Schriftelijke vragen : Het bericht dat zorgbestuurders amper gecheckt worden op hun dubieuze verleden
Vragen van het lid Van den Hil (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht dat zorgbestuurders amper gecheckt worden op hun dubieuze verleden (ingezonden 7 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zorgbestuurders amper gecheckt op dubieus verleden,
nieuwe wet faalt»?1
Vraag 2
Hoe komt het dat bij geen van de 1.270 nieuwe zorgbedrijven die in 2022 zijn opgestart
een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is gevraagd of een integriteitsonderzoek is
gedaan? Kunt u dit toelichten?
Vraag 3
Bent u op basis van deze cijfers van mening dat toezichthouders met de Wet toetreding
zorgaanbieders (Wtza) voldoende in staat worden gesteld om kleine zorgbedrijven te
controleren op fraude? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Hoe beschouwt u de administratieve lastendruk voor kleine zorgaanbieders als gevolg
van de Wtza in relatie tot het aantal checks dat bij hen wordt uitgevoerd? Vindt u
dit in verhouding en verwacht u dat hier nog verandering in optreedt?
Vraag 5
Is het aantal en het type startende zorgaanbieders in 2022 vergelijkbaar met voorgaande
jaren? Zijn er signalen dat nieuwe zorgaanbieders hun personeelsbestand klein houden
om zo de kans op fraudecontroles te verkleinen?
Vraag 6
Heeft u cijfers van de hoeveelheid fraude die plaatsvindt bij kleine zorgaanbieders
(met minder dan 10 werknemers) ten opzichte van fraude bij grotere zorgaanbieders?
Met andere woorden, hoeveel fraudeurs worden potentieel gemist door kleine zorgaanbieders
niet te controleren?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat om fraudepraktijken in de zorg terug te dringen ook kleine
zorgaanbieders moeten worden gecontroleerd? Is het haalbaar om zonder dat de administratieve
lasten daarbij disproportioneel stijgen, deze kleine aanbieders toch te controleren?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u de controle op kleine zorgaanbieders en de daarbij behorende administratieve
lastendruk meenemen in de evaluatie van de Wtza? Wanneer staat deze evaluatie gepland?
Vraag 9
In hoeverre ziet het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz) toe
op kleine zorgaanbieders? Kunt u dit toelichten?
Vraag 10
Welke andere stappen kunnen worden gezet om het toezicht op malafide zorgaanbieders
te verstevigen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Berg
(CDA), ingezonden 7 maart 2022 (vraagnummer 2022Z06882).
Indieners
-
Gericht aan
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Indiener
J. van den Hil, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.