Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Marijnissen over de uitspraken tijdens de ministerraad over het toeslagenschandaal
Vragen van het lid Marijnissen (SP) aan de Minister-President over de uitspraken tijdens de ministerraad over het toeslagenschandaal (ingezonden 20 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
11 mei 2022).
Vraag 1, 2 en 3
Hoe kijkt u terug op uw uitspraak tijdens de ministerraad van 14 april jl. waarbij
u zei dat u vreest dat de afwikkeling van het toeslagenschandaal nog jaren gaat duren?1
Op basis van welke informatie deed u deze uitspraken?
Is er over het toeslagenschandaal gesproken tijdens de ministerraad van 14 april?
Zo ja, wat is er precies besproken?
Antwoord 1, 2 en 3
Ook het kabinet wil graag dat de gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire zo
snel als kan worden geholpen. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Daar wil ik realistisch
in zijn, ook als dat soms een moeilijke boodschap is. In de ministerraad van 14 april
jl. stond de naar de Eerste- en Tweede Kamer te verzenden brief met de 10e Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag op de agenda. Deze is besproken en besloten
is om deze naar beide Kamers te zenden.2 Ouders kunnen zich tot 1 januari 2024 aanmelden voor de herstelregeling. Als een
ouder zich aanmeldt voor herstel worden alle publieke schulden gepauzeerd. Binnen
zes maanden krijgt een gedupeerde ouder te horen of zij recht heeft op € 30.000,–
en kort hierna starten de Belastingdienst, Toeslagen en alle publieke schuldeisers
met het kwijtschelden van publieke schulden van de gedupeerde ouder en diens partner.
Gedupeerden en hun partner kunnen daarnaast ook sinds 5 januari 2022 een verzoek bij
(Sociale Banken Nederland (SBN) indienen voor de overname en het oplossen van hun
private schulden. In de tussentijd geldt het moratorium en kunnen private schuldeisers
voor 12 maanden geen invorderingsmaatregelen nemen tegen de gedupeerde ouder of diens
partner. Tenslotte werkt UHT nauw samen met de gemeenten die de ouders op andere leefgebieden
ondersteuning kan bieden. Het forfaitaire bedrag van € 30.000,– en de uitgebreide
schuldenaanpak dienen er juist voor dat ouders niet in de financiële problemen komen.
De hersteloperatie zal dus nog geruime tijd na 1 januari 2024 doorlopen. Tenslotte
wordt momenteel ook de herstelregelingen voor kinderen, ex-partners en niet KOT uitgewerkt.
Uitvoering van deze regelingen zal ook tijd kosten.
Vraag 4
Heeft u enig idee hoe zo’n uitspraak op een persconferentie binnenkomt bij ouders
en kinderen die al jaren in de ellende zitten? Realiseert u zich dat zij op deze manier
alle vertrouwen in een snelle oplossing verliezen?
Antwoord 4
Het kabinet beseft terdege dat het ouders, kinderen en andere gedupeerden het als
heel moeilijk ervaren om te horen dat de hersteloperatie lang zal duren, en dat dit
het vertrouwen kan schaden. Alle inspanning is gericht op het belang om gedupeerden
recht te doen en hen te helpen om hun leven weer op de rit te krijgen. De realiteit
is dat het nog een aantal jaren zal duren om álle gedupeerden te helpen, daar wil
ik transparant over zijn. Herstel bieden vraagt om maatwerk, niet alleen financieel
maar juist ook emotioneel en op andere leefgebieden, en dat betekent dat eenvoudige
oplossingen niet altijd voorhanden zijn. Ook bij het aanvullende herstelbeleid speelt
dit een rol. Er is tijd nodig om een solide en samenhangende wettelijke basis aan
te brengen en de uitvoering hierop voor te bereiden. Ook is er tijd nodig om het grote
aantal aanmeldingen door (potentieel) gedupeerden zorgvuldig te behandelen, ondanks
de enorme opschaling die is doorgevoerd bij de betrokken organisaties.
