Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022 (Kamerstuk 28676-394)
28 676 NAVO
Nr. 396 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 11 april 2022
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 25 maart 2022
over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april
2022 (Kamerstuk 28 676, nr. 394)
De vragen en opmerkingen zijn op 29 maart 2022 aan de Minister van Buitenlandse Zaken
voorgelegd. Bij brief van 31 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de NAVO Ministeriële Bijeenkomst van 6 en 7 April 2022 (Kamerstuk 28 676, nr. 394). Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
Rusland/Oekraïne
De leden van de VVD-fractie veroordelen de Russische invasie van Oekraïne. In de geannoteerde
agenda geeft de Minister aan dat er tijdens de top niet alleen stil wordt gestaan
bij de reactie van de NAVO op deze gebeurtenissen, maar er ook gekeken wordt naar
welke verdere stappen nodig zijn. Ook wordt vooruit geblikt op wat dit zou kunnen
betekenen voor de verhouding met Rusland. Kan de Minister aangeven wat er volgens
hem nog meer gedaan kan worden dan de huidige inspanningen van de NAVO? Zijn de NAVO-landen
voornemens om materiële militaire steun aan Oekraïne te blijven geven en daarbij waar
nodig onderling samen te werken en af te stemmen. Steunt de Minister de mogelijke
inzet van NAVO-landen om zwaardere wapens te leveren?
1. Antwoord van het kabinet:
Kern van de NAVO-inzet is gericht op de afschrikking en verdediging van het eigen
verdragsgebied. Het kabinet onderschrijft de maatregelen die daartoe zijn genomen
en draagt daar actief aan bij. De NAVO bekijkt verdere stappen, ook voor de langere
termijn.
Bondgenoten zijn daarnaast eensgezind over de noodzaak om Oekraïne economische, humanitaire
en militaire steun te verlenen. De steun die de NAVO als organisatie biedt aan Oekraïne
is vooral gericht op capaciteitsopbouw via de NAVO trust funds. Individuele bondgenoten
geven (militaire) steun aan Oekraïne om zichzelf te kunnen verdedigen tegen de Russische
invasie. De invulling van deze steun is aan de bondgenoten zelf. Het kabinet onderschrijft
wel het belang van onderlinge samenwerking en afstemming. Nederland zal daarom wederom
pleiten voor eenheid, afstemming en nauwe samenwerking onderling en met partners als
de EU.
De VVD-fractieleden willen het belang van het versterken van met name de oostflank
van het NAVO-grondgebied benadrukken. Welke initiatieven hiertoe verwacht de Minister
te bespreken tijdens deze top?
2. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet onderschrijft het belang van het versterken van de oostflank van het NAVO-verdragsgebied.
De NAVO zet alle benodigde stappen om de veiligheid van het verdragsgebied te waarborgen.
De NAVO heeft daartoe al verschillende maatregelen genomen, waaraan Nederland heeft
bijgedragen.
Ook op lange termijn zal de NAVO haar afschrikking en verdediging aanpassen aan de
nieuwe realiteit die na de Russische invasie is ontstaan. De precieze invulling van
deze versterking is een langer lopend proces, dat waarschijnlijk tijdens de NAVO-top
in juni in Madrid weer op de agenda staat. Zoals ook in het verslag van de laatste
ministeriële bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie is gemeld, staat Nederland
klaar om bij te dragen aan maatregelen ter verdere versterking van de bondgenootschappelijke
afschrikking en verdediging op de langere termijn.
NAVO 2030/Strategisch Concept
De VVD-leden zijn verheugd om te lezen dat er vooruitgang wordt geboekt met het strategisch
concept. Deze leden delen de mening van het kabinet dat er moet worden vastgehouden
aan alle kerntaken van de NAVO. De recente inval van Rusland in Oekraïne laat zien
dat de veiligheidssituatie aan de randen van het NAVO-gebied substantieel veranderd.
Een sterke NAVO is cruciaal voor onze veiligheid. Het strategisch concept moet inspelen
op deze veranderde situatie en de eerste geleerde lessen van de Russische invasie
van Oekraïne meenemen. De VVD-fractieleden erkennen daarbij de noodzaak om in dialoog
te blijven en te werken aan een lange termijn perspectief. Het is echter ook goed
mogelijk dat Rusland de komende jaren haar agressie richting voormalige staten van
de Sovjet-Unie en andere landen in Europa verder zal opvoeren. Ook met dat scenario
dient het concept rekening te houden. Deelt de Minister deze mening? Op welke manier
kan Nederland zich daarvoor inzetten?
3. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is van mening dat de sterk veranderde veiligheidssituatie op het Europese
continent al heeft geleid tot meer aandacht binnen de NAVO voor collectieve verdediging.
Het essentiële belang van artikel 5 staat alle Bondgenoten scherp voor ogen. Dit zal
ook zijn weerslag vinden in het volgende Strategisch Concept. Het kabinet hecht eraan
dat in het volgende Strategisch Concept alle drie de kerntaken van de NAVO behouden
blijven. Nederland zal deze elementen in de onderhandelingen over het volgende Strategisch
Concept dan ook inbrengen.
De leden van de VVD zien de NAVO als bewezen en effectief vehikel voor het bevorderen
van samenwerking tussen landen om de collectieve veiligheid te garanderen. Deelt de
Minister die visie? Hoe draagt het strategisch concept eraan bij dat deze samenwerking
verder wordt vormgegeven?
4. Antwoord van het kabinet:
De NAVO is een cruciaal trans-Atlantisch veiligheidsforum en de hoeksteen van onze
collectieve verdediging. Het biedt een effectief platform voor afschrikking van agressie
en voor de onderlinge informatie-uitwisseling en coördinatie ten aanzien van het verdedigen
van de collectieve veiligheid. Het kabinet is van mening dat het belang van die rol
benoemd moet worden in het volgende Strategisch Concept. Ook in het kader van het
moderniseringsproces NAVO2030 wordt gewerkt aan het militair sterk houden en het politiek
sterker maken van de NAVO, onder andere door verdere versteviging van de onderlinge
communicatie en afstemming.
Kan de Minister aangeven of en hoe (groepen) lidstaten een meer regionale focus zullen
kiezen? Welke rol krijgt Nederland hierin? Hoe verhoudt zich dat tot bestaande initiatieven
als het Framework Nations Concept. Krijgt deze focus ook zijn weerslag in de toedeling
van gevraagde capaciteiten van lidstaten?
5. Antwoord van het kabinet:
De NAVO werkt op dit moment aan het ontwikkelen van plannen die de organisatie van
militaire eenheden in het verdragsgebied zullen beïnvloeden. De drie Joint Force Commands (Brunssum, Napels, Norfolk) krijgen elk een verantwoordelijkheidsgebied waarbinnen
eenheden in drie niveaus van gereedheid worden gerangschikt. Het ligt in de verwachting
dat, mede gezien de nauwe samenwerking van met strategische partners Duitsland, België,
Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, het merendeel van de gezamenlijke
capaciteiten worden opgenomen in deze plannen. Het ligt in de rede dat het Framework
Nations Concept ook in dit kader toegepast zal worden.
De VVD-leden steunen de aandacht voor nieuwe technologieën. Kan de Minister toezeggen
dat er hierbij ook aandacht komt voor het behoud van een kwalitatieve voorsprong door
NAVO-landen? Wordt hierbij ook een link gelegd met de sessie over samenwerking met
gelijkgezinde landen in Azië en Oceanië? Kan de NAVO als vehikel dienen voor samenwerking
met deze landen om technologisch superieur te blijven ten opzichte van Rusland en
China?
6. Antwoord van het kabinet:
In het volgende Strategisch Concept is een belangrijke plaats weggelegd voor het NAVO-beleid
op het gebied van Emerging and Disruptive Technologies (EDT), dat erop gericht is de technologische voorsprong te behouden. De NAVO bevordert
de uitwisseling en samenwerking tussen de bondgenoten op EDT gebied. DIANA (NAVO’s
Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic) is daarbij een van de instrumenten. Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingsverbanden
op technologiegebied tussen NAVO-bondgenoten en landen in Azië en Oceanië.
Het is belangrijk dat het strategisch concept voor het volgende decennium ook aandacht
besteedt aan de groeiende dreiging van China. De leden van de VVD-fractie lezen dat
het uitgangspunt hiervoor is dat China een partner, economische concurrent en strategisch
rivaal is. We zien echter dat China steeds minder een partner is en steeds meer een
strategisch rivaal, bijvoorbeeld door de opstelling die het land neemt ten opzichte
van de Russische invasie van Oekraïne. Deelt de Minister deze mening? Op welke manier
wordt hier rekening mee gehouden in het strategisch concept?
