Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de gebrekkige uitvoering van sancties
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën over de gebrekkige uitvoering van sancties (ingezonden 30 maart 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 12 mei 2022).
Vraag 1 en 2
Wat is uw oordeel over bericht «Nederland niet doeltreffend met opsporen Russisch
vastgoed»?1
Bent u het ermee eens dat het uitermate pijnlijk is dat er nog niet of nauwelijks
werk is gemaakt van inbeslagname van vastgoed van Russen op de sanctielijst?
Antwoord 1 en 2
De actuele stand van zaken ten aanzien van de opsporing van vastgoed in Nederland
van personen en entiteiten op de sanctielijst is weergegeven in de kabinetsbrief van
22 april, nr. Min-BuZa.2022.387. Vastgoed van gesanctioneerde (rechts-)personen valt
onder de huidige sanctiemaatregelen in Nederland. Op basis van sanctieregelgeving
worden bezittingen niet in beslag genomen, deze worden enkel bevroren. Voor inbeslagname
is een strafvorderlijke titel nodig.
Het Kadaster heeft de sanctielijst zowel direct als indirect (via het UBO-register
in het Handelsregister) tegen de Basisregistratie Kadaster (BRK) aangehouden. Er was
geen match op natuurlijke personen en ook geen match op entiteiten. Gesprekken met
beroepsgroepen als bankiers, makelaars, notarissen, advocaten, trustkantoren en accountants
bevestigen het beeld dat Nederland weliswaar een aantrekkelijk internationaal handelsland
is, maar geen vastgoedmarkt heeft waar een investeerder ongemerkt een miljard euro
aan panden aan- of verkoopt.
Nauwkeurige uitvoering van het sanctiebeleid is essentieel om de Russische elite hard
te raken in reactie op de Russische agressie in Oekraïne. Daarom zet het kabinet alles
op alles om te zorgen dat niets gemist wordt binnen de mogelijkheden die ons ter beschikking
staan. Zo wordt ook via het in de kabinetsbrief van 22 april genoemde datateam gekeken
of een relatie kan worden gelegd tussen BRK en personen op de sanctielijst.
Vraag 3
Klopt het dat geen van de leden van de interdepartementale werkgroep verantwoordelijk
is voor het traceren van vastgoed van Russen op de sanctielijst? Zo ja, kunt u met
spoed een taakverdeling maken, waarbij ook het kadaster wordt betrokken?
Antwoord 3
Het traceren van vastgoed van Russen op de sanctielijst gebeurt in samenwerking tussen
de Ministers van Justitie en Veiligheid, Financiën en de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening. Dit vanwege het feit dat zowel notarissen, banken als het
Kadaster een rol hebben bij het traceren van vastgoed en elk onder de verantwoordelijkheid
van een andere Minister vallen.
Notarissen hebben een poortwachtersfunctie, aangezien zij geen transacties mogen faciliteren
voor personen en entiteiten op de sanctielijst. Samen met de financiële sector zorgen
zij ervoor dat de sancties betreffende vastgoed worden nageleefd. Notarissen mogen
geen medewerking verlenen aan de verkoop of handel van onroerende goederen van gesanctioneerde
personen en entiteiten en moeten dit controleren. Daarnaast zijn transacties via de
financiële sector niet meer mogelijk sinds de inwerkingtreding van de sancties. Overtreding
van deze sancties betreft een economisch delict. Het Kadaster draagt – al dan niet
via tussenkomst van de dataroom als bedoeld in de kabinetsbrief van 22 april, nr. Min-BuZa.2022.387 –
zorg voor vergelijking van vergelijking van personen en entiteiten op de sanctielijst
met personen en entiteiten in de Basisregistratie Kadaster (BRK) en plaats in het
geval van een match een aantekening, zodat het voor elke notaris duidelijk is aan
welke vastgoedtransacties geen medewerking mag worden verleend.
Vraag 4
Hoe verklaart u dat andere landen reeds beslag hebben gelegd op vastgoed van Russische
oligarchen en Nederland dit tot op heden niet heeft gedaan?
