Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Palland over het bericht 'Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang'
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang» (ingezonden 29 maart 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 19 april
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u van het feit dat (met name private equity) investeerders organisaties
in de kinderopvang opkopen om deze later met winst weer te verkopen?
Welke gevolgen kan het hebben indien steeds meer kinderopvangorganisaties in handen
van (buitenlandse) investeerders komen met een rendements/winstdoelstelling, bijvoorbeeld
waar het gaat om kwaliteit en toegankelijkheid?
Antwoord 2 en 3
Het is primair van belang dat kinderopvang veilig, gezond en pedagogisch verantwoord
is en blijft, onafhankelijk van de organisatie- of financieringsvorm van de kinderopvangorganisatie.
Alle kinderopvangorganisaties moeten voldoen aan de wettelijke (kwaliteits)eisen,
ongeacht in welke constructie het eigendom onder is gebracht. Sinds 2005 komt het
aanbod tot stand in een diverse sector. Hierin zijn zowel kleine als grote organisaties
vertegenwoordigd, net als organisaties met en zonder winstoogmerk. Naast private equity
zullen er ook ondernemers zijn die met hun eigen vermogen of bankleningen in de kinderopvang
investeren om deel te nemen aan deze gereguleerde sector. Een private equity investeerder
zal na enkele jaren de onderneming willen verkopen voor een hogere prijs dan waarvoor
het de onderneming heeft gekocht. Daarvoor is het belangrijk dat het een gezonde onderneming
achterlaat met toekomstperspectief.
Investeringen in de kinderopvangsector zijn nodig. Het helpt bij het bij elkaar brengen
van vraag en aanbod en bij het bieden van meer keuzemogelijkheden voor ouders, zodat
ouders een aanbod kunnen kiezen dat past bij hun persoonlijke situatie. Diverse kinderopvangorganisaties,
die gefinancierd zijn met private equity, investeren in de kwaliteit van kinderopvang.
Bijvoorbeeld bij Kindergarden waar ze, net als een aantal andere kinderopvangorganisaties
in handen van een private equity investeerder, een eigen academie hebben. Hier biedt
Kindergarden de medewerkers opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden aan. Uit eerder
onderzoek is gebleken dat de indeling naar profit, non-profit of rechtsvorm niet bepalend
is voor de aangeboden kwaliteit.2 De organisatie die in het onderzoek getypeerd wordt als «sociaal-geëngageerde professionele
organisatie» bieden volgens het onderzoek over de hele linie hogere kwaliteit. Dit
zijn organisaties waar marktdenken met een winstdoelstelling en klantgerichtheid,
gemeenschapsoriëntatie en professionele waarden evenwichtig verenigd zijn en waar
management en professionals als team samenwerken. De missie en lokale betrokkenheid
van de organisatie en de aandacht voor professionalisering en actieve betrokkenheid
van medewerkers zijn dus betere voorspellende kenmerken voor de aangeboden kwaliteit
van kinderopvang.
Ik snap de zorgen die spelen rondom private equity partijen in de kinderopvang. Deze
zorgen deel ik. De grote mate van overheidsfinanciering brengt een verantwoordelijkheid
met zich mee. Dit wordt nog belangrijker nu dit kabinet de kinderopvang nog toegankelijker
wil maken en de overheidsfinanciering verder zal toenemen. Het idee dat belastinggeld
niet ten goede zou komen aan de kinderopvang, maar zou uitstromen als overwinst naar
private equity partijen, vind ik ook niet wenselijk. Daarom heb ik aangekondigd dat
ik de rol van de verschillende financieringsvormen in de kinderopvang ga onderzoeken.
Vraag 4 en 5
Bent u ook van mening dat kinderopvang (in ieder geval óók) een maatschappelijk doel
dient en dat het daarbij niet past dat er over de ruggen van ouders en kinderen kinderopvangorganisaties
worden overgenomen louter en alleen om winst te maken?
Hoe ziet u de rol van commerciële bedrijven in de kinderopvang in relatie tot het
voornemen in het regeerakkoord om de kinderopvang over enkele jaren voor 95% gratis
te maken?
Antwoord 4 en 5
Ik vind dat de kinderopvang een belangrijk maatschappelijk doel dient. Vanwege het
grote publieke belang van kinderopvang kunnen ouders middels de kinderopvangtoeslag
een financiële tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang krijgen. Deze tegemoetkoming
zal op termijn voor alle werkende ouders 95% zijn, direct gefinancierd aan kinderopvangorganisaties.