Vraag 5
Het is 100 dagen geleden dat het kabinet Rutte 4 aantrad en tijdens de presentatie
van het coalitieakkoord noemde u dat u het vertrouwen wilde herstellen met aandacht
voor slachtoffers van de kinderopvangtoeslagenaffaire: erkent u dat dit totaal niet
is gelukt? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 5
Zoals in de aanbiedingsbrief en de 10e Voortgangsrapportage is weergegeven blijkt dat er enerzijds veel gedaan is maar er
ook nog veel te doen is. Per eind maart is voor ruim 25.000 ouders vastgesteld dat
zij gedupeerd zijn bij de kinderopvangtoeslag. Het aantal niet-gedupeerden bij de
kinderopvangtoeslag is, op basis van de eerste toetsen en integrale beoordelingen
die tot nu toe zijn gedaan, ongeveer net zo groot. Van alle aanvragers hebben circa
5.600 mensen nog geen eerste toets gehad. Voor hen moet nog duidelijk worden of zij
gedupeerd zijn. Zij krijgen hierover zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen zes maanden
na aanmelding, bericht. Gedupeerden hebben na de eerste toets direct recht op de Catshuisregeling
van € 30.000,– en het pauzeren en oplossen van hun schulden conform de regeling. Bij
de integrale beoordeling wordt bepaald of er meer moet worden uitgekeerd. Tot nu toe
is voor circa 11.000 ouders en overige aanvragers de beoordeling afgerond, waarvan
circa 4.000 versneld zijn beoordeeld of hebben afgezien van een beoordeling. Hieronder
zijn ook aanvragers die geen kinderen hebben, of nooit kinderopvangtoeslag hebben
aangevraagd. In totaal is inmiddels circa € 1 mld. aan herstelregeling uitbetaald
en daarnaast voor circa € 0,5 mld aan schulden kwijtgescholden. Daarnaast melden zich
nog altijd ouders als gedupeerden aan, het afgelopen kwartaal waren dat er circa 1.000
per maand. Zij krijgen allemaal een toets om te kijken of ze op korte termijn in aanmerking
komen voor de Catshuisregeling van € 30.000,– en daarnaast een beoordeling op basis
van de herstelregelingen.
Met het zich ontwikkelende herstel, met het eerlijke verhaal over wat er nog moet
gebeuren en de inspanning die geleverd wordt, hoopt het kabinet stap voor stap een
bijdrage te leveren aan herstel van vertrouwen. Het kabinet blijft daarover graag
met gedupeerden en uw Kamer in open gesprek.
Vraag 6
Was u ervan op de hoogte dat geen enkel bezwaar van de ouders tegen een afwijzing
of de geboden compensatie binnen de wettelijke termijn is behandeld? Zo ja, wanneer
wist u dit en welke stappen heeft u ondernomen om hier iets aan te doen? Wat vindt
u hiervan?
Antwoord 6
De voortgang van de hersteloperatie wordt op terugkerende basis in de ministerraad
besproken door de agendering van de opgestelde voortgangsrapportages. In eerdere voortgangsrapportages,
waaronder de 7e en 9e VGR, is er aandacht besteed aan de achterstanden bij bezwaarprocedures en het overschrijden
van wettelijke termijnen. In de 10e VGR is aangegeven dat er niet binnen de wettelijke termijn wordt beslist omdat door
het gegroeide aantal aanvragen meer bezwaren worden ingediend terwijl er onvoldoende
snel extra behandelcapaciteit kan worden aangetrokken. Ook speelt een grote rol dat
UHT nog onvoldoende capaciteit heeft om tijdig de benodigde dossiers aan te leveren
en te anonimiseren.
Het is natuurlijk belangrijk dat beslissingen binnen de wettelijke termijn worden
genomen. Omdat UHT bezwaren behandelt op volgorde van binnenkomst wordt momenteel
geen enkel bezwaar binnen de wettelijke termijnen afgerond. Als nieuwe bezwaren voorrang
zouden krijgen zou er vaker binnen de wettelijke termijn beslist kunnen worden. Dit
zou echter ten koste gaan van ouders die al lang wachten op de beslissing op hun bezwaar.
