Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Haverkort, Koerhuis en Peter de Groot over de uitzending van EenVandaag over mogelijke tekorten in industriezand en grind
Vragen van de leden Haverkort, Koerhuis en Peter de Groot (allen VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het dreigende tekort aan zand en grind (ingezonden 5 april 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister
            voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Infrastructuur
            en Waterstaat (ontvangen 28 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
            2021–2022, nr. 2547.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de uitzending van Eén Vandaag van zaterdag 2 april 2022?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat bestaande winvergunningen aflopen en er binnen vijf jaar een tekort
               aan zand en grind zal ontstaan?
            
Antwoord 2
            
Om hier een goed beeld van te kunnen vormen, heeft mijn ministerie eerst overleg gevoerd
               met de branchevereniging Cascade en de provincies Gelderland, Overijssel en Limburg.
               Uit dit overleg volgt dat er behoefte is aan een landelijk inzicht in de vraag naar
               zand en grind en het aanbod op de midden en lange termijn. Hiervoor wordt op dit moment
               een monitoringssysteem opgezet. Dit systeem moet ook antwoord geven op de vraag of
               er voldoende vergunningen zijn of worden verleend voor de zand- en grindwinning.
            
Vraag 3
            
Wat vindt u van het door Cascade geschetste beeld dat het dalend aantal winvergunningen
               wordt veroorzaakt door te hoge verwachtingen van de circulaire economie, het ontbreken
               van voldoende capaciteit en kennis bij provincies en het ontbreken van centrale regie
               door het Rijk?
            
Antwoord 3
            
In de gesprekken met branchevereniging Cascade en de provincies is een tekort aan
               capaciteit en kennis niet als knelpunt benoemd. Het aanbod aan herbruikbare bouwstoffen
               (door sloop) versus de productie van primaire grondstoffen is wel besproken. In de
               vervolggesprekken wordt de mogelijke invloed hiervan op het aantal winprojecten verder
               verkend. Hierbij zal ook de regierol aan bod komen.
            
Vraag 4
            
Kunt u de Kamer een prognose geven van de benodigde hoeveelheden zand en grind voor
               de komende jaren, gebaseerd op de in het coalitieakkoord opgenomen investeringen in
               infrastructuur en woningen en daarbij aangeven op welke manier wordt voorzien in de
               behoefte aan zand en grind?
            
Antwoord 4
            
Op dit moment wordt – in samenwerking met kennisinstituten en brancheorganisaties
               – de behoefte aan zand en grind in beeld gebracht. De Kamer zal voor het eind van
               het jaar over het resultaat worden geïnformeerd.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat slechts 20% van de benodigde grondstoffen gewonnen kan worden uit sloop
               en dat 80% gewonnen wordt uit afgravingen? Welke maatregelen neemt u om meer circulariteit
               in de grondstoffenketen van zand en grind te bewerkstelligen? Zijn er voldoende substituten
               beschikbaar, en zo ja welke, voor het geval er minder gewonnen kan worden uit afgravingen?
            
Antwoord 5
            
Circulair bouwen gaat verder dan alleen hergebruik van materiaal bij sloop, want hergebruik
               is inderdaad vaak niet voldoende om volledig in de vraag te voorzien. Circulair bouwen
               richt zich ook op bouwen met minder materialen, het gebruik van materialen met minder
               milieu-impact (zoals CO2-arm beton) en materialen die beter voorradig zijn en snel aangroeien zoals hout en
               plantvezels. Er wordt op meerdere manieren gewerkt aan het stimuleren van circulair
               bouwen en het gebruik van circulaire grondstoffen. Dit wordt in samenwerking met de
               Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bijvoorbeeld via het Transitieteam
               Circulaire Bouweconomie gedaan, waarin we samenwerken met kennisinstellingen en sectorpartijen.
               Ook de zogenaamde buyer group biobased bouwmaterialen2, het Lenteakkoord 2.0 circulair industrieel bouwen en de City Deal Circulair en Conceptueel
               Bouwen zijn voorbeelden van de inzet op dit thema, waarbij ook expliciet wordt samengewerkt
               met gemeenten en provincies.
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven op welke manier het Rijk met de provincies in gesprek is over het
               verlenen van voldoende winvergunningen?
            
Antwoord 6
            
Op dit moment is mijn ministerie in gesprek met de provincie Gelderland, Overijssel,
               Noord-Brabant en Limburg en de branchevereniging Cascade. De gesprekken verlopen constructief
               en er is vertrouwen dat we samen een tot een oplossing komen. Voor een vervolggesprek
               worden ook gemeenten en Rijkswaterstaat uitgenodigd.
            
Vraag 7
            
Kunt u garanderen dat de ambities uit het coalitieakkoord voor infrastructuur en woningbouw
               niet in gevaar zullen komen door een tekort aan zand en grind?
            
Antwoord 7
            
Er is veel belangstelling ervoor dat belemmeringen voor de woningbouwproductie zoveel
               mogelijk worden voorkomen. Daarom voert mijn ministerie gesprekken met de provincies
               en sector om de problematiek scherp te krijgen en oplossingen te vinden voor mogelijke
               knelpunten.
            
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Geurts (CDA),
               ingezonden 5 april 2022 (vraagnummer 2022Z06601).
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening - 
              
                  Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.