Schriftelijke vragen : Het bericht 'Bouwend Nederland: trage betalingen Rijk kosten bouwsector miljarden'
Vragen van de leden Rahimi en Peter de Groot (beiden VVD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Bouwend Nederland: trage betalingen Rijk kosten bouwsector miljarden» (ingezonden 6 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bouwend Nederland: trage betalingen Rijk kosten bouwsector
miljarden»?1
Vraag 2
Hoe verklaart u het verschil tussen de termijn van 75 dagen voordat midden- en kleinbedrijven
(mkb) geld ontvangen van het Rijk en de wettelijke betaaltermijn van 30 dagen, waar
het Rijk zich aan dient te houden?
Vraag 3
Wat is uw reactie op het onderzoek van adviesbureau Cash Discovery, waaruit blijkt
dat ondernemers gemiddeld 75 dagen moeten wachten, voordat zij door het Rijk worden
betaald?
Vraag 4
Hoe heeft deze termijn zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Is deze termijn toe- of
afgenomen en wat zijn de verklaringen hiervoor?
Vraag 5
Deelt u de mening dat, nu grote mkb-bedrijven gemiddeld 75 dagen moeten wachten op
de betaling, dit een groot beslag legt op de kaspositie van deze bedrijven en dat
dit een slechte ontwikkeling is?
Vraag 6
Kunt u uiteenzetten of deze lange betalingstermijnen ervoor hebben gezorgd dat bouwprojecten,
waar de rijksoverheid opdrachtgever van is, vertraging hebben opgelopen omdat bedrijven
in de problemen zijn gekomen?
Vraag 7
Welke signalen zijn er van bouwbedrijven die geen opdrachten meer willen aannemen
van de rijksoverheid als gevolg van de lange betalingstermijn? Welke mkb-bedrijven
zijn gestopt met toeleveranties aan grote bouwprojecten?
Vraag 8
Wat gaat u eraan doen de betalingstermijn van het Rijk te reduceren naar 30 dagen,
zodat grote mkb-bedrijven niet in de knel komen op de kapitaalmarkt, nu hun kaspositie
onder druk staat?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
H. Rahimi, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Peter de Groot, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.