Het halen van termijnen is geen rechtvaardiging om van de volgorde van binnenkomst
af te wijken. Afwijking is alleen gerechtvaardigd als de urgentie van een zaak daar
aanleiding toe geeft.
In de 10e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag zijn daarom meerdere verbeteracties aangekondigd
die moeten leiden tot het teruglopen van de achterstanden in bezwaarfase, zonder dat
dit ten koste gaat van de rechtsbescherming van ouders. Zo wordt de capaciteit voor
het beschikbaar stellen van geanonimiseerde bezwaardossiers fors vergroot. Ook wordt
gestart met een pilot om, als alternatief voor formele bezwaarbehandeling, in te zetten
op mediators. Daarnaast is de Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) gestart met het
enkelvoudig horen (door één lid) in plaats van drie leden, in zaken die zich daarvoor
lenen, om zodoende meer leden vrij te maken om andere zaken te behandelen. De BAC
wordt opgeschaald evenals het team dat dossiers samenstelt en anonimiseert. Tenslotte
zet UHT ook vol in op het voorkomen dat ouders zich genoodzaakt voelen om bezwaar
in te dienen, door de informatievoorziening richting ouders te verbeteren. Ook wordt
vaker telefonisch contact gezocht met ouders naar aanleiding van een bezwaar, zodat
voor de situatie waarin een ouder slechts aanvullende vragen heeft, deze vragen kunnen
worden beantwoord en daarvoor geen bezwaarbehandeling bij de BAC hoeft te worden gestart.
Vraag 7
Was u op de hoogte van het feit dat het gemiddeld acht maanden duurt voordat een zaak
behandeld is bij de Commissie Werkelijke Schade? Zo ja, wanneer wist u dit en welke
stappen heeft u ondernomen om hier iets aan te doen?
Antwoord 7
In de 10e voortgangsrapportage is aangegeven dat de doorlooptijd gemiddeld circa acht maanden
betreft. In de voortgangsrapportage staat eveneens vermeld dat de opschaling van de
Commissie Werkelijke Schade (CWS) vrijwel geheel is afgerond en dat zaken die zich
daarvoor lenen voortaan sneller afgehandeld kunnen worden. Zo wordt beoogd de gemiddelde
doorlooptijd te verkorten naar drie tot zes maanden. De CWS beschikt inmiddels over
de daarvoor benodigde capaciteit en het streven is dat in de tweede helft van dit
jaar verzoeken binnen die termijn kunnen worden behandeld. Voorwaarde hiervoor is
dat het percentage aanvragen bij het CWS op hetzelfde niveau blijft en er geen nieuwe
werkzaamheden bijkomen. Om de advisering door CWS verder te verbeteren is per 1 mei
jl. een nieuwe coördinerend voorzitter aangetreden.
Vraag 8 en 9
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat de Belastingdienst zich opnieuw niet houdt
aan de Algemene wet bestuursrecht als het gaat om een redelijke termijn om een beslissing
te nemen?
Erkent u dat wanneer gedupeerden civiele zaken gaan beginnen, de Belastingdienst niet
kan wachten met het geven van het dossier aan de rechter? Zo ja, vindt u het wenselijk
dat mensen richting rechtszaken worden geduwd door het uitblijven van beschikkingen
door het uitblijven van dossiers van ouders?
Antwoord 8 en 9
Ik vind het spijtig dat de beslistermijnen niet worden gehaald en ik weet dat bij
UHT alles in het werk wordt gesteld om meer beoordelingen en bezwaarschriften binnen
de termijn te beslissen. Vanwege de grote toestroom van aanmeldingen, de complexiteit
van de zaken en de grenzen aan het vermogen om UHT verder op te schalen is het op
dit moment niet realistisch om alles binnen de termijnen af te doen. UHT spant zich
in om de dossiers van ouders zo spoedig mogelijk op te leveren. Echter, op dit moment
kan het team dat deze dossiers samenstelt en anonimiseert niet aan de vraag voldoen.
