Schriftelijke vragen : Het verlopen van de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer.
Vragen van het lid Bouchallikh(GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het verlopen van de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (ingezonden 13 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ov-sector vreest 30 procent versobering»1?
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de roep om duidelijkheid vanuit de sector betreffende de beschikbaarheidsvergoeding
openbaar vervoer (BVOV) om toekomstplannen niet onnodig lastig te maken?
Vraag 3
Realiseert u zich dat de ov-bedrijven het zonder voortzetting van steun nog niet zullen
redden vanwege lagere reizigersinkomsten als gevolg van de coronapandemie en dat het
zal leiden tot structurele en ingrijpende versobering van het openbaar vervoer?
Vraag 4
Wat is uw oordeel over de prognoses die stellen dat de reizigersinkomsten voor het
ov vanaf 2025 pas weer op het precoronaniveau zullen zitten en dat dit zonder steun
kan leiden tot wel 30 procent minder ritten in 2023? Vindt u dit ook onacceptabel
voor reizigers?
Vraag 5
Realiseert u zich dat het reizigersherstel, dat volgens de brief van uw voorganger
van 16 december 2021 expliciet genoemd wordt als criterium bij het besluit over voortzetting
van de BVOV2, volgens de prognose nog niet op peil is?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat voldoende aanbod van openbaar vervoer (en daarmee voortzetting
van de BVOV) noodzakelijk is om de ambities uit het coalitieakkoord te behalen op
het gebied van wonen, klimaat en bereikbaarheid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Realiseert u zich dat de sector waarschuwt dat goedkoop duurkoop is, aangezien de
kosten hoger liggen omdat medewerkers en materiaal niet meteen weer voorhanden zijn
en reizigers minder snel terugkeren wanneer er te laat wordt geïnvesteerd in het ov?
Realiseert u zich daarbij dat dit niet alleen geld kost, maar daarbovenop ook banen
van huidig personeel?
Vraag 8
Bent u voornemens om op korte termijn tot een beslissing te komen over het voortzetten
van de BVOV? Op welke termijn verwacht u een akkoord met de sector te bereiken? Kunt
u toelichten waarom dit besluit niet in het eerste kwartaal van 2022 is genomen, zoals
werd aangekondigd in de brief van uw voorganger van 16 december 2021?
Vraag 9
Kunt u deze vragen vóór het meireces beantwoorden om snel duidelijkheid te verschaffen,
zodat ov-bedrijven kunnen plannen voor de toekomst?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
K. Bouchallikh, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.