Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het strafrechtelijk onderzoek naar NAM
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over strafrechtelijk onderzoek NAM afvalwaterverwerking (ingezonden 7 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
22 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1468.
Vraag 1
Kent u het bericht over gevaarlijk afval van de Nederlandse Aardolie Maatschappij
(NAM) dat op een schip in de haven van Delfzijl is gevonden tijdens een strafrechtelijk
onderzoek naar het bedrijf?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is mij bekend.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Bent u bekend met het strafrechtelijk onderzoek naar de NAM?
Wanneer is dit onderzoek ingesteld en naar aanleiding waarvan?
Is het onderzoek alleen naar de NAM of is het een breder onderzoek?
Bent u geïnformeerd over dit strafrechtelijk onderzoek? Zo ja, wanneer? Wie heeft
u op welke manier op de hoogte gebracht van dit onderzoek?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Ik ben ermee bekend dat het Openbaar Ministerie (OM) strafrechtelijk onderzoek doet
naar NAM. Ik ben hierover in eerste instantie geïnformeerd door mijn ambtenaren en
door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Het OM heeft namelijk een aantal ambtenaren
gevorderd om gegevens te verstrekken over NAM die het OM wenste in te zien. Mijn ambtenaren
mochten hier verder niet vrijuit over spreken omdat het onderzoek van het OM niet
bekend mocht worden bij NAM.
Wanneer het strafrechtelijk onderzoek is ingesteld, wat de aanleiding is geweest of
wat de inhoud van het onderzoek is, is niet bekend gemaakt. Het OM is onafhankelijk
en het is niet gebruikelijk dat het dergelijke informatie deelt als het onderzoek
nog loopt.
NAM heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) naar aanleiding van
de berichtgeving in de media geïnformeerd dat het onderzoek zich richt op afvalwaterstromen
van de gasbehandelingsinstallatie Den Helder (GBI Den Helder) naar Borgsweer en het
Tankenpark Delfzijl.
Vraag 6
Wanneer u al bekend was met het onderzoek, waarom heeft u de Kamer niet geïnformeerd?
Antwoord 6
Het betreft een lopend onderzoek van het OM. Het OM bepaalt of en wanneer het bekend
maakt dat het een onderzoek is gestart en welke informatie, zoals de aard van de verdenking,
het daarbij bekend maakt. Het staat mij niet vrij om te openbaren welke informatie
het OM bij het Ministerie van EZK heeft gevorderd.
Vraag 7 en 8
Wanneer worden de resultaten van dit onderzoek verwacht?
Gaat u de uitkomsten van dit strafrechtelijk onderzoek met de Kamer delen?
Antwoord 7 en 8
Het is gebruikelijk dat het OM de strafrechtelijke onderzoeken in stilte uitvoert.
Ik ben niet op de hoogte van de voortgang van het onderzoek of wanneer resultaten
verwacht worden. De resultaten van een strafrechtelijk onderzoek worden door het OM
gecommuniceerd.
Vraag 9
Waar komt het water vandaan dat uiteindelijk als afvalwater bij de olie- en gaswinning
ontstaat?
Antwoord 9
Een olie- of gashoudende laag bevat van nature ook water waarin verschillende stoffen
zoals zware metalen en zouten voorkomen. Bij winning van olie en gas komt dit water
onvermijdelijk mee naar boven. Het is een reststroom bij de winning van olie en gas
en kan resten van mijnbouwhulpstoffen bevatten.
Vraag 10
Bij welke velden van olie- en gaswinning ontstaat dat afvalwater precies?
Antwoord 10
Uit alle olie- en gasvelden komt bij de winning productiewater mee naar boven.
Vraag 11
Hoeveel afvalwater ontstaat er jaarlijks per winningslocatie? Hoeveel is dat dan landelijk?
Antwoord 11
De hoeveelheid productiewater per winningslocatie die met de olie- en gaswinning op
land of zee mee naar boven komt wordt niet gerapporteerd. Alleen de geïnjecteerde
hoeveelheden productiewater moeten worden gerapporteerd. Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 12
Op welke manier(en) wordt dit afvalwater vervoerd? Door wie? En waar komt het afvalwater
dan terecht?