7. Antwoord van het kabinet:
Ook het kabinet constateert dat de balans in de relatie met China aan het verschuiven
is en meer nadruk komt te liggen op het beschermen van onze waarden en belangen, onze
veiligheid en statelijke dreigingsaspecten. In het kader van het volgende Strategisch
Concept wordt gekeken naar verschillende aspecten van China’s opkomende macht en in
het bijzonder de groeiende Chinese militaire capaciteit in al haar facetten. Naast
engagement met China, betreft dit het verzamelen van informatie en het opbouwen van
kennis in het licht van de veiligheidsuitdagingen die het NAVO-bondgenootschap raken.
In hun verklaring bij de NAVO Top van 24 maart 2022 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1796) riepen staatshoofden en regeringsleiders China op zich te onthouden van steun aan
de Russische inval in Oekraïne en Rusland niet te helpen bij het omzeilen van de sancties.
Georgië en Oekraïne
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen om tijdens de NAVO
ministeriële te spreken over de veiligheid van de regio rondom Oekraïne en Georgië.
In de brief wordt aangegeven dat landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar
zijn voor ondermijning en militaire agressie van Rusland extra aandacht krijgen. Kan
de Minister verder toelichten welke maatregelen er besproken worden? Kan de Minister
aangeven hoe de recente gezamenlijke NAVO-Georgië oefeningen zijn verlopen?
8. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen in de directe
nabijheid van de NAVO tegen Russische ondermijning en militaire agressie. Tijdens
de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken van 7 april zullen de
bondgenoten spreken over welke mogelijkheden er zijn om deze landen hierin te ondersteunen,
ook met onder meer Oekraïne en Georgië aan tafel.
In de periode van 12 tot 26 maart vond voor de derde keer de driejaarlijkse oefening
NATO Georgia 2022 op het Joint Training and Evaluation Center (JTEC) ten zuiden van Tbilisi plaats. Aan de oefening namen 17 NAVO-landen deel,
waaronder Nederland, en vier NAVO-partner landen (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië en
Zweden). Nederland leverde zes deelnemers aan de oefening.
Gezien de kwetsbare positie van Georgië is het belangrijk dat dergelijke oefeningen
plaatsvinden. Het kabinet kijkt positief terug op de oefening. Dat de oefening van
grote waarde was voor Georgië bleek uit de aanwezigheid van de Georgische president,
Minister-President, voorzitter van het parlement, Minister van Defensie en Commandant
der Strijdkrachten op de Distinguished Visitors Day.
NAVO-partners in Azië en Oceanië
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te lezen dat het kabinet samenwerking
met de partners in Azië en Oceanië essentieel acht. Wat wordt concreet bedoeld met
«steeds meer een wereldwijd perspectief»? Hoe zou deze samenwerking met partners in
Azië en Oceanië volgens het kabinet concreet vorm moeten krijgen?
9. Antwoord van het kabinet:
Geopolitieke ontwikkelingen en mogelijke directe en indirecte gevolgen daarvan worden
in NAVO verband besproken. Door onder meer snelle technologische ontwikkelingen kan
een potentiële uitdaging voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch grondgebied overal
ter wereld ontstaan. Dat vraagt dat de NAVO zich ook steeds bewuster moet zijn van
wat er buiten het verdragsgebied gebeurt. Daarnaast wordt meer samengewerkt met partners
wereldwijd (global partners), in Azië specifiek met de AP4-landen – Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea.
Samenwerking met deze partners krijgt bijvoorbeeld concreet vorm via de uitwisseling
van informatie over regionale ontwikkelingen in Europa en Azië.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken voor de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april 2022. Deze leden hebben
nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de oorlog in Oekraïne. Hoe oordeelt
de Minister over de huidige situatie omtrent het leveren van wapens aan Oekraïne?
Wordt er naar het inzien van de Minister genoeg gedaan of kan de Minister zonder te
specificeren aangeven dat er meer gedaan kan worden? Zo ja, kan de Minister toezeggen
hiervoor te pleiten bij de aankomende raden? Kan de Minister ingaan op het idee om
de S300 luchtdoelraketsystemen van Slowakije of Turkije te leveren aan Oekraïne? De
herpositionering van de Nederlands-Duitse patriotluchtafweersystemen zou hier in het
geval van Slowakije een mogelijkheid voor moeten bieden.
10. Antwoord van het kabinet:
Over het leveren van militaire goederen wordt de Kamer vertrouwelijk geïnformeerd.
Op materiële militaire steun en wapenleveranties die door verschillende bondgenoten
op bilaterale basis wordt gegeven of overwogen kan het kabinet niet ingaan. Zie ook
het antwoord op vraag 1.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de verhoogde kansen tot humanitaire
hulp aan Oekraïne. Hoe oordeelt de Minister over de recente diplomatieke ontwikkelingen
betreffende afspraken over humanitaire corridors? Welke belemmeringen vinden er hier
plaats? Wat kunnen de verschillende NAVO-partners doen om deze belemmeringen volgens
de Minister te mitigeren? Wat doet Nederland hierbij?
11. Antwoord van het kabinet:
Zoals aangegeven in de brief van 18 maart jl. van de Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking over de humanitaire inspanningen voor Oekraïne en buurlanden1, is een groot obstakel voor adequate humanitaire hulpverlening de humanitaire toegang
in Oekraïne. Nederland zet zich hard in voor het naleven van het humanitair oorlogsrecht
in al zijn aspecten, waaronder het verlenen van humanitaire doorgang en toegang. Voor
humanitaire toegangsonderhandelingen ligt de verantwoordelijkheid bij de professionele
humanitaire organisaties van de VN – met name het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, UN OCHA – en het Rode Kruis, in samenwerking met de Oekraïense autoriteiten. Het
is van belang dat de leiding bij deze organisaties wordt gelaten. Zij staan voor onpartijdige,
neutrale, humane en onafhankelijke humanitaire hulp. Nederland biedt politieke en
diplomatieke ondersteuning aan de inspanningen van humanitaire organisaties om hun
toegang zeker te stellen waar en wanneer dat noodzakelijk is. De Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 28 en 29 maart in Genève gesprekken gevoerd
met diverse humanitaire organisaties, waaronder over dit onderwerp. De Kamer zal per
brief over deze gesprekken worden geïnformeerd.
Hoe oordeelt de Minister verder over de recente diplomatieke ontwikkelingen rondom
een mogelijke evacuatieoperatie voor de mensen die vast zitten in Marioepol en andere
omliggende steden en dorpen in door Rusland bezet gebied? Hoe zou een dergelijke evacuatie
operatie er volgens de Minister uit zien? Wat zijn de mogelijke risico’s bij een dergelijke
evacuatie?
12. Antwoord van het kabinet:
Humanitaire respons en protectie is allereerst aan professionele humanitaire partners
zoals de VN en de Rode Kruis Rode Halve Maan Beweging, in nauwe samenwerking met de
Oekraïense autoriteiten. Ook keuzes over manieren om burgers te beschermen liggen
primair bij deze gespecialiseerde organisaties. Het is aan de internationale gemeenschap,
waaronder Nederland, om stevige politieke steun te geven aan hun inspanningen. Zoals
gesteld in het antwoord op vraag 11 heeft mijn collega Minister Schreinemacher recent
een aantal gesprekken gevoerd in Genève over humanitaire toegang en protectie. Zij
zal de Kamer daarover schriftelijk informeren.
De leden van de D66-fractie achten de mogelijke rol van het Rode Kruis in deze oorlog
als zeer belangrijk. Hoe zet Nederland zich op dit moment in om het Rode Kruis te
ondersteunen in Oekraïne? Hoe denken haar NAVO-partners over deze rol en hoe zetten
deze landen zich daarvoor in? Deelt de Minister de mening van deze leden dat een dergelijke
evacuatiemissie de meeste kans van slagen heeft als het Rode Kruis een grote rol toebedeeld
krijgt?
13. Antwoord van het kabinet:
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet terug naar de antwoorden op vragen
11 en 12.
De leden van de D66-fractie hechten een grote waarde aan het slimmer en strategischer
inzetten van sancties, waarbij concrete eisen en doelstellingen worden gekoppeld aan
onze sancties. Deze leden constateren dat de huidige sancties nog niet ingebed zijn
in een politieke strategie. Hoe oordeelt de Minister over deze constatering? Hoe denkt
de Minister de strategische werking van sancties te verbeteren in NAVO-verband? Hoe
denken haar NAVO-partners hierover? Hoe kunnen we deze sancties beter koppelen aan
strategische doelen, zoals het verbeteren van humanitaire corridors of het bevorderen
van humanitaire evacuatiemogelijkheden? Welke sancties willen de Minister en haar
NAVO-partners Poetin in het vooruitzicht stellen bij verdergaand geweld tegen burgers?
