Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over (burger)slachtoffers als gevolg van Nederlandse bijdrage aan bombardement
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Defensie over (burger)slachtoffers als gevolg van Nederlandse bijdrage aan bombardement (ingezonden 14 januari 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 7 april 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1660.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de publicatie van de Amerikaanse Airpower Statistics, periode
2014–2021, dat een gedetailleerd overzicht is van alle acties van de Amerikaanse luchtmacht
in Afghanistan, Irak en Syrië?1 Bent u bereid om een maandoverzicht vanaf 2014 aan de Kamer te sturen over de wapeninzet
van de Nederlandse luchtmacht tegen ISIS in Irak en Syrië? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ja. Op 24 maart 2020 heeft het Ministerie van Defensie reeds met terugwerkende kracht
een overzicht gepubliceerd van de wekelijkse inzet van Nederlandse F-16’s in de anti-ISIS
coalitie in de eerste inzetperiode, tussen 2014 en 2016.2 Dit betreft het aantal missies, locaties, type doel en wapeninzet, op het detailniveau
zoals dit werd geregistreerd gedurende de tweede inzetperiode in 2018. Het totaaloverzicht
tussen 2014 en 2018 is sindsdien te vinden op defensie.nl.3 De Kamer is hierover op dezelfde dag geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 707).
Vraag 2, 3
Bent u bereid in dit overzicht op te nemen in welk land de 606 bijdragen in het kader
van de Nederlandse bijdrage van de Processing Exploitation & Dissemination (PED)-capaciteit
aan CENTCOM zijn uitgevoerd?
Kunt u aangeven hoe vaak «sporadisch» precies is in uw antwoord dat «al tijdens een
live beeldanalyse van de PED-cel» besloten werd tot wapeninzet?4
Antwoord 2, 3
Zoals aangegeven is de PED-capaciteit5 in totaal 606 keer ingezet, verdeeld over de missies Operation Inherent Resolve (OIR) van de anti-ISIS coalitie en de NAVO Resolute Support Mission (RSM) in Afghanistan.
Van deze 606 keer inzet zijn 197 opdrachten weliswaar aangenomen maar uiteindelijk
niet uitgevoerd. Dit was bijvoorbeeld te wijten aan slechte weersomstandigheden waardoor
het zicht werd belemmerd, wijzigingen in de opdrachten waardoor de uitvoering kwam
te vervallen of technische problemen met de systemen (drones en/of ontvangstapparatuur).
Aangezien de PED-cel voor dergelijke, uiteindelijk niet uitgevoerde opdrachten wel
voorbereidende activiteiten ontplooide, is dit tevens onder inzet gerekend, ondanks
dat de PED-cel in deze gevallen dus geen product opleverde.
Van de overige 409 keer inzet heeft 182 keer inzet plaatsgevonden binnen OIR en 227
keer binnen RSM. In twintig gevallen (zes keer in OIR en veertien keer in RSM) kwam
het voor dat de coalitie al tijdens een «live» beeldanalyse van de PED-cel besloot
tot een wapeninzet.
Vraag 4
Onder welke noemer zijn de voorvallen opgenomen die niet op de lijst vancredible noch van de noncredible reports zijn opgenomen?6 Om hoeveel gevallen gaat het daarbij?
Antwoord 4
De Kamer is reeds geïnformeerd dat Nederland bekend is met vier gevallen van (mogelijke)
burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse wapeninzet in de luchtcampagne van de
anti-ISIS coalitie. Twee van de vier gevallen vormden voor CENTCOM geen aanleiding
voor onderzoek. Daarom is hier geen sprake van een «noemer» maar is de Kamer feitelijk
geïnformeerd over de resultaten van het OM-onderzoek naar deze gevallen. Dit gebeurde
voor het eerst in het openbaar op 13 april 2018 (Kamerstuk 27 925, nr. 629), en o.a. op 4 november 2019 (Kamerstuk 27 925, nr. 670).
Vraag 5
Waarom bent u bereid media en ngo’s informatie te geven die u aan de Kamer onthoudt?
Bent u bereid deze informatie óók aan de Kamer te geven? Zo nee, kunt u dat toelichten?