Antwoord 12
Dit verschilt per locatie en operator, zie ook het antwoord op vraag 15. Er zijn verschillende
mogelijkheden. Op sommige locaties wordt het productiewater na behandeling direct
terug geïnjecteerd in de diepe ondergrond. In andere gevallen wordt het productiewater
per pijpleiding, per tanker of per truck vervoerd naar een injectielocatie of een
erkend verwerker. Het direct terug injecteren in de diepe ondergrond en het transport
per pijpleiding wordt uitgevoerd door de mijnonderneming zelf. Het transport per truck
of per schip wordt, in opdracht van de mijnonderneming, uitgevoerd door een derde
partij.
Vraag 13 en 14
Wat gebeurt er vervolgens met dat afvalwater? Hoe wordt het verwerkt en waarom? Wat
blijft er na de verwerking van afvalwater over? Kan er bijvoorbeeld sprake zijn van
aardgascondensaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Kunnen de volgende vragen overzichtelijk in een schema worden weergegeven? Wat gebeurt
er met dat wat er overblijft na verwerking van het afvalwater? Hoeveel wordt er geloosd?
Waar bestaat die lozing uit? Wie loost dit en waar gebeurt dat? Hoeveel wordt er geïnjecteerd?
Welke stoffen worden er geïnjecteerd? Door wie wordt dat gedaan en waar vindt dat
plaats? Is er een einddatum bekend voor het lozen en injecteren? Zijn er nog meer
manieren om restproducten ergens op te slaan? Zo ja, kan ook die manier meegenomen
worden in het schema?
Antwoord 13 en 14
In het met de productie van olie en gas mee geproduceerde water zijn van nature verschillende
stoffen aanwezig zoals zware metalen en zouten. Bij gaswinning komt er naast water
ook aardgascondensaat mee naar boven. Met uitzondering van het olie, gas en het aardgascondensaat
hebben de overige stoffen geen nuttige toepassing. De overige stoffen worden samen
met het water (tezamen aangeduid als productiewater) terug geïnjecteerd in de diepe
ondergrond, afgevoerd naar een verwerker of geloosd in zee (alleen van winning offshore
als het productiewater voldoet aan de kwaliteitseisen van het Ospar-verdrag). Bij
injectie in de diepe ondergrond wordt het productiewater teruggevoerd naar (geïnjecteerd
in) het reservoir waar het vandaan komt of in een vergelijkbaar reservoir. In dit
productiewater kunnen nog kleine hoeveelheden mijnbouwhulpstoffen voorkomen die worden
gebruikt om het proces veilig en goed te laten plaatsvinden zoals een anti corrosievloeistof
en een zuurstofbinder. Vaak zijn er in een vergunning ook andere waterstromen opgenomen
die samen met het productiewater geïnjecteerd mogen worden. Dit kan verontreinigd
hemelwater, verontreinigd spoel- en spitwater en sanerings- en bronneringswater zijn
dat van de locatie afkomstig is.
Op een mijnbouwlocatie of installatie mag alleen geïnjecteerd worden wanneer hier
een vergunning voor is. In sommige vergunningen zijn maximale totaalvolumes voorgeschreven.
Deze maximale hoeveelheden zijn nog niet bereikt. In de vergunning wordt omschreven
welke afvalwaterstromen en stoffen geïnjecteerd mogen worden. Als de waarden van sommige
stoffen te hoog zijn (en het als gevaarlijk afval gekwalificeerd moet worden), mag
het productiewater niet worden geïnjecteerd, maar moet het naar een erkend afvalverwerker
worden afgevoerd. De vergunningen voor het vervoer over de weg of water van de gevaarlijke
afvalstoffen en het toezicht daarop liggen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT). De erkende afvalverwerkingsbedrijven vallen meestal onder provinciaal bevoegd
gezag.
In de onderstaande twee tabellen zijn de geïnjecteerde hoeveelheden water weergegeven
in 2021 in m3 (bron www.nlog.nl) voor zowel land als offshore.
Tabel 1: injectie productiewater in velden op land
Mijnbouwlocatie
Geïnjecteerde hoeveelheid 2021 (m3) (bron nlog.nl)
Onderneming
Ameland Westgat
13.998
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Borgsweer
289.870
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Rotterdam MS
465.666
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Pernis West
27.393
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Schoonebeek 447
20.269
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Rossum Weerselo 2
188.543
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Rossum Weerselo 3
418.098
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Rossum Weerselo 5
159.785
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Bergermeer
5.225
TAQA Energy BV
Zuid Schermer
1.737
TAQA Energy BV
Nijensleek
0
Vermilion Energy Netherlands BV
Tabel 2: injectie productiewater in velden op zee
Mijnbouwinstallatie
(aangegeven met geografische referentie van offshore bloknummers)
Geïnjecteerde hoeveelheid 2021 (m3) (bron www.nlog.nl)
Onderneming
F2-A Hanze
1.938.725
Dana Petroleum Netherlands B.V.