Er zijn verschillende maatregelen in gang gezet om dit team op te schalen en de doorlooptijden
te verkorten. Zie hiervoor ook de 10e VGR.
Vraag 10
Accepteert u dat de Belastingdienst nog altijd veel geld uitgeeft aan juridische procedures
in plaats van die te voorkomen?
Antwoord 10
De hersteloperatie is zo vormgegeven dat met inachtneming van het verhaal van de ouder
het recht op compensatie wordt vastgesteld. Uitgangspunt is een ruimhartige benadering.
UHT investeert met een Persoonlijk Zaakbehandelaar in de persoonlijke aanpak voor
ouders en mede daarmee in het voorkomen van juridische procedures. Daarnaast heeft
UHT met verschillende commissies onafhankelijkheid en deskundigheid ingebouwd om te
waarborgen dat beslissingen zorgvuldig en onpartijdig worden genomen.
Er zijn de afgelopen anderhalf jaar veel zaken afgehandeld, daardoor is ook het aantal
beschikkingen toegenomen waartegen bezwaar en beroep openstaan. Er is continue aandacht
voor het verbeteren van de communicatie over beslissingen. Daarnaast zal via een pilot
worden ingezet op mediation als alternatief voor juridische procedures.
Vraag 11 en 12
Tijdens de persconferentie gaf u aan dat u vertrouwen heeft in de mensen die de leiding
hebben genomen over dit onderwerp; waarom heeft u er vertrouwen in als zaken zo traag
gaan?
Wat gaat u doen om te voorkomen dat het nog «jaren» gaat duren voordat de getroffen
gezinnen in het toeslagenschandaal hebben gekregen waar ze recht op hebben?
Antwoord 11 en 12
Het kabinet werkt voortdurend aan verbetering van de hersteloperatie zoals met de
VNG aan de herijking van de hersteloperatie. In de 10e Voortgangsrapportage van 14 april
jl. is hiervan de laatste stand van zaken beschreven. Momenteel wordt samen met de
VNG gewerkt aan de uitvoeringstoetsen van de diverse maatregelen. Alle maatregelen
hebben tot doel de getroffen gezinnen zo snel mogelijk te helpen.
Vraag 13
Gaat het credo bij de 1115 uithuisgeplaatste kinderen worden «terug naar huis, tenzij»?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Een machtiging uithuisplaatsing is een ingrijpende vorm van hulp en daarmee een uiterst
middel om de ontwikkeling en veiligheid van het kind op dat moment te beschermen.
Het doel is altijd dat gewerkt wordt aan een oplossing om ervoor te zorgen dat het
kind weer naar huis kan. De inzet van de jeugdbeschermer is om, samen met de ouders,
toe te werken naar terugplaatsing. Dat geldt dus ook voor de ouders en kinderen waarop
de vragensteller doelt. Het gaat vaak om complexe problematiek waarbij maatwerk noodzakelijk
is om de omstandigheden te creëren waarbij mogelijk een terugplaatsing plaats kan
vinden. De jeugdbeschermer en ouder stellen hiervoor samen een plan op. Dit plan kan
bijvoorbeeld gaan over hulp aan ouders of huisvesting. De jeugdbeschermer beoordeelt
doorlopend of de omstandigheden thuis voldoende verbeteren. En ook de kinderrechter
houdt vinger aan de pols en toetst bij het verstrijken van de machtiging of een uithuisplaatsing
nog noodzakelijk is. Uitkomst van deze herbeoordelingen kan ook zijn dat het (nog)
niet wenselijk is voor een kind om thuis te wonen. De veiligheid en ontwikkeling van
het kind zijn altijd leidend in die afweging.
Aanvullend op de inzet van de jeugdbeschermingsketen staat voor gedupeerde ouders
met uithuisgeplaatste kinderen het Ondersteuningsteam ter beschikking. Het Ondersteuningsteam
kan zich, als terugplaatsing niet mogelijk is, ook richten op herstel of verbetering
van het contact tussen ouders en kinderen.