Hoe kunnen we Poetin door middel van de strategische communicatie tot bepaalde keuzes
dwingen? Hoe denkt de Minister over het mogelijk in het vooruitzicht stellen van het
gedeeltelijk afschalen van sancties in ruil voor gewenste Russische acties?
14. Antwoord van het kabinet:
Nederland neemt sancties aan in EU-verband en niet in het kader van de NAVO. De NAVO
beschikt niet over een sanctie-instrument. Wel vindt er nauwe coördinatie plaats tussen
de EU en niet-EU NAVO-lidstaten over het voorbereiden, aannemen, en communiceren over
sanctiemaatregelen. Over de implementatie en naleving van sancties vindt eveneens
samenwerking plaats tussen de EU en niet-EU NAVO-lidstaten, bijvoorbeeld in het kader
van de G7 Russian Elites, Proxies, and Oligarchs
Task Force.
Met de ongeëvenaard zware sancties tegen Rusland trekken de EU en haar sleutelpartners
een heel duidelijke lijn dat deze grove schending van het internationaal recht onacceptabel
is. Ook wordt met de sanctiemaatregelen druk uitgeoefend op Rusland en Belarus om
tot een andere koers te komen. De effecten van de sancties moeten nog kristalliseren
maar nu al is duidelijk dat de impact groot is en de economische en technologische
capaciteiten van Rusland sterk worden ingeperkt, zeker op de lange termijn. Hierdoor
wordt het moeilijker voor het Kremlin om de oorlog voort te zetten of uit te breiden.
De sancties zijn daarmee een onderdeel van de bredere strategie van de EU en haar
partners, waar uiteraard ook ruim aandacht voor de humanitaire aspecten van de crisis
is. Nederland roept alle partijen op om te zorgen voor voldoende humanitaire toegang
en evacuatiemogelijkheden.
Wat het kabinet betreft liggen alle opties op tafel voor aanvullende sanctiemaatregelen,
waarbij oog moet worden gehouden voor de leveringszekerheid van energie. Het kabinet
acht het niet opportuun om in het openbaar te speculeren over concrete maatregelen
die al dan niet worden voorbereid op dit moment. Inherent aan sancties is dat ze kunnen
worden opgeheven bij concrete gedragsverandering, in dit geval te beginnen bij een
einde te maken aan de huidige agressie. Daartoe wordt Rusland ook herhaaldelijk opgeroepen,
maar daarvan is nu nog geen sprake, dus evenmin van sanctieverlichting.
Kan de Minister een update geven over de uitvoering van motie van het lid Sjoerdsma
c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1763) over het doorlichten van de sanctiewetgeving en het instellen van een meldplicht
voor bedrijven en entiteiten? Kan de Minister daarbij ook ingaan op de sanctie-eenheid
die na de begrotingsbehandeling in het najaar is ingesteld conform amendement van
het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 35 925 V, nr. 14)? Is deze eenheid volledig bemand en heeft deze voldoende capaciteit om de internationale
sanctiepakketten op de juiste manier te implementeren en te handhaven?
15. Antwoord van het kabinet:
Zoals onlangs gemeld aan uw Kamer is een stuurgroep opgericht om de naleving en handhaving
van sancties waar nodig te verbeteren2.
In dit kader zal voor de verschillende sancties worden onderzocht of aanvullende maatregelen
nodig zijn. De werving voor de nieuwe sanctie-eenheid is van start gegaan. Daarbij
wijst het kabinet erop dat de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk is
voor de totstandkoming van sancties, inclusief onderhandelingen in Brussel en onderzoekswerk
voor bijvoorbeeld individuele listings, waarop de nieuwe eenheid zich zal richten. De Minister van Buitenlandse Zaken is
tevens verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemene sanctiebeleid, stelt
de sanctieregelingen op en wijst toezichthouders aan in overeenstemming met de Minister
die het mede aangaat. De uitvoering van de sanctiemaatregelen, met uitzondering van
inreisverboden, ligt echter niet bij de Minister van Buitenlandse Zaken omdat deze
niet over de operationele verantwoordelijkheid voor binnenlandse aangelegenheden beschikt.
De verschillende ministeries zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanctiemaatregelen
op hun terrein. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft een beheersverantwoordelijkheid
voor het Openbaar Ministerie als het gaat om opsporing en vervolging van overtredingen
van de sanctieregelgeving.
Kan de Minister tot slot een update geven over de afspraken die er tussen NAVO-bondgenoten
worden gemaakt over de implementatie en naleving van sancties? Welke rol speelt de
NAVO daarbij?
16. Antwoord van het kabinet:
Voor het antwoord op van deze vraag verwijst het kabinet naar de beantwoording van
vraag 14.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de diplomatieke ontwikkelingen rondom
de oorlog in Oekraïne. In hoeverre is er zowel bilateraal als multilateraal contact
met China om de beëindiging van deze oorlog te bespoedigen? Op welke manier denkt
de Minister zowel in bilateraal als in coalitieverband China te overtuigen dat het
in hun eigen belang is om druk uit te oefenen op Rusland om deze oorlog te beëindigen?
17. Antwoord van het kabinet:
Nederland spreekt China bij elke gelegenheid aan op zijn verantwoordelijkheid als
permanent lid van de VN Veiligheidsraad en roept China op om zijn invloed bij Rusland
aan te wenden om een onmiddellijk einde te maken aan de oorlog in Oekraïne. De gevolgen
van het conflict worden wereldwijd gevoeld en het is in China’s eigen belang om actief
mee te werken aan de internationale inspanningen om vrede te bewerkstelligen.
Daarnaast riepen staatshoofden en regeringsleiders in hun verklaring bij de NAVO Top
van 24 maart 2022 China op zich te onthouden van steun aan de Russische inval in Oekraïne
en Rusland niet te helpen bij het omzeilen van de sancties3.
Deze leden constateren dat Turkije een actieve en bemiddelende rol probeert te spelen.
Hoe kunnen de rest van de NAVO-bondgenoten Turkije hierbij ondersteunen en tegelijkertijd
invloed uitoefenen op mogelijke uitkomsten?
18. Antwoord van het kabinet:
Er is zowel vanuit Nederland als vanuit andere NAVO-bondgenoten grote waardering voor
de actieve rol die Turkije speelt in het faciliteren van onderhandelingen en het komen
tot de-escalatie en een diplomatieke oplossing. Bondgenoten spreken deze waardering
bij herhaling in zowel NAVO-verband alsook in verschillende bilaterale contacten met
Turkije uit. Ook tijdens het bezoek van de Minister-President aan Ankara op 22 maart
jongstleden, en het gesprek tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en zijn Turkse
collega de heer Çavuşoğlu en marge van de NAVO Top van 24 maart 2022 is dit aan de
orde gekomen. Er ligt er op dit moment voor zover bekend geen verzoek vanuit Turkije
voor ondersteuning bij deze inspanningen. Buiten het feit dat de NAVO en de afzonderlijke
NAVO-bondgenoten een zo snel mogelijke diplomatieke oplossing van het conflict voorstaan
zijn zij geen direct betrokken partijen in deze onderhandelingen. Het proces is in
de eerste plaats aan de onderhandelaars zelf.
De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar de hernieuwde versie van
het Strategisch Concept (SC). Welke elementen van het SC zijn voor de Minister het
belangrijkst? Hoe zorgt de Minister ervoor dat deze elementen terugkomen in de eindversie?
Is de Minister het met deze leden eens dat de lidstaten van de Europese Unie binnen
de NAVO het eigen grondgebied zelfstandig moet kunnen verdedigen? Zo ja, welke concrete
stappen gaan er binnen NAVO-verband gezet worden om dit te realiseren? Hoe zal dit
element verwerkt worden binnen het Strategisch Concept?
19. Antwoord van het kabinet:
Voor het kabinet is van belang dat de drie hoofdtaken van de NAVO ook in het volgende
Strategisch Concept gehandhaafd blijven. Daarnaast is voor het kabinet van prioritair
belang dat de sterk veranderende veiligheidssituatie zijn weerslag vindt in het nieuwe
Concept. Dat heeft zowel betrekking op het agressieve handelen van Rusland als de
toegenomen assertiviteit van China. Ook moet in het volgende Strategisch Concept aandacht
worden geschonken aan het kwaadwillende gebruik van nieuwe en ontwrichtende technologieën,
de rol die de NAVO kan spelen op het gebied van wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie
(ADN) alsook de impact van klimaatverandering op veiligheid. Ook het grote belang
van weerbaarheid is een prioriteit. Ten slotte is voor het kabinet van prioritair
belang dat aandacht wordt besteed aan samenwerking van de NAVO met partners, waarbij
de EU een van de belangrijkste partners is. Nederland zal zich hiervoor inzetten tijdens
de onderhandelingen.
