Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over het artikel 'VVD-handelsminister hielp bedrijfslobby tegen aanpak kinderarbeid en milieuschade'
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het artikel «VVD-handelsminister hielp bedrijfslobby tegen aanpak kinderarbeid en milieuschade» (ingezonden 4 maart 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 1 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «VVD-handelsminister hielp bedrijfslobby tegen aanpak
kinderarbeid en milieuschade»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het artikel?
Antwoord 2
Ik heb kennisgenomen van het artikel.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat VNO-NCW in Nederland een ander standpunt uitdraagt of uitgedragen
heeft dan in Brussel?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in de beantwoording op de vragen van lid Van Dijk van 31 augustus
2021 (Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3857) heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de vernieuwing en uitwerking
van het IMVO-beleid herhaaldelijk inbreng ontvangen van o.a. VNO-NCW, bijvoorbeeld
tijdens stakeholderconsultaties.
VNO-NCW heeft constructieve bijdragen geleverd aan deze consultaties. Er zijn geen
concrete aanwijzingen ontvangen voor een andere opstelling van
VNO-NCW in Europa.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie
voor Economische Samenwerking Ontwikkeling (OESO), en daarmee een zorgplicht voor
alle bedrijven voor hun gehele toeleveringsketen, leidend zullen zijn in de Nederlandse
inzet op het Europese voorstel op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemenn (IMVO)?
Antwoord 4
Als lidstaat onderschrijft Nederland de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
en zal het kabinet bedrijven aansporen te handelen in lijn met de OESO-richtlijnen.
Momenteel bestudeert het kabinet het recent gepubliceerde Commissievoorstel inzake
IMVO. Effectiviteit, proportionaliteit en het gelijke speelveld zijn daarbij belangrijke
overwegingen. Uw Kamer wordt zoals gebruikelijk middels een BNC-fiche geïnformeerd
over de Nederlandse positie ten aanzien van het Commissievoorstel.
Vraag 5
Zal u, net als uw voorganger, parallel aan het Europese voorstel werken aan een ambitieus
Nederlands voorstel, teneinde de druk in Brussel op te voeren een ambitieuzer voorstel
overeen te komen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het coalitieakkoord 2021–2025 zal het kabinet in de EU IMVO-wetgeving
bevorderen en nationale IMVO-wetgeving invoeren die rekening houdt met een gelijk
speelveld met omringende landen en implementatie van mogelijke EU-regelgeving.
Vraag 6
Welke status heeft het rapport van de Sociaal Economische Raad (SER) voor de Europese
onderhandelingen omtrent IMVO-wetgeving?
Antwoord 6
Het SER-advies «Effectieve Europese gepaste zorgvuldigheidwetgeving voor duurzame
ketens» is positief ontvangen en is meegenomen in de totstandkoming van de bouwstenen
voor IMVO-wetgeving (Kamerstuk 26 485, nr. 377). Op basis van de Kamerbrief over de bouwstenen voor IMVO-wetgeving is een non-paper opgesteld en verspreid onder stakeholders in de Europese Unie. In het Commissievoorstel
is een groot aantal onderdelen van het non-paper terug te vinden.
Nu de Europese Commissie haar conceptrichtlijn voor verplichte gepaste zorgvuldigheid
heeft gepubliceerd, is een nieuw hoofdstuk gestart om tot een dwingende Europese maatregel
te komen. Momenteel bestudeert het kabinet het recent gepubliceerde Commissievoorstel.
Uw Kamer wordt zoals gebruikelijk geïnformeerd over de Nederlandse positie ten aanzien
van het Commissievoorstel middels een BNC-fiche.
Vraag 7, 8
Met welke stakeholders heeft u gesproken ter consultatie voor het bepalen van het
Nederlandse standpunt omtrent IMVO-wetgeving? Zijn er daarnaast nog andere stakeholders
geconsulteerd en zo ja, welke?
Bent u bereid de Kamer een overzicht te geven, waarin uiteengezet wordt hoe het Nederlandse
standpunt tot stand is gekomen, welke input van stakeholders daarin meegenomen is
en hoe deze heeft doorgewerkt in de Nederlandse inzet, zowel op Europees niveau als
de mogelijke nationale wetgeving?
Antwoord 7, 8
Momenteel wordt het kabinetsstandpunt bepaald ten aanzien van het gepubliceerde Commissievoorstel
inzake IMVO. Ik heb hiertoe gesproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven
en het maatschappelijk middenveld. Uw Kamer zal zoals gebruikelijk een BNC-fiche hierover
ontvangen.
Bij de totstandkoming en uitwerking van de beleidsinzet op gebied van IMVO2, waarvan IMVO-wetgeving onderdeel uitmaakt, is uitgebreid met vele verschillende
stakeholders gesproken. Op de IMVO-webpagina op rijksoverheid.nl is verslag gedaan
van de stakeholderconsultaties.3 In de beantwoording op vragen van het lid Van Dijk (Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 3857) heeft mijn voorganger reeds een overzicht gedeeld van de gesprekken die gevoerd
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.