chemicaliën te verbieden een foute was.
Vraag 7
Welke lessen trekt u uit het grootschalige experiment in Sri Lanka?
Antwoord 7
Dit experiment bevestigt wat reeds bekend was, namelijk dat er niet een exclusief
model van landbouwontwikkeling bestaat en dat een transitie naar een duurzamere vorm
van landbouw bij voorkeur geleidelijk moet plaatsvinden.
Vraag 8
Bent u bereid onderzoek te laten doen naar de lessen die we kunnen trekken uit het
Sri Lankaanse landbouwbeleid voor het beleid in Nederland en de Europese Unie?
Antwoord 8
Het besluit van de Sri Lankaanse regering en de wijze waarop dit tot stand is gekomen
is dermate rigoureus en afwijkend van de Nederlandse besluitvormingsprocedure dat
ik het niet nodig acht onderzoek te laten uitvoeren naar de lessen die we kunnen trekken
uit dat beleid.
Vraag 9
Deelt u de angst dat beleid wat het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen
doet afnemen kan leiden tot een afname in voedselzekerheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, niet per definitie. Het belang van voedselzekerheid is leidend. Dat wordt niet
alleen bereikt door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. In geval van
overmatig gebruik van deze stoffen kan dit leiden tot afname van de voedselzekerheid
en gezondheidsrisico’s voor de mens en het milieu. Het is daarom belangrijk dat kunstmest
en gewasbeschermingsmiddelen zorgvuldig en met terughoudendheid worden toegepast,
binnen ecologische, maatschappelijke en economische randvoorwaarden.
Vraag 10
Bent u het eens met de conclusies in het artikel dat biologische landbouw geschikt
is voor een niche in de consumentenmarkt, maar niet voor het grootschalig voeden van
een groeiende wereldbevolking?
Antwoord 10
In Nederland is biologische landbouw momenteel een niche, maar ontwikkelt het kabinet,
in lijn met Europese doelstellingen, een nationale strategie biologische productie
en consumptie voor de mogelijke groei van de sector, passend binnen de Nederlandse
context. Er is geen landbouwmodel dat exclusief kan claimen de wereldbevolking te
kunnen voeden. Zie ook vraag 7.
Vraag 11
Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse landbouwproductie als we met onmiddellijke
ingang gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest verbieden?
Antwoord 11
Bij een onmiddellijk verbod op gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest zal de Nederlandse
landbouwproductie fors dalen, vanwege plagen en ziekten die gewassen zullen aantasten
en vanwege gebrek aan nutriënten die niet volledig met natuurlijke meststoffen zijn
op te vangen.
Vraag 12
Wat is de invloed van organisaties met een financieel belang bij het inperken van
gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest op het Nederlandse landbouwbeleid? Dit mede
in relatie tot het artikel waarin wordt geanalyseerd dat het Sri Lankaanse landbouwbeleid
werd bepaald door de Viyathmaga-beweging, waarin de financiele belangen meespeelden
van organisaties die winst behaalden bij het afbouwen van gewasbeschermingsmiddelen
en kunstmest.
Antwoord 12
Er is in Nederland volop debat over de wijze waarop we de transitie naar duurzame
voedselproductie vormgeven. Maatschappelijke organisaties en bedrijven nemen daar
aan deel en trachten hun standpunten onder de aandacht te brengen van de politiek,
de media en bij andere betrokken partijen. Organisaties die een financieel belang
hebben bij het inperken van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest, hebben geen wezenlijk
andere invloed dan organisaties die een belang hebben bij het gebruik en het tegendeel
bepleiten. De argumenten op basis waarvan we in het debat tot besluiten komen worden
uiteindelijk uitgewisseld in uw Kamer.
Vraag 13
Welke belangenorganisaties en denktanks hebben in het verleden of hedendaags bij het
ministerie bepleit dat Nederland kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen uitfaseerd
of het gebruik ervan drastisch verminderd?
Antwoord 13
In het debat over de reductie van het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen
worden vele stemmen gehoord. Zo hield de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
op 12 januari 2022 een rondetafelgesprek over gewasbeschermingsmiddelen en heeft de
vaste commissie van LNV recent een brief ontvangen van tien maatschappelijke organisaties
die pleiten voor een reductie van gebruik en risico’s van gewasbeschermingsmiddelen.
De Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma, die
is opgesteld in samenwerking met Agrodis, Artemis, Cumela, Fedecom, LTO Nederland,
Natuur en Milieu, Nefyto, Plantum, UvW en VEWIN, richt zich op een transitie naar
weerbare planten en teeltsystemen waardoor de behoeft aan gewasbeschermingsmiddelen
afneemt en daardoor ook het gebruik en de risico’s.
Vraag 14
Wat was de reactie van de Nederlandse delegatie naar de VN klimaattop in Glasgow op
de speech van President Gotabaya Rajapaksa waarin hij het succes van zijn «agrarische
revolutie» verkondigde?
Antwoord 14
Het programma van de VN klimaattop voorziet formeel niet in reacties op de nationale
speeches die worden gehouden. De Nederlandse delegatie heeft hierover geen contact
gehad met delegatie uit Sri Lanka.
Vraag 15
In welke mate heeft deze toespraak effect gehad op de besluitvorming tijdens de top?
Antwoord 15
Besluitvorming vindt met name plaats in de tweede week van de klimaattop over de onderhandelingsonderwerpen
en staat los van de gehouden speeches. Het indirecte effect van speeches valt niet
vast te stellen.
Vraag 16
Heeft de Nederlandse delegatie de foutieve claims van President Gotabaya Rajapaksa
richting andere delegaties weerlegd?
Antwoord 16
De Nederlandse delegatie heeft niet met andere delegaties over deze speech gesproken.
Vraag 17
Bent u op de hoogte dat ongeveer 4 miljard mensen wereldwijd afhankelijk zijn voor
hun voedselvoorziening van de toegenomen agrarische productiecapaciteit door gewasbestrijdingsmiddelen
en kunstmest? In welke mate speelt dit mee in het Nederlandse buitenlandbeleid?
Antwoord 17
Het kabinet erkent het belang van gebruik van agrochemicaliën voor de wereldwijde
voedselproductie. Het kabinetsbeleid in deze is gericht op een zorgvuldige toepassing
van deze middelen, dat wil zeggen op een manier die veilig en rendabel is voor de
boer en duurzaam en gezond voor mens, maatschappij en milieu.
Vraag 18
Zou u deze vragen zo snel mogelijk elk afzonderlijk kunnen beantwoorden?
Antwoord 18
De vragen zijn zo snel als mogelijk, ieder afzonderlijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.