Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven : Verslag over het verzoekschrift van M.J.H. te T. betreffende afwijzing van een verzoek om kwijtschelding van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
35 977 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burger initiatieven
Nr. 8 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.J.H. TE T.2 BETREFFENDE AFWIJZING VAN EEN VERZOEK OM KWIJTSCHELDING VAN EEN AANSLAG INKOMSTENBELASTING/PREMIE
VOLKSVERZEKERINGEN
Vastgesteld op 18 mei 2022
Klacht
Verzoeker beklaagt zich over een afwijzende beslising op zijn verzoek om kwijtschelding
voor de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2018 terwijl
een dergelijk verzoek voor de aanslag over 2016 wel is verleend. Onder verwijzing
naar de jaarlijks terugkerende ziektekosten mede als gevolg van een aangeboren beperking,
voelt hij zich door de Belastingdienst onjuist behandeld.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Aangezien verzoeker kwijtschelding van IB/PVV over 2016 werd verleend, meende hij
daar in de volgende jaren ook recht op te hebben. De Belastingdienst sommeerde hem
zijn voorlopige aanslag voor 2017 te voldoen, hetgeen hij alleen kon nakomen door
huisraad te verkopen.
Toen hij vervolgens kwijtschelding wilde aanvragen, werd hem verzocht eerst de definitieve
aanslag te betalen waarvoor hij naar eigen zeggen geld heeft moeten lenen bij familie
en vrienden. Tot slot kreeg hij te horen niet voor kwijtschelding in aanmerking te
komen omdat hij kennelijk de middelen had om de aanslag volledig te voldoen. Een verzoek
om kwijt-schelding IB/PVV voor 2018 werd daarna evenmin gehonoreerd, ook niet nadat
verzoeker bij de directeur van de Belastingdienst in administratief beroep was gegaan.
De Staatssecretaris schrijft in zijn brief d.d. 5 juli 2021 met inlichtingen naar
aanleiding van deze klacht dat verzoeker geen beroep kan doen op een eerder verleende
kwijtschelding in daar op volgende gevallen. Kwijtschelding wordt verleend als geen
vermogen of betalings-capaciteit aanwezig is tenzij het niet betalen van de schuld
waarvoor kwijtschelding wordt verzocht aan belastingschuldige valt toe te rekenen.
De ontvanger heeft het verzoek om kwijtschelding afgewezen omdat hij de betalingscapaciteit
van verzoeker voldoende achtte. In de beroepsprocedure heeft de directeur de berekening
van de ontvanger gecontroleerd en juist bevonden. Voor de berekening van de betalingscapaciteit
worden uit het oogpunt van rechtsgelijkheid landelijk vastgestelde normbedragen gehanteerd,
die periodiek worden bijgesteld en aansluiten bij de bijstandsuitkeringen en rekening
houden met gezinssituatie en leeftijd.
De Staatssecretaris geeft aan de gezondheidsklachten van verzoeker te betreuren maar
dat de ontvanger uit het oogpunt van rechtsgelijkheid slechts beperkt rekening kan
houden met persoonlijke omstandigheden. De Belastingdienst heeft desgevraagd nader
onderzocht waarom verzoeker jaarlijks belastingaanslagen moet betalen en vastgesteld
dat zijn jaarinkomen hoger is dan waarmee bij de inhouding van de loonheffing rekening
is gehouden.
Overwegingen
Verzoeker voelt zich niet volwaardig genomen aangezien er wel geschermd wordt met
periodiek bijgestelde normbedragen maar geen rekening wordt gehouden met zijn persoonlijke
omstandigheden en lichamelijke gebreken. Hij betreurt het en vindt het discriminerend
dat de Belastingdienst niet of nauwelijks op zijn vele handgeschreven brieven heeft
gereageerd. Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken dat, nu zijn klacht als verzoekschrift
in behandeling is genomen, hij geen verzoek om aangifte IB/PVV voor 2020 heeft ontvangen.
Volgens de Staatssecretaris heeft de Belastingdienst wel gereageerd op de handgeschreven
brieven door verzoeker telkens een verzoekformulier toe te zenden die door hem ook
steeds, ingevuld en wel, werden geretourneerd. Op basis van de door verzoeker verstrekte
gegevens is vervolgens zijn betalingscapaciteit berekend. Aan hem is de mogelijkheid
geboden om de aanslag over 2018 van circa € 300 in 12 termijnen te voldoen. Dat verzoeker
niet is gevraagd over 2020 aangifte doen, komt omdat zijn aanslag over 2019 negatief
bleek te zijn.
De Staatssecretaris doet de toezegging dat de Belastingdienst in het vervolg wel telefonisch
contact zal opnemen met verzoeker, indien zijn contactgegevens bekend zijn.
Oordeel van de commissie3
De commissie betreurt het dat verzoeker, ondanks zijn slechte gezondheidssituatie,
door het nipt overschrijven van normbedragen, niet in aanmerking komt voor kwijtschelding
van belastingaanslagen. Ook wordt zijn betalingscapaciteit voldoende geacht. Dat neemt
niet weg dat de commissie begrip heeft voor het standpunt van de Staatssecretaris
dat deze casus geen aanleiding geeft de Belastingdienst te verzoeken om zijn beslissing
te herzien.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding aan de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, El Yassini
De waarnemend griffier van de commissie, Hessing-Puts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Z. El Yassini, voorzitter van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier