Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Kathmann en Nijboer over "achterblijvende reiskostenvergoeding van werknemers"
Vragen van de leden Kathmann en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over achterblijvende reiskostenvergoeding voor werknemers (ingezonden 10 maart 2022).
Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 8 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Verhoog reiskostenvergoeding voor werknemers»?1
Vraag 2
Hoeveel zijn de reiskosten voor werknemers sinds 2006 gestegen en hoeveel zijn werknemers
door het niet-indexeren van de onbelaste reiskostenvergoeding er (in euro’s en percentueel),
indien de werkgever deze extra kosten niet heeft bekostigd, op achteruit gegaan?
Vraag 3
Wat zijn de effecten van de enorm gestegen benzineprijzen voor werknemers die voor
hun werk moeten reizen en deze niet volledig vergoed krijgen?
Vraag 4
Klopt het dat veel werkgevers maar zeer beperkt gebruik maken van maximale onbelaste
reiskostenvergoeding? Kunt u een overzicht geven van sectoren waar werknemers vaak
niet de maximaal onbelaste reiskostenvergoeding via hun werkgever ontvangen?
Vraag 5
Klopt het dat het minimaal vergoeden van de reiskosten door werkgevers vaak in sectoren
plaatsvindt waar werknemers een laag loon ontvangen en onzekere contracten hebben?
Vraag 6
Vindt u het ook onwenselijk dat door deze lage reiskostenvergoeding werknemers een
groot deel van hun salaris moeten gebruiken voor zakelijke reiskosten?
Vraag 7
Bent u niet bevreesd dat, doordat juist in lagelonensectoren een lage reiskostenvergoeding
wordt verstrekt, er weinig geld voor werknemers overblijft voor zaken als de huur
en de boodschappen?
Vraag 8
Ziet u ook het risico dat werknemers hierdoor financieel in de problemen kunnen komen?
Vraag 9
Welke maatregelen bent u bereid te nemen om deze financiële problemen bij werknemers
met lage inkomens te voorkomen?
Vraag 10
Bent u bijvoorbeeld bereid om werkgevers op te roepen om, met name in sectoren met
lage lonen, een hogere reiskostenvergoeding te verstrekken?
Vraag 11
Bent u tevens bereid om de maximaal onbelaste reiskostenvergoeding, vanwege de enorm
gestegen benzineprijzen, te verhogen naar een realistischer bedrag?
Mededeling
Hierbij informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit
en Belastingdienst, dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Kathmann
en Nijboer (PvdA) over «achterblijvende reiskostenvergoeding van werknemers» niet
binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, omdat geen data beschikbaar
is over het gebruik van reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer door werknemers.
Op basis van onderzoek naar cao-afspraken kan wel inzicht worden gegeven in de cao’s
waarin afspraken zijn gemaakt over dergelijke vergoedingen. Naar verwachting kan beantwoording
langs deze lijn in april naar uw Kamer worden gestuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.