Q1 Helder
2.110.764
Petrogas E&P Netherlands B.V.
K08-FA
21.386
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
K09c-A
135
Neptune Energy Netherlands B.V.
K14-FA
27.700
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
L08-P
9.159
Wintershall Noordzee B.V.
P15-Rijn
544.706
TAQA Energy BV
Q13-A
980.605
Neptune Energy Netherlands B.V.
Vraag 15
Kan op een kaart worden weergegeven welke route(s) er precies afgelegd worden tijdens
het vervoer? Waar de verwerking plaatsvindt en ook waar de lozing en injectie plaatsvindt?
Antwoord 15
De ILT is het bevoegde gezag voor het toezicht op het transport van het gevaarlijk
afvalwater dat per truck of tanker wordt vervoerd. De routes over de weg en vaarwegen
van het productiewater zijn niet bekend bij de ILT.
Op een aantal mijnbouwlocaties en mijnbouwinstallaties vindt de injectie plaats op
de locatie/installatie waar gewonnen wordt namelijk: Ameland Westgat, Rotterdam MS
en de in tabel 2 benoemde mijnbouwinstallaties op zee. Verder zijn er op land een
aantal waterinjectielocaties waar water dat vrijkomt bij de gas- of oliewinning op
andere locaties geïnjecteerd mag worden. Hieronder vindt u een korte omschrijving
per locatie:
Borgsweer (NAM): Op de mijnbouwlocatie Borgsweer mag productiewater geïnjecteerd worden. De waterstromen
worden in het tankenpark Delfzijl verzameld en komen daar aan per ondergrondse pijpleidingen,
vrachtwagen en schip. Het water dat per schip wordt aangevoerd komt bij de Gasbehandelingsinstallatie
in Den Helder vandaan, waar gas van verschillende offshore mijnbouwinstallaties op
de Noordzee wordt behandeld. Op het Delfzijl tankenpark wordt het aardgascondensaat
van het water gescheiden. Het water wordt vanaf het tankenpark Delfzijl naar Borgsweer
getransporteerd door middel van een ondergrondse pijpleiding waar het wordt geïnjecteerd.
Pernis-West (NAM): Op de mijnbouwlocatie Pernis West mag water geïnjecteerd worden uit de regio West-Nederland.
Het productiewater wordt aangevoerd per truck.
Schoonebeek (NAM): Op de mijnbouwlocatie Schoonebeek 447 mag water geïnjecteerd worden van NAM dat vrijkomt
bij gaswinning uit Oost-Nederland. Het water wordt verzameld op de nabijgelegen mijnbouwlocatie
Schoonebeek 313 waar het aardgascondensaat van het water wordt gescheiden. De waterstromen
worden per ondergrondse pijpleidingen en vrachtwagen aangevoerd. Ook wordt water geïnjecteerd
dat vrijkomt bij de gaswinning op Schoonebeek 313. Het water wordt vanaf Schoonebeek
313 getransporteerd door een ondergrondse pijpleiding naar Schoonebeek 447, waar het
wordt geïnjecteerd.
Waterinjectie Twente (NAM): Op de waterinjectielocaties in Twente (Rossum Weerselo) kan het water geïnjecteerd
worden dat vrijkomt bij de oliewinning in Schoonebeek. De olie van de Schoonebeek
oliewinningslocaties wordt per pijpleiding getransporteerd naar Schoonebeek oliebehandelingsinstallatie
(OBI). Op de locatie Schoonebeek OBI wordt de olie van het water gescheiden. Het water
wordt per ondergrondse pijpleiding naar de waterinjectielocaties in Twente getransporteerd
voor injectie. Momenteel ligt de waterinjectie op deze locaties stil.