Kinderopvangorganisaties zijn tot op zekere hoogte vrij in wat zij met hun inkomsten
doen, maar moeten wel aan alle regelgeving voldoen, zoals is vastgelegd in bijvoorbeeld
de Wet kinderopvang en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
De grote mate van overheidsfinanciering brengt ook een verantwoordelijkheid met zich
mee. Dit wordt nog belangrijker nu dit kabinet de kinderopvang nog toegankelijker
wil maken en de overheidsfinanciering verder zal toenemen. Het stelsel moet zorgen
voor kinderopvang die veilig, gezond en pedagogisch verantwoord is en blijft voor
ouders en kinderen. In de ontwikkeling naar het nieuwe stelsel de komende jaren blijft
dit belangrijk. Ik heb eerder aangekondigd dat ik de rol van de verschillende financieringsvormen
in de kinderopvang wil gaan onderzoeken. Daarbij zal ik de onderzoekers ook vragen
te kijken naar de mogelijke effecten en voor- en nadelen van bijvoorbeeld een beperking
op de financieringsvormen, een winstnormering of regulering van de uurprijs die kinderopvangaanbieders
mogen vragen aan ouders.
Zie verder mijn antwoord op vraag 2 en 3.
Vraag 6
Deelt u de mening dat ouders bij het voornemen van een overname van een kinderopvangorganisatie
op de hoogte moeten worden gesteld en dat zij medezeggenschapsrecht hebben bij het
besluit tot overname? Zo ja, hoe is dat nu geregeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik hecht zeer aan de betrokkenheid van ouders bij wijzigingen in het beleid van een
kinderopvangorganisatie. Kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties en gastouderbureaus
hebben verplicht een oudercommissie. Het doel van de oudercommissie is om gevraagd
en ongevraagd advies te geven aan de kinderopvangorganisatie. Dit adviesrecht ziet
bijvoorbeeld ook op de prijs van de opvang. De GGD is verantwoordelijk voor het toezicht
op de naleving van regels rondom oudercommissies. De houder van een kindercentrum
of van een gastouderbureau moet volgens de wet oudercommissies tijdig en desgevraagd
schriftelijk alle informatie verstrekken die deze voor de vervulling van haar taak
redelijkerwijs nodig heeft. Daar kan inzicht in besluitvormingsprocessen en financiële
stukken ook onder vallen.
In het specifieke geval van besluitvorming over reorganisaties heeft de Ondernemingsraad
(bij ondernemingen met 50 of meer medewerkers) of Personeelsvertegenwoordiging (bij
ondernemingen met minstens 10, maar minder dan 50 medewerkers) adviesrecht. Bij een
voorgenomen fusie of overname wordt een fusie-overlegorgaan ingesteld met vertegenwoordigers
van de werkgevers en van de werknemersorganisaties. Hierin wordt onder andere overlegd
over de arbeidsrechtelijke positie van de medewerkers en hoe het bestuur wordt samengesteld.
De afspraken komen in een sociaal plan te staan. Het overlegorgaan let erop dat iedereen
zich aan de gemaakte afspraken houdt. Dit is vastgelegd in de CAO Kinderopvang 2021–2022.
In de regel neemt de nieuwe organisatie bij een overname alle afspraken tussen de
ouders en de overgenomen organisatie over. Dit hangt af van de afspraken die worden
gemaakt tussen de beide organisaties bij de overname. Als de nieuwe organisatie veel
nieuwe en afwijkende afspraken met de ouder wilt maken, dan moet er een nieuw contract
worden afgesloten. Een ouder beslist of hij hiermee instemt. Het belangrijkst is dat
kinderen en hun ouders erop kunnen vertrouwen dat de kinderopvang van hun keuze veilig,
gezond en pedagogisch verantwoord is. Naast de wettelijke eisen is proactieve transparantie
belangrijk voor het vertrouwen van ouders. Dit zal ik in gesprekken met (private equity)
partijen ook blijven benadrukken.
Vraag 7
Hoe gaat u voorkomen dat vastgoedinvesteerders met winstoogmerk de dienst gaan uitmaken
in de kinderopvang, ten koste van kinderen, ouders en de belastingbetaler?
Antwoord 7
Zoals ik eerder heb aangegeven, moeten alle kinderopvangaanbieders aan dezelfde regels
en eisen voldoen, ongeacht de organisatie- of financieringsvorm van de kinderopvangorganisatie.
Kinderopvang heeft een publieke functie en daarom is overheidsfinanciering belangrijk.
Tegelijkertijd brengt de grote mate van overheidsfinanciering ook een verantwoordelijkheid
met zich mee. Daarom heb ik aangekondigd dat ik de rol van de verschillende financieringsvormen
in de kinderopvang wil gaan onderzoeken. Bij de financieringsvormen zal ik de vastgoedinvesteerders
betrekken. Zoals ik eerder heb aangegeven, zal ik daarbij ook vragen te kijken naar
de mogelijke effecten en voor- en nadelen van bijvoorbeeld een beperking op de financieringsvormen,
een winstnormering of regulering van de uurprijs die kinderopvangaanbieders mogen
vragen aan ouders. Ik zal dit binnenkort in gang zetten en uw Kamer informeren over
de uitkomsten wanneer deze bekend zijn.
Vraag 8
Wilt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het commissiedebat Kinderopvang?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.