Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 097 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake mutaties in de huisvestingsportefeuille)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale
begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Toen duidelijk werd dat het huurcontract van het huidige kantoorpand
niet zou worden verlengd, zag het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich genoodzaakt
om op korte termijn een geschikt en haalbaar alternatief voor het kantoorpand te vinden.
Gezien de marktgevoeligheid en commerciële vertrouwelijkheid van het aankoopproces
konden de Kamers niet openbaar worden geïnformeerd en kon geen voorstel van wet tot
wijziging van een begrotingsstaat worden ingediend. Uw Kamer is op 7 januari jl. in
vertrouwelijkheid geïnformeerd over de destijds voorgenomen aankoop. Op het moment
van afronding van de definitieve koopovereenkomst werd uw Kamer openbaar geïnformeerd
middels een openbare kamerbrief en indiening van deze eerste suppletoire begroting
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2022. Er kon niet worden gewacht
tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal en zodoende is het kabinet
in het belang van het Rijk reeds gestart met de uitvoering. Hiermee wordt gehandeld
conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
1. Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte
van de Ontwerpbegroting 2022 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
Onderdeel 2 bevat voor het niet-beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van
beleid. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de
mutatie gegeven.
2. Niet-Beleidsartikelen
2.1 Artikel 7 Apparaat
Tabel 1 Niet beleidsartikel 7 Apparaat (1e incidentele suppletoire begroting) (bedragen x EUR 1.000)
Vastgestelde begroting inclusief amendementen
Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting
Stand 1e incidentele suppletoire begroting
Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting
Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting
Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting
Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
Verplichtingen
882.241
95.000
977.241
0
0
0
0
Uitgaven
882.241
60.000
942.241
0
35.000
0
0
7.1.1
Personele uitgaven
582.057
0
582.057
0
0
0
0
Eigen personeel
570.057
0
570.057
0
0
0
0
Inhuur extern
12.000
0
12.000
0
0
0
0
Overige personele uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
7.1.2
Materiele uitgaven
300.184
60.000
360.184
0
35.000
0
0
ICT
62.443
0
62.443
0
0
0
0
Bijdragen aan SSO's
49.461
0
49.461
0
0
0
0
Overige materieel
188.280
60.000
248.280
0
35.000
0
0
7.2
Koersverschillen
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
63.180
0
63.180
0
95.000
0
0
7.10
Diverse ontvangsten
63.180
0
63.180
0
95.000
0
0
7.11
Koersverschillen
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting verplichtingen en uitgaven:
Vanwege de aankoop van een kanselarij ten behoeve van de Permanente Vertegenwoordiging
van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de ambassade in Brussel worden enkele
mutaties op de begroting doorgevoerd. In 2022 wordt het uitgavenbudget verhoogd met
EUR 60 miljoen en vanwege gespreide betalingen wordt het uitgavenbudget ook in 2024
opgehoogd, met EUR 35 miljoen. De totale verplichting wordt wel in 2022 opgenomen.
Het aankoopbedrag wordt gedekt door toekomstige verkopen binnen de wereldwijde huisvestingsportefeuille
van het ministerie in 2024, waarover vanwege de marktgevoeligheid nog niet op vooruit
gelopen kan worden. Door een kasschuif worden deze ontvangsten naar de benodigde jaren
geschoven, zoals ook aangegeven in de Startnota kabinet-Rutte IV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.