Antwoord 4
Het Kadaster heeft gesanctioneerde personen op de sanctielijst vergeleken met de Basisregistratie
Kadaster (BRK). Omdat personen op de sanctielijst eigenaar kunnen zijn van bedrijven
die vastgoed bezitten, zijn bij de KVK gegevens over eigendom van bedrijven opgevraagd
en heeft onderzoek daarop plaatsgevonden. Uit dit onderzoek blijkt vooralsnog niet
dat personen op de sanctielijst rechthebbenden van vastgoed in de BRK zijn. Alle bovengenoemde
Kadasterchecks hebben ook plaatsgevonden voor wat betreft de BES-eilanden. Ook historische
mutaties van natuurlijke personen zijn gecheckt vanaf het moment dat deze op de sanctielijst
staan. Deze checks leverden evenwel ook geen resultaat op.
Het is niet uit te sluiten dat personen of entiteiten op de sanctielijst via ingewikkelde
eigendomsconstructies alsnog eigenaar blijken te zijn van vastgoed. Zoals aangegeven
in de kabinetsbrief van 22 april, nr. Min-BuZa.2022.387, wordt door het datateam actief
gezocht naar bezittingen van gesanctioneerde personen en entiteiten, voor het geval
die gemist mochten zijn.
Gesprekken met beroepsgroepen als bankiers, makelaars, notarissen, advocaten, trustkantoren
en accountants bevestigen verder het beeld dat Nederland weliswaar een aantrekkelijk
internationaal handelsland is, maar geen vastgoedmarkt heeft waar een investeerder
ongemerkt een miljard euro aan panden opkoopt. Het beeld is dat snel na het publiceren
van de sanctielijst verwerking in hun signaleringssystemen heeft plaatsgevonden en
dat er geen reden is te veronderstellen dat er daarna nog grootschalig vermogen kon
worden onttrokken.
In de kabinetsbrief van 22 april, nr. Min-BuZa.2022.387 is de stand van zaken verwerkt
ten aanzien van de opsporing van vastgoed in Nederland van personen en entiteiten
op de sanctielijst.
Vraag 5 en 6
Heeft Nederland nog geen beslag op vastgoed gelegd omdat makelaars of notarissen transacties
inzake vastgoed niet met terugwerkende kracht hoeven te melden? Hoe gaat u ervoor
zorgen dat u deze meldingen alsnog ontvangt?
Hoe gaat u het beleid aanpassen om verhulling van vastgoed en andere bezittingen te
voorkomen?
Antwoord 4, 5 en 6
Zoals in het antwoord op vraag 1 en 2 genoemd worden op basis van de sanctieregelgeving
bezittingen niet in beslag genomen, deze worden enkel bevroren. Voor inbeslagname
van onroerende goederen is een strafvorderlijke titel nodig. Zoals gesteld in de kabinetsbrief
van 22 april, nr. Min-BuZa.2022.387, is na onderzoek gebleken dat er bij de naleving
van sancties in Nederland in het algemeen spoedig en naar behoren is gehandeld door
zowel private partijen, de toezichthouders als de uitvoeringsorganisaties. Daarnaast
is uit onderzoek en navraag naar voren gekomen dat er geen sprake lijkt te zijn van
substantiële niet bevroren bezittingen van gesanctioneerde rechtspersonen.
Voor makelaars en notarissen geldt momenteel alleen een meldplicht in het kader van
de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Maatregelen
als meldplicht in het kader van sancties en voorkomen van verhulling van vastgoed
en andere bezittingen hebben de aandacht van de Nationaal Coördinator. Deze komt zeer
binnenkort met een eindrapport.
Vraag 7
Hoe staat het met de uitvoering van mijn motie om snel met een voorstel te komen om
het toezicht op de naleving van sancties te versterken en zo nodig extra capaciteit
vrij te maken?2
Antwoord 7
Op maandag 4 april jl. is de nationale Coördinator voor Sanctienaleving en Handhaving
begonnen. Alle relevante departementen en uitvoeringsinstanties stellen minstens 1 FTE
capaciteit beschikbaar aan de interdepartementale taakgroep sancties. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken stelt naast de nationaal coördinator en de projectdirecteur
die leiding geeft aan de taakgroep 3 FTE beschikbaar ter ondersteuning. Behalve deze
capaciteit voor de taakgroep zijn dagelijks bij de relevante departementen en uitvoeringsinstanties
tientallen FTE belast met de naleving en handhaving van sancties.
Onder leiding van de Coördinator wordt de naleving van sancties en het toezicht daarop
gestroomlijnd. In dat proces zal aandacht zijn voor zowel verbeteringen op de korte
als de lange termijn. Dit wordt momenteel geïnventariseerd en uw Kamer zal over de
uitkomsten worden geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.