Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Minhas over het dreigende capaciteitstekort voor spoorgoederenvervoer door werkzaamheden aan het derde spoor
Vragen van het lid Minhas (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het dreigende capaciteitstekort voor spoorgoederenvervoer door werkzaamheden aan het derde spoor (ingezonden 15 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 13 mei
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de voorgenomen dubbelsporige stremming van 20 weken bij de grensovergang
Emmerich voor de Betuweroute door de werkzaamheden aan het derde spoor tussen het
Duitse Wesel en Friedrichsfeld?
Antwoord 1
Ja. DB Netz en ProRail hebben in goede samenwerking gezocht naar een optimale afstemming
van deze werkzaamheden in de periode tussen eind 2024 en medio 2026; zie ook de brief
van mijn voorganger van 14 december 2021 (Kamerstuk 29 984, nr. 953). Deze afstemming omvat inderdaad het voornemen van een dubbelsporige stremming van
20 (niet aaneengesloten) weken bij de grensovergang Zevenaar / Emmerich.
Vraag 2
Heeft u in beeld of de omleidcapaciteit van het goederenvervoer – dat zal worden omgeleid
via de grensovergangen bij Venlo en Oldenzaal – volstaat om alle goederentreinen af
te wikkelen?
Antwoord 2
Eerder heeft mijn voorganger ProRail gevraagd om in samenspraak met de Stuurgroep
Derde spoor Duitsland een Plan van Aanpak op te stellen voor de langdurige werkzaamheden
in 2024, 2025 en 2026. De Stuurgroep Derde spoor Duitsland adviseert mij binnenkort
hierover. Dit advies zal ik met uw Kamer delen.
Vraag 3
Klopt het dat de goederentreinen met gevaarlijke stoffen bij voorkeur over de Betuweroute
gestuurd zullen worden? Welke route zullen deze specifieke goederentreinen gaan rijden
als dit niet mogelijk is?
Antwoord 3
Het klopt dat goederentreinen met gevaarlijke stoffen bij voorkeur over de Betuweroute
rijden mits daarvoor ook aansluitende capaciteit beschikbaar is op het Duitse spoorwegnet.
Als dit niet mogelijk is, rijden deze treinen de reguliere omleidingsroutes via de
grensovergangen bij Venlo en Oldenzaal.
Vraag 4
Klopt het dat de omleiding van het spoorgoederenvervoer meer geluid en trillingen
zal veroorzaken in de omgeving van de omleidingsroute via de grensovergangen bij Venlo
en Oldenzaal? Zo ja, welke inzet gaat u verrichten om overlast en hinder te voorkomen?
Antwoord 4
Het is onvermijdelijk dat extra verkeer door omgeleide treinen tot meer overlast en
hinder zal gaan leiden. Het omgaan met omgevingshinder is onderdeel van het Plan van
Aanpak waarover de Stuurgroep Derde spoor Duitsland mij binnenkort zal adviseren.
Vraag 5
Heeft u in beeld wat het capaciteitstekort zal beteken voor de aan- en afvoer van
goederen tussen Nederland en het Europese achterland en in welke mate dit de concurrentiepositie
schaadt van de Nederlandse havens en inland terminals?
Antwoord 5
Voor zover het capaciteitstekort bij dubbelsporige stremmingen onvoldoende met maatregelen
gemitigeerd kan worden, kan sprake zijn van gevolgen voor de aan- en afvoer van goederen
tussen Nederland en het Europese achterland. Inzet is om dit zoveel mogelijk te beperken,
mede daarom is aan ProRail gevraagd om tijdig een Plan van Aanpak op te stellen.
Vraag 6
In hoeverre kan alternatief busvervoer tijdens de omleidperiode het capaciteitsknelpunt
verlichten zoals in de afgelopen jaren ook gebeurde tijdens werkzaamheden aan het
spoor? Ben u bereid hierover afspraken te maken met de verantwoordelijke Duitse partijen?
Zo ja, welke?
Antwoord 6
Grensoverschrijdende verbindingen zijn belangrijk. Ik wil daar niet licht mee omgaan.
Voordat eventueel tot alternatief busvervoer overgegaan wordt, dienen alle opties
goed afgewogen te worden. Als dan blijkt dat alternatief busvervoer een effectief
middel is om uiteindelijk meer grensoverschrijdend spoorverkeer voor reizigers en
goederen mogelijk te maken, dan kunnen daarover met de verantwoordelijke Duitse partijen
afspraken gemaakt worden. Ook op dit punt wacht ik het Plan van Aanpak en het advies
van de Stuurgroep Derde spoor Duitsland af.
Vraag 7
Heeft u in beeld of – en zo ja, hoeveel – reizigers extra reistijd kunnen verwachten
als gevolg van deze voorgenomen stremming? Hoe gaat u deze reistijd minimaliseren?
Antwoord 7
Het lijkt onvermijdelijk dat ook het reizigersvervoer consequenties zal ondervinden
van de voorgenomen stremming. Het Plan van Aanpak van ProRail zal aangeven in welke
mate dat het geval is. Naar verwachting zal dat met name optreden bij de dubbelsporige
stremmingen.
Vraag 8
Kunt u aangeven of de spoorweginfrastructuur van de omleidingsroutes, de Brabantroute
in het bijzonder, voldoende beschikbaar en betrouwbaar is om hinder door werkzaamheden
te voorkomen?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in mijn antwoord op de eerste vraag hebben DB Netz en ProRail in
goede samenwerking gezocht naar een optimale afstemming van werkzaamheden. In het
Plan van Aanpak dat door ProRail wordt opgesteld, zal daarom ook aan de orde komen
in hoeverre omleidingsroutes beschikbaar zullen blijven voor spoorverkeer en welke
maatregelen daartoe door ProRail worden genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.