Bergermeer (TAQA):Bergermeer is een ondergrondse gasopslag. Het gas wordt na productie behandeld op
de nabijgelegen locatie Boekelermeer. Ook wordt het aardgascondensaat hier van het
water gescheiden. Naast het water uit Bergermeer, wordt op Boekelermeer ook het water
verzameld van de nabijgelegen gasopslag Piekgasinstallatie Alkmaar. Dit productiewater
wordt per ondergrondse pijpleiding naar Boekelermeer getransporteerd. In Bergermeer
mag ook productiewater van andere gaswinningslocaties van TAQA op land worden ontvangen.
Het water vanaf Boekelermeer wordt per ondergrondse pijpleiding naar Bergermeer getransporteerd
voor injectie.
Zuid-Schermer (TAQA): Op de mijnbouwlocatie Zuid-Schermer mag water geïnjecteerd worden dat vrijkomt bij
gaswinning. Het water wordt verzameld op de mijnbouwlocatie Koedijk, waar het aardgascondensaat
van het water wordt gescheiden. De waterstromen worden per ondergrondse pijpleidingen
aangevoerd. Het water wordt vanaf Koedijk naar Zuid-Schermer getransporteerd door
middel van vrachtwagens.
Vraag 16
Welke risico’s bestaan er voor omwonenden op plekken, genoemd in bovenstaande vraag?
En welke risico’s zijn er voor de mensen die werken op de verschillende plekken waar
gewerkt wordt met dit afvalwater?
Antwoord 16
Risico’s op een locatie waar productiewater wordt geïnjecteerd zien op de verontreiniging
van de bodem door lekkage. Het productiewater wordt terug geïnjecteerd op een diepte
en in een vergelijkbaar voorkomen. SodM heeft aangegeven dat er hierdoor minimale
risico’s op put- of leidinglekkages zijn waarbij verontreiniging voor de bodem kan
plaatsvinden met mogelijke gevolgen voor omwonenden. Een leidinglekkage heeft zich
voorgedaan in Twente (2015), waarbij er geen gevolgen voor omwonenden zijn geweest.
De veiligheid op de waterinjectielocaties is gewaarborgd door de eisen gesteld bij
of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet. Omwonenden hebben geen toegang tot de waterinjectielocaties.
De eisen gelden voor de medewerkers van de mijnondernemingen die werken op de waterinjectielocaties.
SodM ziet hierop toe.
Vraag 17
Hoe worden die risico’s zo klein mogelijk gehouden?
Antwoord 17
Verontreiniging van de bodem moet voorkomen door voorzorgsmaatregelen te treffen en
door te monitoren. Hiertoe worden onder andere regels gesteld ten aanzien van een
vloeistofdichte vloer en dubbelwandige putten. Tevens zijn grondwatermonitoringsputten
voorgeschreven en wordt aan de hand van drukmetingen de integriteit van de putten
gemonitord. Alle activiteiten dienen te voldoen aan de wettelijke normen en de vergunningsvoorschriften.
SodM ziet toe op naleving van de wettelijke normen en voorschriften in vergunningen
voor mijnbouwactiviteiten. In het geval er een incident plaatsvindt moet SodM zo snel
mogelijk geïnformeerd worden zodat zij kunnen toezien op een juiste afhandeling. SodM
kan naar aanleiding van een incident aanvullend onderzoek doen en de waterinjectie
stil leggen.
Vraag 18
Zijn er inmiddels incidenten bekend waarbij medewerkers en/of omwonenden bloot zijn
gesteld aan gevaar? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 18
Nee, bij SodM zijn geen incidenten bekend waarbij medewerkers en/of omwonenden zijn
bloot gesteld aan gevaar ten gevolge van transport, verwerking of injectie van productiewater.
Vraag 19
Worden dergelijke incidenten verwacht? Zo nee, waaruit blijkt dat?
Antwoord 19
Nee, maatregelen en voorschriften waaraan moet worden voldaan hebben tot doel incidenten
met productiewater te voorkomen en risico’s voor mens, natuur en milieu tot het minimum
te beperken. Ik ben me er bewust van dat er desondanks incidenten kunnen plaatsvinden.
Een incident leidt tot nader onderzoek en bespreking waardoor bestaande voorschriften
en werkwijze kunnen worden aangepast teneinde vergelijkbare incidenten te voorkomen
en het systeem steeds veiliger te maken.
Vraag 20
Wat zijn de gevolgen voor de omgang met afvalwater als de NAM de kleine velden verkoopt?