De NAVO is en blijft de hoeksteen van onze collectieve veiligheid en tevens de basis
voor ons integrale veiligheidsbeleid. Wel zullen Europese landen een grotere verantwoordelijkheid
moeten dragen voor de Europese veiligheid. Een groter militair handelingsvermogen
voor Europa komt ook de NAVO ten goede en brengt de trans-Atlantische relatie beter
in balans, waardoor deze toekomstbestendiger en effectiever wordt.
Europese slagkracht vraagt om additionele investeringen van Europese landen in hun
defensie. Veel Europese landen, inclusief Nederland, voldoen niet aan de 2% norm van
de NAVO. De NAVO is bij de Top van 24 maart 2022 overeengekomen additionele plannen
voor het tegemoetkomen aan deze norm te bespreken in Madrid in juni4.
Deze leden hechten een grote waarde aan de nauwe NAVO-EU-samenwerking en onderstrepen
de positie van de Nederlandse regering dat dit een speerpunt van het Nederlandse veiligheidsbeleid
is. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat dit speerpunt gewaarborgd is binnen het
Strategisch Concept? Hoe wordt de interoperabiliteit tussen de NAVO en de EU verbeterd?
Hoe gaat de Minister bijdragen om de militaire standaarden binnen NAVO-verband verder
te stroomlijnen? Hoe kan gezamenlijke Europese defensie inkoop en aanbesteding hier
een grotere rol in spelen? Is de Minister het met deze leden eens dat we de inrichting
en gezamenlijke investeringen betreffende het Strategisch Concept vanuit een top-down
benadering zouden moeten invullen, zodat verdere versnippering en protectionisme niet
leidt tot inefficiëntie van de collectieve defensiemachten? Zo ja, op welke concrete
manier denkt hij deze benadering binnen NAVO-verband in te vullen? Is de Minister
het verder met deze leden eens dat multilaterale gezamenlijke investeringen en aanbestedingen
preferabel zijn boven bilaterale gezamenlijke investeringen en aanbestedingen binnen
NAVO-verband?
20. Antwoord van het kabinet:
De NAVO en de EU zien zich geconfronteerd met grotendeels dezelfde dreigingen en beschikken
over instrumenten die elkaar goed kunnen aanvullen. In de huidige crisis komt het
belang en de meerwaarde van een goede NAVO-EU samenwerking en complementariteit duidelijk
naar voren. Het feit dat zowel de EU (Strategisch Kompas) als de NAVO (Strategisch
Concept) strategiedocumenten kort na elkaar afronden in 2022, biedt een unieke gelegenheid
om de onderlinge coherentie en complementariteit tussen beide organisaties verder
te versterken.
Nederland heeft samen met Duitsland concrete voorstellen gedaan voor de verdere versterking
van de NAVO-EU samenwerking en maximale complementariteit, die breed worden gedragen
door zowel NAVO bondgenoten als EU-lidstaten. Bijvoorbeeld als het gaat om het intensiveren
van de informatie-uitwisseling en direct overleg tussen vertegenwoordigers van beide
organisaties. Maar ook als het gaat om het intensiveren van samenwerking die inspeelt
op nieuwe type uitdagingen zoals disruptieve technologieën, klimaatverandering, hybride
dreigingen en desinformatie.
Als onderdeel van deze coherentie en complementariteit acht het kabinet het van groot
belang dat de in EU-verband ontwikkelde capaciteiten ook ten goede komen aan de NAVO.
De lidstaten hebben elk immers de beschikking over een single set of forces, die in verschillende verbanden kan worden ingezet. Dit is recent ook zo vastgelegd
in het aangekomen EU Strategisch Kompas.
Capaciteitendoelstellingen worden niet geadresseerd in het NAVO Strategisch Concept,
maar worden bondgenoten toegewezen (en door hen geaccepteerd) in het kader van het
NATO Defence Planning Proces. Voor additionele plannen om aan de 2% norm te voldoen, zie vraag 19.
De leden van de D66-fractie achten de groeiende samenwerking tussen de NAVO en landen
in Azië van groot belang. Hoe zal de samenwerking met landen als Australië, Japan,
Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea vorm krijgen in de uitwerking van het Strategisch Concept?
Wat is de Nederlandse positie hierbij? Wordt er bijvoorbeeld nagedacht over de uitrol
van militaire samenwerkingsverbanden met deze landen? Zo ja, hoe? Speelt de potentiele
dreiging van China in Azië verder een rol in deze samenwerking?
21. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is voorstander van NAVO-samenwerking met landen als Australië, Japan,
Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. Het gaat daarbij om uitwisseling van informatie over
regionale ontwikkelingen in Europa en Azië. Het kabinet acht het van belang dat deze
samenwerking een passende vermelding krijgt in het volgende Strategisch Concept.
Onder de global partnership samenwerking wordt met deze landen ook militair samengewerkt op onder meer capaciteitsopbouw,
opleidingen en uitwisseling van militair personeel.
De leden van de D66-fractie hechten een grote waarde aan de veiligheid van landen
als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina. Op welke manier wordt er op dit moment
samengewerkt met deze landen om hun veiligheid te waarborgen? Hoe kan de NAVO een
rol spelen om de veiligheidssituatie binnen deze landen te verhogen?
22. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet hecht aan de veiligheid van landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina.
Deze landen zijn partnerlanden van de NAVO. Dat betekent dat de NAVO hen actief ondersteunt
bij de hervorming van onder andere de defensie- en veiligheidssector. Bosnië-Herzegovina
kreeg in 2010 de uitnodiging voor Membership Action Plan (MAP)-status en krijgt in dit kader intensieve ondersteuning bij hervormingen. Georgië
en Oekraïne zijn Enhanced Opportunity Partner (EOP). In dit kader zijn er bijvoorbeeld afspraken gemaakt over interoperabiliteit,
trainingen en deelname aan oefeningen. Nederland draagt via verschillende NAVO trustfunds
bij aan samenwerking met zowel Oekraïne als Georgië. Tijdens de NAVO ministeriële
bijeenkomst van 6 en 7 april zullen de bondgenoten spreken over aanvullende mogelijkheden
om deze landen te ondersteunen in de versterking van hun weerbaarheid tegen de Russische
dreiging, ook met onder meer Georgië en Oekraïne aan tafel.
In de ondersteuning van deze landen is NAVO-EU samenwerking belangrijk. Het kabinet
hecht aan het robuuste mandaat van de EUFOR Althea missie in Bosnië-Herzegovina om
de veiligheid en stabiliteit in het land te waarborgen. De missie is begin dit jaar
opgeschaald naar 1100 militairen door het inzetten van de Intermediate Reserve Forces.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de positie van Zweden en Finland richting
het NAVO-lidmaatschap. Kan de Minister een update geven over de huidige positie van
deze landen en daarbij spelende diplomatieke ontwikkelingen? Staat de Nederlandse
regering welwillend tegenover een potentiele toetreding van deze landen?
23. Antwoord van het kabinet:
Zweden en Finland werken nauw samen met de NAVO en sluiten regelmatig aan bij verschillende
overleggen. Er vindt ook militaire samenwerking plaats tussen NAVO-bondgenoten en
Zweden en Finland.
Het is aan Zweden en Finland om een besluit te nemen of zij het lidmaatschap van de
NAVO aan willen vragen. Op dit moment ligt een dergelijke aanvraag niet voor.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Rusland/Oekraïne
Het is de leden van de PVV-fractie volstrekt duidelijk dat de vreselijk oorlog in
Oekraïne op de korte en lange termijn enorme implicaties heeft voor het NAVO-bondgenootschap.
Voor wat betreft de korte termijn is het niet meer dan logisch dat tijdens de bijeenkomst
van 6 en 7 april 2022 weer gesproken gaat worden over de versterking van het verdragsgebied.
De leden van de PVV-fractie steunen de tot op heden genomen extra maatregelen en zullen
de ontwikkelingen op dit punt met bijzondere interesse volgen. Wel willen de leden
weten of er op dit punt – de versterking van het verdragsgebied – nog concrete nieuwe
besluiten genomen gaan worden tijdens de bijeenkomst. Is dat het geval? Zo ja, om
welke maatregelen gaat het en levert Nederland hieraan nog een extra bijdrage?
24. Antwoord van het kabinet:
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet naar het antwoord op vraag 2.
Een Nederlands Patriot-luchtafweersysteem zou gestationeerd worden op de luchtmachtbasis
Sliac in Slowakije. Is dat systeem inmiddels gearriveerd en operationeel? In één van
de eerdere regeringsbrieven staat dat de inzet van het luchtafweersysteem wordt afgestemd
met Slowakije en Duitsland, en dat er nadere afspraken over worden gemaakt. Kan dit
uiteindelijk betekenen dat het systeem in plaats van in Centraal-Slowakije, meer naar
de grensregio wordt verplaats bij een verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne?
Zo ja, wordt de Kamer er dan meteen over geïnformeerd?
25. Antwoord van het kabinet:
Het Nederlandse Patriot-luchtverdedigingssysteem is op dit moment nog niet ontplooid
in Slowakije. Het Ministerie van Defensie voert momenteel een verkenningsmissie uit
in Slowakije om de voorbereidingen voor ontplooiing te treffen en nadere afspraken
te maken met Framework Nation Duitsland en gastland Slowakije. Het moment van ontplooiing zal mede afhankelijk
zijn van de bevindingen en uitkomsten van deze verkenningsmissie. Er is nu geen sprake
van inzet op een andere locatie.
Strategisch Concept
De NAVO-landen zijn voornemens om in juni een nieuw Strategisch Concept aan te nemen.
De leden van de PVV-fractie zien, net als de regering, de noodzaak daarvan in. Ook
het komende decennium moet het bondgenootschap de onaantastbare en onomstotelijke
hoeksteen blijven van ons defensie- en veiligheidsbeleid, en dat kan alleen met een
geactualiseerde strategische blik vooruit.
De leden zien op wat losse hoofdlijnen na, alleen niet wat de concrete Nederlandse
inbreng wordt ten aanzien van het Strategisch Concept. Vanaf dit voorjaar starten
de onderhandelingen erover. Op welke punten legt Nederland bij die onderhandelingen
de nadruk? Zijn er concrete beleidswijzigingen die Nederland graag doorgevoerd wil
zien, en die afwijken van het vorige Strategisch Concept? Zo ja, welke?
De leden van de PVV-fractie willen in ieder geval dat de focus komt te liggen op nieuwe
plannen die de NAVO nog beter in staat stelt zijn kerntaak uit te voeren: de collectieve
zelfverdediging. In dit kader willen de leden weten in hoeverre de toenemende dreiging
van ballistische en hypersone raketten in het nieuwe concept wordt opgenomen.
26. Antwoord van het kabinet:
Voor het kabinet is van belang dat de drie hoofdtaken ook in het volgende Strategisch
Concept gehandhaafd blijven. Daarnaast is voor het kabinet van prioritair belang dat
de sterk veranderende veiligheidssituatie zijn weerslag vindt. Dit heeft zowel betrekking
op het agressieve handelen van Rusland als op de toegenomen assertiviteit van China.
Ook moet in het volgende Strategisch Concept aandacht worden geschonken aan het kwaadwillende
gebruik van nieuwe en ontwrichtende technologieën, en de impact van klimaatverandering
op veiligheid. Het toegenomen belang van weerbaarheid dient ook in het volgende Strategisch
Concept te worden opgenomen. Ten slotte is voor het kabinet van prioritair belang
dat aandacht wordt besteed aan samenwerking van de NAVO met partners, waarbij de EU
een van de belangrijkste partners is. Nederland zal zich hiervoor inzetten tijdens
de onderhandelingen.
De NAVO ziet raketverdediging in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten
als middelen voor afschrikking en collectieve verdediging. Dit zal als zodanig worden
meegenomen in het volgende Strategisch Concept.
Zoals ook uit het dreigingsbeeld statelijke actoren blijkt, zijn er steeds meer landen
– zoals Iran, Noord-Korea en China – die over toenemende capaciteiten beschikken op
dit punt. Hoe gaat de NAVO zich het komende decennia verweren tegen deze raketdreiging?
Hoe wordt dit verwerkt in het Strategisch Concept, en is er een rol weggelegd voor
Nederland als het gaat om de aanschaf van luchtafweersystemen tegen dit type dreiging?
Ziet Nederland een niche-capaciteit weggelegd voor onze krijgsmacht aangaande dit
onderwerp?
27. Antwoord van het kabinet:
De NAVO ziet raketverdediging in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten
als middelen voor afschrikking en collectieve verdediging. Hierbij volgt NAVO de ontwikkelingen
in landen als Rusland, China, Iran en Noord-Korea op de voet.
Oekraïne en Georgië – gesprek met Ministers
In het verslag van de vorige NAVO ministeriële bijeenkomst staat dat de bondgenoten
zich bij herhaling committeerden aan de toezeggingen die aan Georgië en Oekraïne zijn
gedaan in 2008: de controversiële Boekarest Verklaring. Volgens veel analisten wordt
deze verklaring gezien als het breekpunt in de relatie tussen Rusland en de NAVO,
omdat de toezegging werd gedaan dat Oekraïne en Georgië lid konden worden van de NAVO.
Inmiddels heeft de president van Oekraïne aangegeven dat hij wil praten over Oekraïense
neutraliteit, wat inhoudt dat Oekraïne nu en in de toekomst geen lid wordt van de
NAVO. Als Oekraïne inderdaad het NAVO-lidmaatschap laat vallen als onderdeel van de
gesprekken met Rusland, betekent dit dan ook de definitieve ondergang van de Boekarest
Verklaring? Wat betekent dit dan ten aanzien van de positie van de NAVO ten opzichte
van Georgië?
28. Antwoord van het kabinet:
De Boekarest Verklaring is een politieke verklaring van NAVO staatshoofden en regeringsleiders
waarin zij aangaven dat Georgië en Oekraïne op den duur lid konden worden van de NAVO.
De kern van die verklaring blijft ongewijzigd: de vraag of Georgië en Oekraïne lid
kunnen worden van de NAVO is aan deze landen en de dertig bondgenoten zelf.
NAVO-partners in Azië en Oceanië
De Ministers gaan tijdens de NAVO bijeenkomst met hun collega’s uit de Indo-Pacific
regio spreken over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. In de ogen van de leden
van de PVV-fractie is zo’n gesprek niets waard als het niet gaat over de positie van
Taiwan. Vorig jaar bevestigde de Taiwanese president dat Amerikaanse militairen het
Taiwanese leger trainen. Ook levert de Verenigde Staten wapens aan Taiwan om de verdediging
van het eiland op te krikken.
In hoeverre worden dit soort maatregelen besproken binnen het NAVO-bondgenootschap?
Groeit het draagvlak bij bondgenoten om deze steunmaatregelen voor Taiwan, in NAVO-verband
of bilateraal, op te schroeven?
29. Antwoord van het kabinet:
De NAVO werkt samen met partners in de Indo-Pacific door kennis en informatie te delen
om zo een beter beeld te krijgen van regionale ontwikkelingen die de veiligheid van
het bondgenootschap raken. Er is geen sprake van militaire steun door de NAVO aan
Taiwan.
Tot slot willen de leden van de PVV-fractie de regering vragen om een reactie op de
laatste (ballistische) rakettest van Noord-Korea. Het zou gaan om een test met de
Hwasong-17-raket. Dit is een raket waarvan experts stellen dat deze met gemak het
NAVO-grondgebied kan bereiken. Kan dit door Nederland bevestigd worden? Wordt er binnen
de NAVO gesproken over deze rakettest, en in hoeverre maken de ontwikkelingen op dit
punt onderdeel uit bij het opstellen van een nieuw Strategisch Concept voor de NAVO?
30. Antwoord van het kabinet:
De Hwasong-17 die Noord-Korea ontwikkelt is een intercontinentale ballistische raket
die doelen in NAVO verdragsgebied kan raken.
NAVO volgt de ontwikkelingen in landen als Rusland, China, Iran en ook Noord-Korea
op de voet.
De NAVO ziet raketverdediging (missile defence) in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten als middelen voor
afschrikking en collectieve verdediging. Rekening houdend met het abstractieniveau
van een strategsich concept, zal een referte aan raketverdediging ook in het volgende
Strategisch Concept worden opgenomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de CDA fractie steunen de kabinetsinzet binnen de NAVO inzake de oorlog
in Oekraïne. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of en hoe Rusland heeft
gereageerd op het besluit van de NAVO om zich niet langer te houden aan de NAVO-Rusland-Akte
van 1997.
31. Antwoord van het kabinet:
In de NATO Russia Founding Act uit 1997 hebben NAVO-bondgenoten eenzijdig de intentie
kenbaar gemaakt om, binnen de op dat moment geldende veiligheidscontext, geen grote
gevechtseenheden permanent te stationeren op het grondgebied van de voormalige Warschaupact
landen.
Het kabinet hecht eraan te onderstrepen dat het Rusland is dat besloot zich niet langer
te houden aan de NAVO-Rusland-Akte van 1997. Door de Russische aanval op Georgië,
het illegaal annexeren van de Krim en de recente invasie van Oekraïne is er een compleet
andere veiligheidssituatie ontstaan dan in 1997, toen Rusland nog werd gezien als
een strategische partner.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het volgende Strategisch Concept tijdens de
Top in Madrid op 29 en 30 juni 2022 zal worden aangenomen. Terecht wordt gesteld dat
de veiligheidssituatie in de wereld sterk is veranderd sinds het huidige Strategisch
Concept in 2010 werd aangenomen. De recente inval van Rusland in Oekraïne heeft de
veiligheidsstructuur van Europa verder ontwricht. Als reactie hierop hebben verschillende
EU-NAVO bondgenoten besloten hun defensie uitgaven fors te verhogen. Deze leden vragen
het kabinet in hoeverre deze ontwikkelingen in het Strategisch Concept 2030 worden
verwerkt. De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van een nauwe NAVO-EU
samenwerking. De afgelopen weken is gebleken hoe belangrijk dit partnerschap is. Het
kabinet geeft aan dat het eraan hecht de samenwerking duurzaam te bestendigen. De
leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe deze samenwerking in de toekomst structureel
vorm gaat krijgen en waar verdere intensivering mogelijk is.
32. Antwoord van het kabinet:
De Oekraïne crisis heeft de westerse samenwerking nog hechter gemaakt en NAVO-EU samenwerking
verder verbeterd. Deze veranderde veiligheidssituatie zal haar weerslag hebben op
het volgende Strategisch Concept. Anders dan ten tijde van de opstelling van het huidige
Strategisch Concept het geval was, is niet langer sprake van stabiliteit op het gehele
Europese continent. Ook zal onder andere meer aandacht uitgaan naar de hoofdtaak van
collectieve verdediging.
Nederland heeft al voor de huidige crisis samen met Duitsland concrete voorstellen
gedaan voor de verdere versterking van de EU-NAVO samenwerking en maximale complementariteit
tussen beide organisaties. Deze voorstellen worden breed gedragen door zowel EU-lidstaten
als NAVO-bondgenoten. Het gaat hierbij onder andere om het intensiveren van de informatie-uitwisseling
en direct overleg tussen vertegenwoordigers van beide organisaties.
In de toekomst zal onder meer ruimte zijn om de onderlinge samenwerking verder te
verdiepen als het gaat om het intensiveren van samenwerking die inspeelt op nieuwe
uitdagingen, zoals ontwrichtende technologieën, klimaatverandering, hybride dreigingen
en desinformatie.
De leden van de CDA-fractie zien de noodzaak om te spreken met landen in de directe
nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en mogelijk militaire agressie
vanuit Rusland. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de inzet van de NAVO
in dezen.
33. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen in de directe
nabijheid van de NAVO tegen mogelijke ondermijning en mogelijke militaire agressie
vanuit. De NAVO werkt daartoe al samen met deze landen en bekijkt de mogelijkheden
om steun te intensiveren. Dat staat ook op de agenda van de NAVO ministeriële van
6 en 7 april. Zie ook het antwoord op vraag 22.
Daarnaast zijn de leden van de CDA-fractie bezorgd over de situatie in Nagorno Karabach.
Het Russische leger zegt dat het leger van Azerbeidzjan troepen heeft gestuurd naar
een zone binnen de regio Nagorno-Karabach die valt onder de verantwoordelijkheid van
Russische vredestroepen. Ook heeft Azerbeidzjan volgens Moskou vier droneaanvallen
uitgevoerd in de regio. Kan het kabinet deze berichtgeving bevestigen vragen de leden
van de CDA-fractie en kan de Minister aandacht vragen voor de situatie in Nagorno
Karabach tijdens de NAVO ministeriële.
34. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is bekend met de berichtgeving van Rusland inzake de recente ontwikkelingen
in Nagorno-Karabach, maar kan deze informatie niet bevestigen. Er is geen onafhankelijke
waarneming in het gebied. Er is wel brede berichtgeving over gewapende incidenten
en verplaatsingen van troepen in betreffende gebieden, zoals ook bevestigd in de verklaring
van Frankrijk, covoorzitter van de OVSE Minsk Groep. Deze ontwikkelingen baren het
kabinet ernstige zorgen, de aanwezige spanningen verhogen immers het risico op verdere
escalatie. Indien opportuun zal het kabinet hier tijdens de NAVO ministeriële bijeenkomt
aandacht voor de vragen.
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de NAVO ook tijdens de Oekraïnecrisis intensief
contact houdt met de NAVO partners in Azië en Oceanië. Deze leden vragen of ook dit
overleg een structureel karakter kan krijgen.
35. Antwoord van het kabinet:
De NAVO spreekt op structurele basis met de NAVO-partners in Azië en Oceanië in het
kader van de Global Partnership samenwerking, en volgt in toenemende mate samen met deze partners ontwikkelingen
die de veiligheid van het bondgenootschap kunnen raken. De samenwerking met partners
in Azië en Oceanië beslaat vooral het intensiever delen van informatie en kennis.
Het kabinet onderschrijft het belang van intensief en regelmatig contact met deze
partners, juist ook tijdens de Oekraïne crisis.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie volgen met interesse de ontwikkelingen in de NAVO.
De NAVO en de relatie met Rusland
Als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne is de relatie NAVO-Rusland verwoest.
Toch komt de vraag op, zeker in het licht van de ontwikkeling van een strategisch
concept, hoe de NAVO de relatie met Rusland wil definiëren in de toekomst. Blijft
een dergelijke positiebepaling van de NAVO buiten beschouwing, of heeft president
Biden tijdens zijn toespraak in Polen toch een tipje van de sluier opgelicht? «Deze
man mag niet meer aan de macht blijven», zei de Amerikaanse president over Poetin.
Kan worden uitgesloten dat de NAVO uit is op regime-change in Rusland? Hoe dan ook
geldt de vraag: wat wordt hoe dan ook de relatie tot Rusland?
36. Antwoord van het kabinet:
De NAVO is niet uit op regime change in Rusland. Het is aan de Russische bevolking om zijn leiders te kiezen. Dat is ook
het standpunt van Nederland en van de VS. President Biden heeft inmiddels een toelichting
gegeven op zijn uitspraken, waarin hij desgevraagd zijn uitspraak van context voorzag.
Waar de relatie tussen de NAVO en Rusland in het huidige Strategisch Concept nog wordt
bezien in het licht van partnerschap, kan hiervan mede door de inval in Oekraïne niet
langer sprake zijn. Het kabinet acht het in de huidige situatie prematuur om antwoord
te geven op de toekomstige relatie van de NAVO met Rusland. NAVO-bondgenoten spreken
hier de komende tijd over door. In het nieuwe Strategisch Concept is aandacht voor
de toekomstige relatie tussen NAVO en Rusland. Zie ook het antwoord op vraag 31.
De NAVO een eenheid
De ontwikkelingen sinds de oorlog hebben geleid tot de krachtig geplaatste stelling
dat de NAVO één is. Ondanks de ogenschijnlijke juistheid van die stelling komt de
vraag op over de positie van Turkije. NAVO-land Turkije doet niet mee aan de economische
boycot van Rusland, maar is wel de onderhandelingsschakel voor zowel Oekraïne als
Rusland. Is de regering van mening dat Turkije zich moet aansluiten bij de boycot?
Zal Turkije afzien van de Russische S-400 luchtafweerraket? Komt Turkije weer terug
in het F-35-programma? Waarover hebben premier Rutte en Erdogan onderhandeld vorige
week? Is er naar de indruk van de regering iets verbeterd in Turkije om een verbetering
van de handelsbetrekkingen na te streven?
37. Antwoord van het kabinet:
Zoals de Minister-President tijdens zijn bezoek aan Ankara op 22 maart heeft gesteld,
is het kabinet er voorstander van dat alle landen, dus ook Turkije, zich aansluiten
bij de sancties tegen Rusland. Tegelijkertijd heeft het kabinet begrip voor de positie
waarin Turkije zich bevindt en heeft het kabinet waardering voor wat Turkije wél doet,
zoals een duidelijke stellingname tegen de Russische agressie, onophoudelijke pogingen
richting de-escalatie en contact met beide partijen. Het kabinet verwijst in dat kader
bijvoorbeeld naar de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne die Turkije in Istanbul
heeft gefaciliteerd.