Antwoord 5
Conform de afspraken die daarover met de Kamer zijn gemaakt7 wordt de Kamer altijd proactief geïnformeerd mocht Defensie in de toekomst besluiten
tot het openen van een onderzoek naar een vermoeden van mogelijke burgerslachtoffers
als direct gevolg van Nederlandse wapeninzet in het kader van artikel 100 van de Grondwet.
Sinds begin 2020 heeft het ministerie tweemaal vragen ontvangen van media en ngo’s
over eventuele Nederlandse betrokkenheid bij wapeninzet in de luchtcampagne van de
anti-ISIS coalitie. In beide gevallen is geantwoord dat, voor zover bij het ministerie
bekend, er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid. Deze vragen vormden derhalve
geen aanleiding tot het openen van een nieuw onderzoek door Defensie. Dit is in lijn
met de informatiepositie van de Kamer, namelijk dat Nederland bekend is met vier gevallen
van (mogelijke) burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse wapeninzet in de luchtcampagne
van de anti-ISIS coalitie.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat mede op basis van Nederlandse inlichtingen luchtaanvallen
uitgevoerd kunnen zijn die ten minste op gespannen voet staan met de regels van het
oorlogsrecht?8 Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Nee. Het aangehaalde artikel lijkt te zien op de inzet van Amerikaanse strijdkrachten
in het kader van de nationale Amerikaanse operatie Freedom Sentinel. Nederland heeft op voorhand kenbaar gemaakt dat producten van de PED-cel enkel voor
de missies Operation Inherent Resolve (OIR) van de anti-ISIS coalitie en Resolute Support Mission (RSM) in Afghanistan, en niet voor andere doeleinden mochten worden gebruikt.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat tijdens het presidentschap van Donald Trump Afghanen zijn gebombardeerd
omdat zij een walkietalkie gebruikten of er enkel een bij zich droegen? Zo nee, waarom
niet? Heeft Nederland geprotesteerd tegen deze praktijk?
Antwoord 7
Nederland kan geen uitspraken doen over de wapeninzet van bondgenoten.
Vraag 8
Kunt u uitsluiten dat Nederland betrokken is geraakt, via de PED-capaciteit, bij dergelijke
luchtaanvallen op Afghanen met een walkietalkie?
Antwoord 8
Nederland heeft op voorhand kenbaar gemaakt dat producten van de PED-cel enkel voor
de missies Operation Inherent Resolve (OIR) van de anti-ISIS coalitie en Resolute Support Mission (RSM) in Afghanistan, en niet voor andere doeleinden mochten worden gebruikt. Ook
is op voorhand kenbaar gemaakt dat producten enkel gebruikt mochten worden t.b.v.
wapeninzet die binnen de Nederlandse Rules of Engagement viel. Beide voorwaarden werden aangegeven op elk product dat door de PED-cel werd
geleverd.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat in de oorlog tegen IS huizen werden gebombardeerd als daar meerdere
auto’s geparkeerd stonden? Zo nee, waarom niet? Heeft Nederland geprotesteerd tegen
deze praktijk?
Antwoord 9
Nederland kan geen uitspraken doen over de wapeninzet van bondgenoten.
Vraag 10
Deelt u de opvatting van de Amerikaanse onderzoeksjournalist dat de rules of engagement maximaal werden opgerekt in Afghanistan?9 Kunt u aangeven hoe vaak en op welke momenten sinds 2014 Nederland de Rules of Engagement
heeft aangepast?10
Antwoord 10
Nederlandse eenheden traden in Afghanistan op onder de rules of engagement die door de NAVO waren vastgesteld voor de operatie RSM. De aangehaalde verwijzing
naar Nederlandse rules of engagement ziet op de operatie OIR in Irak.
Het aangehaalde artikel lijkt te zien op het optreden van Amerikaanse strijdkrachten
in de nationale Amerikaanse operatie Freedom Sentinel. Over de toepassing van de Amerikaanse rules of engagement in die operatie kan het kabinet geen uitspraken doen. Nederland heeft niet deelgenomen
aan operatie Freedom Sentinel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.