Wie is er dan aansprakelijk voor eventuele schade door incidenten? Wie is er verantwoordelijk
voor het opruimen? Geeft de NAM garanties?
Antwoord 20
De eventuele verkoop van onderdelen van NAM heeft geen gevolgen voor de omgang met
het afvalwater. De afvoer, het verwerken en injecteren is in de omgevingsvergunningen
en wet- en regelgeving geregeld. Bij de verkoop zullen de omgevingsvergunning op naam
van de rechtsopvolger worden gezet en gelden de vergunningsvoorwaarden ook voor de
rechtsopvolger
Bij een verkoop van onderdelen van NAM is mijn toestemming vereist voor het overdragen
van de winningsvergunningen. Ik beoordeel de beoogde rechtsopvolger op financiële
en technische capaciteiten en op maatschappelijke verantwoordingszin. Bij een positief
oordeel geef ik toestemming voor het overdragen van de winningsvergunningen en worden
de winningsvergunningen en de instemmingsbesluiten met de winningsplannen op naam
van de eventuele koper worden gezet. Aan een toestemming kan ik voorschriften verbinden
of de toestemming onder beperkingen verlenen. Zoals ik heb aangegeven in het interpellatiedebat
over afvalwaterinjecties door NAM in Twente dient de eventuele koper vanaf het moment
van toestemming te voldoen aan voorwaarden die in de vergunningen en instemmingsbesluiten
zijn opgenomen en het gestelde bij of krachtens de Mijnbouwwet. Op grond van artikel 6:177
BW is de rechtsopvolger vanaf dat moment aansprakelijk voor schade die ontstaat als
gevolg van uitstroom van delfstoffen of beweging van de bodem. Ook is de rechtsopvolger
dan aansprakelijk voor schade die ontstaat door incidenten met productiewater. Zonder
mijn toestemming worden de vergunningen niet overgedragen en blijft NAM verantwoordelijk
en aansprakelijk voor het productiewater, de verwerking ervan en het opruimen van
eventuele verontreinigingen door lekkage.
Vraag 21
Is inmiddels bekend of er inderdaad gerommeld is met de vergunningen? Kunt u uw antwoord
toelichten?2
Antwoord 21
Het strafrechtelijk onderzoek dat het OM is gestart is nog niet afgerond, er zijn
nog geen resultaten bekend.
Vraag 22
Wat is precies de rol van de politie, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT),
het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
binnen dit onderzoek?
Antwoord 22
Onder gezag van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie doet de
politie tezamen met ILT-IOD een strafrechtelijk onderzoek. Daarnaast zijn twee buitengewoon
opsporingsambtenaren (BOA’s) van SodM ter beschikking gesteld aan het onderzoeksteam.
Deze BOA’s werken in het strafrechtelijk onderzoek alleen onder gezag van het Functioneel
Parket en niet voor SodM. Het NFI is betrokken voor de analyse van monsters van het
productiewater.
Op grond van het bestuursrecht is ILT het bevoegd gezag voor het houden van toezicht
op het transport van gevaarlijke stoffen onder meer afvalwater over de weg met tankwagens
of per tanker over het water, SodM is het bevoegd gezag voor het houden van toezicht
op mijnbouwactiviteiten.
Vraag 23
Wie geeft vergunningen voor het vervoer en verwerken en afvoeren van afvalwater af?
Antwoord 23
Er zijn geen vergunningen vereist voor het vervoer/transport van afvalwater, omdat
er rechtstreeks werkende generieke regelgeving is. Het transport van gevaarlijk afvalwater
dient te voldoen aan de eisen uit de wet- en regelgeving over het transport van gevaarlijk
afval. ILT is verantwoordelijk voor het toezicht op het transport van gevaarlijk afval.
De Wabo-vergunningen en Mijnbouwmilieuvergunningen, waarin de voorschriften zijn opgenomen
dat het productiewater naar een erkende verwerker moet worden afgevoerd of naar een
injectielocatie mag, en het toestaan van injectie op een locatie, vallen onder mijn
bevoegdheid. In het kader de herziening van het mijnbouwbeleid zal ik de afvalwaterinjecties
bezien.
De vergunningen voor erkende verwerkers van afval en het toezicht hierop, waaronder
gevaarlijk afvalwater afkomstig van mijnbouwlocaties, vallen onder provinciale bevoegdheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.