Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over boomverbrandingen voor biomassa
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Klimaat en Energie over complete boomverbrandingen voor biomassa (ingezonden 6 april 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 16 mei 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2508.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rapport prikt belofte Timmermans door: complete bomen
gebruikt voor biomassa» en het rapport «Future on Fire», waaruit blijkt dat nog altijd
complete bomen worden verbrand in biomassacentrales?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u zich herinneren dat u op eerdere Kamervragen over biomassa hebt geantwoord
«dat u het beeld niet herkent dat hele bossen gekapt worden voor de productie van
houtpellets»? (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019/20, nr. 3212) Staat u nog steeds achter deze woorden? Zo ja, hoe valt dat te rijmen met bovengenoemd
rapport, waaruit het tegendeel blijkt?
Antwoord 2
Ja, echter deel ik uw conclusie niet dat uit het bovengenoemd rapport het tegendeel
blijkt. Uit het rapport valt niet af te leiden waarvoor de gefotografeerde boomstammen
dienen en wat de staat van deze boomstammen is, zoals de rapporteurs in het rapport
«Future on Fire» ook zelf concluderen. Goede boomstammen zijn in de regel niet winstgevend
voor energietoepassingen en worden voor bijvoorbeeld de productie van meubels ingezet,
waar ze een grotere winstmarge opleveren. Het benutten van hout van slechtere kwaliteit,
bijvoorbeeld door ziekte en rotting, voor de productie van energie kan wel aantrekkelijk
zijn. Daarbij kan energieproductie met houtpellets in Nederland alleen voor subsidie
in aanmerking komen mits voldaan is aan strenge duurzaamheidscriteria. Signalen over
eventuele misstanden worden serieus genomen, zoals ook blijkt aan het lopende onderzoek
door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) na signalen uit Estland. De NEa komt naar
verwachting eind Q2 met zijn bevindingen, die zal ik dan delen.
Vraag 3
Kunt u zich herinneren dat u op eerdere Kamervragen hebt geantwoord «serieus te kijken
naar de herkomst van biomassa»? (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2020/21,
nr. 2432) Wat is er tot dusverre van dit «kijken» terechtgekomen? Wat verandert genoemd rapport
aan uw «kijk op biomassa»?
Antwoord 3
Ja. De kijk op biomassa van dit kabinet is toegelicht in de Kamerbrief over de beleidsinzet
biogrondstoffen die op 22 april jl. naar de Tweede Kamer is verzonden (Kamerstuk 32 813, nr. 1039). Het kabinet zet zich in voor strenge duurzaamheidseisen voor biogrondstoffen en
wil de inzet van biogrondstoffen voor hoogwaardige toepassingen stimuleren en voor
laagwaardige toepassingen afbouwen.
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 2 worden signalen over eventuele misstanden
serieus genomen. Daarom voert de NEa momenteel op verzoek van mijn voorganger een
onderzoek uit naar de werking van het systeem waarmee de duurzaamheid van biomassa
voor energietoepassingen wordt aangetoond. Ik wacht de conclusies van dit onderzoek
af, deze worden aan het einde van het tweede kwartaal van 2022 verwacht.
Vraag 4
Wat vindt u van de uitspraak van IPCC-voorzitter Hoesung Lee dat «vooral westerse
landen beleid hebben ingevoerd om ontbossing tegen te gaan»?2 Hoe strookt dat met de ramp die biomassa heet?
Antwoord 4
Het is van groot belang dat er in Nederland en wereldwijd meer bos kan groeien. Dat
is nodig voor de biodiversiteit, natuurbehoud en het tegengaan van klimaatverandering.
Dat kan samengaan met het gebruik van biogrondstoffen, zolang er sprake is van duurzame
biogrondstoffen en ingezet wordt op zo beperkt en hoogwaardig mogelijk gebruik. Daar
richt het kabinet zich op. Ook in de Europese Unie zet het kabinet zich daarom in
voor het aanscherpen van de duurzaamheidseisen.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat het doel van klimaatbeleid nog altijd CO2-reductie is? Hoe kan het dan dat er, als onderdeel van dat klimaatbeleid, nog altijd
volop biomassa wordt verstookt, terwijl daarbij niet minder maar juist méér CO2 vrijkomt dan bij kolen en gas? Deelt u de conclusie dat klimaatbeleid van tegenstrijdigheden
aan elkaar hangt?
Deelt u de mening dat het pure volksverlakkerij is dat biomassa desondanks «klimaatneutraal»
is verklaard en daarom de CO2-uitstoot hiervan niet wordt meegerekend in de klimaatboekhouding? Wanneer maakt u
een einde aan deze klimaatoplichterij?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet streeft inderdaad naar de reductie van de uitstoot van CO2op de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Biogrondstoffen kunnen klimaatneutraal
zijn als onderdeel van een kringloop waar in de groeifase CO2 uit de lucht wordt opgenomen, waarna diezelfde hoeveelheid CO2 weer vrijkomt bij de energieopwekking. Het uitgangspunt van het kabinet is dat alleen
duurzame biogrondstoffen werkelijk bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering.