Tijdens het bezoek van de Minister-President was er geen sprake van onderhandelingen
met Turkije, maar is er gesproken over Oekraïne en de noodzaak om het geweld aldaar
zo snel mogelijk te doen stoppen. Ook werd er stilgestaan bij de bredere betrekkingen
tussen Nederland en Turkije. Turkije is een belangrijke NAVO-bondgenoot en een belangrijke
partner voor Nederland. Goede samenwerking op terreinen van gemeenschappelijk belang,
zoals veiligheid, migratie, maar ook handel sluit niet uit dat we ook openhartige
gesprekken met elkaar kunnen blijven voeren over zaken waar we het niet over eens
zijn.
Nederland heeft eerder al zijn zorgen uitgesproken over de keuze van Turkije voor
het plaatsen van S-400 luchtafweerraketten. Het is nu niet aan het kabinet om te speculeren
over een eventuele nieuwe Turkse beslissing hieromtrent. Het kabinet is onverminderd
van mening dat de S-400 niet verenigbaar is met de systemen die andere NAVO-bondgenoten
gebruiken, noch met deelname aan het F-35-programma.
Ten aanzien van de versterking van militaire posities in Europa komt bij de SP-fractie
de vraag op waar de 100.000 Amerikaanse militairen zijn, die volgens berichten in
Europa zijn gelegerd. Wat zijn hun taken? In hoeverre passen ze in de NAVO-plannen,
of zijn het Amerikaanse plannen die los staan van de versterking van de NAVO in Oost-Europa?
38. Antwoord van het kabinet:
De VS is een belangrijke bondgenoot die bijdraagt aan de veiligheid van Europa en
de NAVO. Het kabinet doet geen uitspraken over de plannen van bondgenoten.
In het verslag van Minister Ollongren over de NAVO-raad voor Ministers van Defensie
meldt zij het volgende: «In lijn met de wens van met name de Oost-Europese bondgenoten
beziet SACEUR daarom of de NAVO over dient te gaan van de huidige vooruitgeschoven
aanwezigheid (forward presence), naar een vorm van voorwaartse verdediging (forward defence) aan de oostflank.» Besluitvorming over de langere termijn aanpassing van de collectieve
afschrikkings- en verdedigingsfunctie wordt voorzien voor de Defensie ministeriële
in juni en de NAVO-top in Madrid in juni 2022. Is het juist dat op de NAVO-vergadering
van vorige week donderdag daadwerkelijk is besloten om de voorwaartse verdediging
in Oost-Europa uit te voeren? Of moet dat nog gebeuren in Madrid? Gaat het hier om
een tussenbeslissing? Is met andere woorden het overbrengen van vier extra Rapid Batallion
Groups naar vier Oost-Europese landen het enige dat op het programma staat? Nu gaat
het om zo’n 8.000 mensen die in vier «nieuwe» Oost-Europese landen worden geplaatst.
Wat is de verwachting van het (eventuele) eindresultaat van de voorwaartse verdediging
of Deterrence by denial? Gaat dit ook gelden voor de Baltische staten?
39. Antwoord van het kabinet:
De NAVO bijeenkomst van Ministers van Defensie van 16 maart 2022 (Kamerstukken 28 676 en 36 045, nr. 395) heeft geen besluiten genomen over voorwaartse verdediging (forward defence) aan de oostflank. De NAVO beziet op dit moment de mogelijkheden daarvoor. Besluitvorming
is voorzien tijdens de Defensie ministeriële op 16 en 17 juni 2022 en de NAVO-top
in Madrid op 29 en 30 juni 2022. De aankondiging van het ontplooien van vier nieuwe
battle groups in vier Europese landen is geen onderdeel van voorwaartse verdediging.
Kernwapens
Ten aanzien van kernwapens in de nieuwe strategie hebben de leden van de SP-fractie
de volgende opmerkingen en vragen. De aanwezigheid van kernwapens is altijd verdedigd
met de afschrikkingstheorie. Maar hoe staat het met dit concept nu Rusland laat blijken
ze als slagveldwapen in te kúnnen zetten? Deelt de Minister de opvatting van deze
leden dat deze ontwikkeling het idee van atoomafschrikking ondergraven heeft? Wat
betekenen de recente ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne voor het denken over
de rol van kernwapens in het nieuwe strategisch concept?
40. Antwoord van het kabinet:
Rusland heeft in het kader van de invasie in Oekraïne nucleaire retoriek gebruikt.
De NAVO, en dus ook Nederland, heeft die in scherpe bewoordingen veroordeeld als ongepast
en onverantwoordelijk. Ook is verwezen naar de verklaring van de vijf permanente leden
van de VN Veiligheidsraad van 3 januari 2022, waarin gesteld werd dat «a nuclear war cannot be won and must not be fought». Deze verklaring is ook door Rusland ondertekend.
De NAVO neemt de dreiging die uitgaat van de situatie rond Oekraïne zeer serieus en
volgt de ontwikkelingen nauwgezet. De NAVO ziet vooralsnog geen aanleiding om te reageren
op de uitlatingen van president Poetin en zijn Ministers.
De NAVO ziet geen andere rol voor kernwapens in het nieuwe Strategisch Concept. Zolang
er kernwapens in de wereld zijn, is de NAVO een nucleair bondgenootschap. Dit draagt
bij aan de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, en dus aan de veiligheid
van de NAVO en van Nederland. Ook onder de huidige omstandigheden is de NAVO nucleaire
afschrikking essentieel.
Wat wordt kortom de rol van kernwapens binnen de NAVO? Komt de nieuwe Amerikaanse
nuclear posture review aan bod in de volgende NAVO-ministerraad? Is er ook sprake van nieuwe «nuclear sharing» landen? Is het mogelijk dat dit beleid wordt uitgebreid of veranderd?
Dat brengt ook de vraag nu de hele verdediging van de NAVO in oostelijke richting
opschuift: is er sprake van oorlogslocaties of zelfs vredeslocaties voor kernwapens
in het oosten van Europa?
41. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet doet geen uitspraken over het kernwapenbeleid van NAVO-bondgenoten, en
dus ook niet over de Amerikaanse nuclear posture review. Over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens, kunnen,
op grond van bondgenootschappelijke en juridisch bindende afspraken, geen mededelingen
worden gedaan. Overwegingen van veiligheid liggen hieraan ten grondslag. Alle bondgenoten
onderschrijven deze geheimhoudingsplicht.
Wat betekent dit voor de JSF-taak in Volkel? Verandert daaraan iets? Komen de eerste
vier toestellen als voorzien op 30 juni? Wanneer verwacht de Minister de kernbommen
voor de F-35 (de B-61-12)? Is er vanwege de toegenomen spanning in Europa iets veranderd
aan de lopende atoomtaak voor de «oude» F-16 en de «oude» B-61-11? Zo ja, wat?
42. Antwoord van het kabinet:
Het garanderen van onze veiligheid is niet gratis en het kabinet is bereid daaraan
een relevante bijdrage te blijven geven met de Nederlandse kernwapentaak. Hierdoor
wordt ook de cohesie binnen NAVO vergroot en doen we aan feitelijke lastenverdeling.
Dankzij de kernwapentaak is Nederland daarnaast in een positie om op constructieve
wijze een actieve rol te blijven spelen binnen het bondgenootschap op het gebied van
wapenbeheersing.
Het kabinet houdt vast aan hetgeen door opeenvolgende regeringen sinds 2002 is gesteld,
namelijk dat het altijd de bedoeling is geweest dat de F-35 de bestaande nucleaire
taak van de F-16 overneemt. Op basis van bondgenootschappelijke afspraken kunnen geen
mededelingen worden gedaan over de details van deze transitie. Uw Kamer is herhaaldelijk
geïnformeerd over de modernisering van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens.
Zoals eerder bekend gesteld, hebben de Verenigde Staten een levensduurverlengingsprogramma,
het zogenaamde Life Extension Program (LEP), met als doel de veiligheid, beveiliging
en effectiviteit van onder meer het type B61 blijvend te garanderen. Het LEP betreft
de modernisering van Amerikaanse kernwapens, dus NAVO-bondgenoten hebben geen zeggenschap
hierover.
Wat veranderen deze concrete dreigingen voor de Nederlandse regering aan het standpunt
dat kernwapens zo spoedig mogelijk moeten worden uitgebannen? De conferentie van het
VN-verdrag op een verbod van kernwapens staat in Wenen in juni gepland. Meerdere malen
hebben we al aan de Nederlandse regering om deelname als waarnemer gevraagd. Meer
dan ooit dringt die noodzaak zich op. Sterker nog, ondertekening door Nederland en
het aandringen in de NAVO om dat mogelijk te maken, is een uitstekende beleidslijn.
