Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht 'NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken'
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken» (ingezonden 4 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
16 mei 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de getroffen inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen
die zich afvragen of hun woning ooit nog veilig bewoond kan worden?
Antwoord 2
Ik begrijp deze zorg van bewoners. Het is daarom van belang mensen zo snel als mogelijkheid
zekerheid te geven over de veiligheid van hun woning.
Vraag 3
Heeft de druk van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op het Rijk ervoor gezorgd
dat de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied in Groningen vertraging heeft
opgelopen? Zo ja, welke invloed heeft dit op de veiligheid van de woningen in het
getroffen gebied?
Antwoord 3
De reactie van NAM op de versterkingsoperatie heeft geen gevolgen voor de uitvoering
door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), laat staan de veiligheid van de woningen.
De NCG en gemeenten voeren de versterking uit. NAM staat op afstand van de uitvoering.
Het Rijk belast de kosten van de versterkingsopgave door aan NAM. Doorbelasting vindt
achteraf plaats en staat nadrukkelijk los van de uitvoering van de versterkingsoperatie
door de NCG en de gemeenten.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het verweer van de NAM dat de overheid met verouderde normen werkt
waardoor de NAM het geld niet uit zou hoeven keren?
Antwoord 4
Dit betoog van NAM is onjuist. De laatste inzichten worden gebruikt bij de versterkingsoperatie.
NAM moet de volledige kosten voor de versterkingsoperatie betalen. Het Rijk en NAM
verschillen hierover van mening. NAM is inmiddels een arbitrage gestart (Kamerstuk
33 529, nr. 947). De discussie zal in het kader van deze arbitrage verder worden gevoerd.
Vraag 5
Biedt de huidige constructie, waarbij de NAM via een joint venture voor de schades
en versterking blijft betalen, maar waarbij de overheid bepaalt welke schade door
aardbevingen wordt veroorzaakt, aanwijst welke huizen onveilig zijn en hoe die huizen
moeten worden versterkt, nog wel voldoende grondslag om de NAM op te laten draaien
voor alle versterkingskosten?
Antwoord 5
NAM betaalt de kosten voor schade op grond van een heffing die wordt opgelegd op grond
van de Tijdelijke wet Groningen. De versterkingskosten worden nog gefactureerd op
grond van de interim- betaalovereenkomst Groningen. Als de wijziging van de Tijdelijke
wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen,
in werking is getreden worden ook de kosten voor versterken via een wettelijke heffing
op NAM verhaald. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529, nr. 916) voldoen de wettelijke heffing en juridisch bindende overeenkomsten met NAM om de
kosten voor de versterking te verhalen.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de verhouding tussen de Staat en de NAM nu dit najaar naar buiten
kwam dat beide partijen zich voorbereiden op een juridische strijd?2
Antwoord 6
NAM en de Staat verschillen van mening over de uitvoering van het schadeherstel en
de versterking. Bij brief van 31 maart 2021 heeft de toenmalig Minister van Economische
Zaken en Klimaat aangegeven dat de mogelijkheid dat de discussies met NAM uitmonden
in juridische procedures reëel is en dat het kabinet zich daarop voorbereidt (Kamerstuk
33 529, nr. 866). In mijn brief van 4 februari jl. heb ik aangegeven teleurgesteld te zijn in de
keuze van NAM de kosten juridisch te betwisten (Kamerstuk 33 529, nr. 947). Het staat NAM echter vrij dit te doen. Dit verandert niets aan de opstelling van
de Staat dat alle kosten die in rekening kunnen worden gebracht bij NAM, in rekening
worden gebracht.
Vraag 7
Deelt u de zorg van de getroffen inwoners dat een juridische strijd de versterkingsoperatie
alleen maar langer laat duren? Hoe voorkomt u dat inwoners van het aardbevingsgebied
de dupe worden van onduidelijke afspraken tussen de Staat en de NAM?
Antwoord 7
Veel bewoners wachten al lang op de versterking van hun huis. Bewoners voelen zich
onveilig in hun eigen huis. Daarom wordt door de NCG alles op alles gezet om met de
regionale overheden de versterking te versnellen.
De noodzakelijke versnelling is niet afhankelijk van NAM. Het standpunt van NAM over
de versterkingsoperatie heeft geen gevolgen voor de uitvoering door de NCG. De NCG
en gemeenten voeren de versterking uit, discussies over de kosten worden achteraf
met NAM gevoerd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vraag 8
Kunt u zich voorstellen dat inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen het vertrouwen
in de overheid kwijtraken?
Antwoord 8
Het vertrouwen in Groningen kan alleen hersteld worden door uitvoering te geven aan
de gemaakte afspraken. Daarom is het zo van belang dat NAM geen invloed meer heeft
op de ingezette koers in Groningen. De discussie met NAM wordt met het ministerie
gevoerd maar heeft geen gevolgen voor Groningers.
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de getroffen inwoners van het aardbevingsgebied zo snel
mogelijk weer in een veilige woning kunnen wonen?
Antwoord 9
Het meerjaren versterkingsplan (MJVP), waarover toenmalig Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer eind vorig jaar heeft geïnformeerd, bevat de
planning om de versterkingsoperatie in 2028 af te ronden (Kamerstuk 33 529, nr. 911). Op 29 maart 2022 heb ik uw Kamer tevens geïnformeerd over de aanpak van de NCG
om te zorgen dat daarvoor voldoende uitvoeringscapaciteit beschikbaar is (kenmerk
2022Z06012).
Uw Kamer ontvangt voor het commissiedebat van 19 mei 2022 nog een brief met de meest
recente stappen om vaart te brengen in de versterkingsoperatie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.