Hiertoe moet de gebruikte biomassa voldoen aan strikte criteria.
Vraag 7
Bent u nog steeds van mening dat biomassa «een noodzakelijk alternatief is voor het
gebruik van aardgas»? Waar blijft trouwens uw anderhalf jaar geleden aangekondigde
afbouwpad voor het gebruik van biomassa?
Antwoord 7
Biogrondstoffen zijn van groot belang om een klimaatneutrale en circulaire economie
te bereiken in 2050. Een aanzienlijk deel van onze economie en levenswijze is momenteel
gebaseerd op het gebruik van primaire fossiele grondstoffen en minerale delfstoffen.
Om de klimaat- en circulariteitsdoelen te halen moet deze afhankelijkheid zover mogelijk
gereduceerd worden door het grondstoffenverbruik te verminderen, grondstoffen opnieuw
te gebruiken en te vervangen door hernieuwbare alternatieven. Leidend bij de inzet
van biogrondstoffen is dat duurzame biogrondstoffen alleen ingezet worden wanneer
dit past in het eindbeeld van de klimaatneutrale en circulaire economie of in de transitie
daarnaartoe. Daar waar duurzame alternatieven op korte termijn beschikbaar komen,
zal dit op termijn leiden tot een afbouw van de subsidie op de inzet van biogrondstoffen
voor die toepassingen.Met de brief van 22 april jl. heeft het kabinet het aangekondigde
afbouwpad aan uw Kamer toegezonden. Daarbij heeft het kabinet besloten onmiddellijk
te stoppen met het afgeven van nieuwe subsidies voor lagetemperatuurwarmte uit houtige
biogrondstoffen.
Vraag 8
Hoe reageert u op de uitspraak van dhr. Bookelmann (houtbedrijf Van den Broek): «Ik
zie de laatste tijd in de markt dat er te goed hout wordt opgekocht voor biomassa.
Dat krijg je nu er mede dankzij de subsidies te veel biomassacentrales zijn gebouwd»?
Deelt u de conclusie dat uw miljardensubsidies voor biomassa een ordinair verdienmodel
is dat deze klimaatoplichterij en -geldklopperij in stand houdt?
Antwoord 8
Zoals toegelicht in mijn antwoord op vragen 2 en 4, is het van groot belang dat er
meer bos kan groeien. Dat kan samengaan met het gebruik van biogrondstoffen, zolang
er sprake is van duurzame biogrondstoffen en er ingezet wordt op zo beperkt en hoogwaardig
mogelijk gebruik. Goede boomstammen zijn in de regel niet winstgevend voor energietoepassingen.
Daarbij kan energieproductie met houtpellets in Nederland alleen voor subsidie in
aanmerking komen, mits voldaan is aan strenge duurzaamheidscriteria.
Vraag 9
Kunt u een volledig overzicht verstrekken van alle vergunde en nog te vergunnen subsidiebeschikkingen
voor biomassa inclusief alle subsidiebedragen, looptijden en de herkomst van het hout?
Antwoord 9
In bijgevoegd3 overzicht zijn alle beschikkingen in beheer opgenomen voor verbranding van biomassa
voor de productie van energie. Dit overzicht is van april 2022. De Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (RVO) publiceert regelmatig een update van de status van beschikkingen
in beheer op hun website4.
De subsidieaanvragen van de SDE++ 2021 zijn nog in behandeling. Zoals gebruikelijk
zal ik hierover rapporteren nadat de beoordeling van de aanvragen is afgerond. De
gecommitteerde subsidiebedragen zijn aanzienlijk hoger dan de daadwerkelijke kasuitgaven,
omdat projecten meestal niet op maximaal vermogen produceren en de subsidie daalt
als de energieprijzen stijgen.
De herkomst van het hout is niet bekend per project. Dit komt omdat het bedrijfsvertrouwelijke
informatie betreft. Wel kan ik u voor algemene informatie over de herkomst van biogrondstoffen
voor energietoepassingen verwijzen naar de jaarrapportage van het Platform bioEconomie
(PBE) over het jaar 20205. Deze geeft een geaggregeerd beeld over de herkomst van houtige biomassa voor energieopwekking.
Het Platform bioEconomie is een sectororganisatie van organisaties actief in de biogrondstoffen.
Dit rapport is in opdracht van PBE opgesteld door Biomass Research en tot stand gekomen
door enquêtes bij producenten van bioenergie. De gegevens zijn niet nader geverifieerd.
Vraag 10
Bent u ertoe bereid de bestaande subsidiebeschikkingen in te trekken en per direct
volledig te stoppen met biomassa?
Antwoord 10
Nee, hiertoe ben ik niet bereid. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven heeft
het kabinet heeft besloten onmiddellijk te stoppen met het afgeven van nieuwe subsidies
voor lagetemperatuurwarmte uit houtige biogrondstoffen. Voor de productie van uitsluitend
elektriciteit uit houtige biogrondstoffen worden reeds geen nieuwe subsidies meer
afgegeven. Het is onbetrouwbaar om als overheid reeds afgegeven subsidies in te trekken
tijdens de looptijd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.