Vraag 14
Bent u bereid om extra ondersteuning te bieden voor gezinnen waar kinderen nu nog
niet naar terug kunnen, maar waar dat uitzicht er wel is?
Antwoord 14
Sinds 4 april jl. is het landelijk Ondersteuningsteam beschikbaar voor deze gedupeerde
ouders en kinderen die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing. Deze hulp is
in aanvulling op de hulp van de gemeentelijke steunpunten op de leefgebieden financiën,
wonen, zorg, gezin en werk. Als uitzicht is op terugplaatsing van het kind zal de
inzet van de ondersteuning zijn dit samen met ouders en betrokken instanties te realiseren.
Vraag 15
Hoeveel van de 1115 kinderen gaan er – mede door de door u benoemde zeer nauwe betrokkenheid
van uzelf – deze zomervakantie weer bij hun ouders zijn?
Antwoord 15
De vervolganalyse van het CBS laat zien dat een deel van de uithuisplaatsingen inmiddels
is beëindigd. Voor een toelichting hierover verwijs ik naar de vandaag door de Minister
voor Rechtsbescherming gestuurde brief hierover.4 Verder is van belang dat ouders en kinderen zich sinds 4 april jl. kunnen melden
bij het Ondersteuningsteam. De eerste nadruk van de gesprekken die dan volgen liggen
op erkennen en luisteren. De situaties zijn complex. Uithuisplaatsingen vonden soms
jaren geleden plaats, er waren of zijn meerdere problemen in het gezin en elke situatie
vraagt om een zorgvuldige (rechterlijke) beoordeling. Het belang van het kind staat
hierbij steeds voorop. Het inzichtelijk krijgen van de situatie en de wensen kost
tijd. Vervolgens moet in samenwerking met bijvoorbeeld de steunpunten, woningbouw
en (jeugd)zorg hulp worden georganiseerd om de thuissituatie te verbeteren. Tegelijkertijd
zijn er ook andere vragen die in de ondersteuning opgepakt worden, zoals een dreigende
uithuiszetting door huurschulden of zorgen over nog thuiswonende kinderen. Iedere
ondersteuning is maatwerk, met per gezin specifieke wensen, mogelijkheden en uitkomsten.
Dat er juist voor deze gezinnen ondersteuning op maat wordt geboden, vind ik erg belangrijk.
Vraag 16
Wat zijn de ouders volgens u opgeschoten met het opstappen van Rutte 3 als blijkt
dat dezelfde mensen er vervolgens nog jaren over doen om tot een oplossing te komen
voor de getroffen gezinnen?
Antwoord 16
Door het ontslag aan te bieden aan de Koning heeft het vorige kabinet de volledige
politieke verantwoordelijkheid erkend van de misstanden die ook door de Parlementaire
Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag geconstateerd waren. De inzet van het huidige
kabinet is en blijft erop gericht om alle gedupeerden maatwerk te bieden en hen te
compenseren voor het aangedane leed. We werken hier hard aan maar er zijn niet altijd
eenvoudige oplossingen.
Vraag 17
De schade die ouders en kinderen als gevolg van het toeslagenschandaal aan is gedaan
zal nooit helemaal kunnen worden hersteld; heeft het kabinet een deadline gesteld
wanneer het toeslagenschandaal voor de gezinnen afgehandeld zou moeten zijn? Zo ja,
wat is die deadline? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
De ambitie van het kabinet is om gedupeerden zo snel en zo goed mogelijk herstel te
bieden. Ouders kunnen zich tot 1 januari 2024 aanmelden voor de herstelregeling, daarna
volgt de eerste toets, de integrale beoordeling en eventuele werkelijke schade, bezwaren
en beroepen. Er wordt tevens gewerkt aan het emotionele herstel en de diverse aanvullende
regelingen dit staat beschreven in de 10e Voortgangsrapportage.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.