Is de Minister bereid dat in de vergedering komende week in te brengen? De Duitse
regering meldde bij aantreden eind 2021 dat zij als waarnemer aanwezig zou zijn. Is
de Minister bereid samen met de Duitsers bij de conferentie van Wenen als waarnemer
aanwezig te zijn?
43. Antwoord van het kabinet:
Nee. Het kabinet is nog steeds geen voorstander van het VN-verdrag op een verbod van
kernwapens. Nederland heeft destijds meegedaan aan de onderhandelingen, maar heeft
vervolgens tegen gestemd. De standpunten en de argumenten daarvoor zijn uitgebreid
met de Kamer gedeeld. De Nederlandse positie is sindsdien niet veranderd. Ook in een
status als observer ziet het kabinet geen toegevoegde waarde. Het kabinet streeft, net als de NAVO, naar
een kernwapenvrije wereld, binnen bondgenootschappelijke kaders. Maar zolang er kernwapens
in de wereld zijn, zal de NAVO een nucleair bondgenootschap zijn. Eenzijdige ontwapening
draagt niet bij aan een veiligere en stabielere wereld. Het non-proliferatieverdrag
is voor Nederland de hoeksteen voor non-proliferatie en ontwapening.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de NAVO Ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022 en hebben hierover de volgende
vragen en opmerkingen.
Rusland en Oekraïne
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat Nederland tijdens
de aanstaande NAVO Ministeriële bijeenkomst het belang zal benadrukken van een krachtig
NAVO-beleid ter verdediging van het Euro-Atlantisch grondgebied. Zij vragen de Minister
echter naar zijn mening over het feit dat niet alle NAVO-landen de huidige sancties
tegen Rusland steunen. Hoe kijkt de Minister aan tegen het feit dat bijvoorbeeld Turkije
de sancties tegen Rusland niet steunt? Op welke manier is hij bereid druk uit te oefenen
op Turkije om deze sancties wel te gaan steunen?
44. Antwoord van het kabinet:
Zoals de Minister-President tijdens zijn bezoek aan Ankara heeft aangegeven, is het
kabinet er voorstander van dat alle landen, dus ook Turkije, aansluiten bij de sancties
tegen Rusland. Tegelijkertijd heeft het kabinet ook begrip voor de positie waarin
Turkije zich bevindt en heeft het kabinet waardering voor wat Turkije wél doet, zoals
een duidelijke stellingname tegen de Russische agressie, onophoudelijke pogingen richting
de-escalatie en contact met beide partijen. Het kabinet verwijst in dat kader bijvoorbeeld
naar de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne die Turkije in Istanbul heeft gefaciliteerd.
NAVO 2030 / Strategisch Concept
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat het Strategisch
Concept, waarvan de laatste versie uit 2010 stamt, dit jaar vernieuwd zal worden en
richting zal geven aan het handelen van de NAVO het komende decennium. Zij vragen
zich af op welke manier er in het strategisch concept aandacht zal zijn voor een meer
strategische samenwerking tussen de NAVO en de Europese Unie. De GroenLinks-fractie
is van mening dat een effectieve NAVO aan slagkracht zou winnen door niet alleen meer
financiering te krijgen, maar juist ook door effectievere samenwerking tussen NAVO-lidstaten
onderling. De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarom benieuwd hoe de Minister
aankijkt tegen het feit dat er op dit moment veel verschillende wapensystemen worden
gebruikt binnen de NAVO-lidstaten, waardoor de interoperabiliteit tussen de verschillende
systemen laag is. Op welke manier is de Minister bereid om in te zetten op effectievere
samenwerking binnen de NAVO-lidstaten en wat ziet hij daartoe als de belangrijkste
middelen? Kan de Minister aangeven hoe de samenwerking tussen de NAVO en de EU volgens
hem verbeterd zou moeten worden? Op welke manier gaat de Minister concreet inzetten
op het voorkomen van dubbelingen in materiaal tussen de EU en de NAVO?
45. Antwoord van het kabinet:
Als onderdeel van de coherentie en complementariteit tussen de EU en de NAVO acht
het kabinet het van groot belang dat de in EU-verband ontwikkelde capaciteiten ook
ten goede komen aan de NAVO. De lidstaten hebben elk immers de beschikking over een
single set of forces, die in verschillende verbanden kan worden ingezet. Dit is recent ook zo vastgelegd
in het aangekomen EU Strategisch Kompas.
Het kabinet hecht veel belang aan militaire samenwerking tussen NAVO-bondgenoten.
Het ligt in de verwachting dat, mede gezien de nauwe samenwerking met strategische
partners, de samenwerking met hen bij het ontwikkelen van militaire capaciteiten verder
wordt geïntensiveerd. Interoperabiliteit is van groot belang om effectief te kunnen
samenwerken. Via de NAVO wordt bijvoorbeeld het Framework Nation Concept gebruikt om capaciteit samen met bondgenoten te ontwikkelen en op die wijze interoperabiliteit
verder te verbeteren.
Zie voorts ook het antwoord op de vragen 19, 20 en 32.
Rol China
De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarnaast ook positief over het feit dat aandacht
besteedt zal worden aan het toenemende assertieve optreden van China. De leden zijn
in dat kader benieuwd naar de appreciatie van de Minister over de toegenomen dreiging
van China ten aanzien van Taiwan de afgelopen maanden, en horen graag hoe hij dit
onderwerp onder de aandacht zal brengen tijdens deze Ministeriële bijeenkomst. Hoe
gaat de NAVO gecoördineerd samenwerken om de druk op Xi Jinping op te voeren en een
aanval op Taiwan te voorkomen?
46. Antwoord van het kabinet:
De NAVO werkt samen met partners in de Indo-Pacific, in het bijzonder Australië, Japan,
Nieuw Zeeland en Zuid Korea (de AP4), door kennis en informatie te delen om zo een
beter beeld te krijgen van regionale ontwikkelingen die de veiligheid van het bondgenootschap
raken. De NAVO richt zich primair op de verdediging van het NAVO verdragsgebied, ook
tegen hybride en andere niet-conventionele dreigingen.
Veiligheidsimplicaties oorlog in Oekraïne voor bredere regio
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat tijdens de bijeenkomst
ook gesproken zal worden met Georgië over de implicaties van de oorlog voor landen
als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina. Wat is de inzet van de Minister als het
gaat om het beschermen van deze landen tegen de Russische dreiging? Hoe groot acht
de Minister de kans dat de oorlog overslaat naar deze landen?
47. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet neemt de Russische dreiging voor deze landen serieus, zeker tegen de achtergrond
van de recente Russische invasie van Oekraïne. Er wordt bezien hoe landen als Georgië,
Moldavië en Bosnië-Herzegovina door de NAVO extra ondersteund kunnen worden om hun
weerbaarheid te versterken. Tijdens de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april
zullen de bondgenoten de mogelijkheden hiertoe bespreken, ook met partners aan tafel.
Het kabinet houdt de situatie in deze landen uiteraard nauwgezet in de gaten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga
De leden van de Groep Van Haga danken de Minister voor de geannoteerde agenda ten
behoeve voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april.
Deze leden veroordelen de inval van Rusland in de Oekraïne. Zij onderschrijven echter
niet de stelling die de kern van het kabinetsstandpunt verwoord, namelijk om in te
zetten op zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland, steun bieden aan Oekraïne
en versterking van afschrikking en verdediging van het verdragsgebied, zonder aanleiding
te geven tot verder escalatie. Deze leden vinden dat dit laatste het hoofddoel moet
zijn, ervoor zorgen dat er geen aanleiding is tot verder escalatie van deze oorlog.
De opmerkingen die de Amerikaanse president recent heeft gedaan, hebben dan ook geen
goed gedaan in deze en terecht hebben president Macron en bondskanselier Scholz hier
direct afstand van genomen. Hoe beoordeelt de Minister de opmerkingen van de president
en vicepresident van de Verenigde Staten?
Deze oorlog is verschrikkelijk, in de eerste plaats voor het Oekraïense en het Russische
volk maar verandert van dag tot dag. Laten we te allen tijde ons hoofd koel houden
en blijven inzetten op diplomatiek overleg. Degenen die verantwoordelijk zijn voor
schendingen van het humanitair en internationaal recht, inclusief oorlogsmisdaden,
moeten uiteindelijk ter verantwoording geroepen worden, maar daarvoor is nu nog te
veel onduidelijk.
48. Antwoord van het kabinet:
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag
36.
Voor wat betreft de onderhandelingen die dit voorjaar starten met betrekking tot het
volgende Strategische Concept maken de leden van de Groep Van Haga zich grote zorgen
over het gewicht dat wordt toegekend aan de nauwe samenwerking tussen de NAVO en de
EU. Zij vrezen dat dit een opmaat is naar een Europees leger, terwijl de meerderheid
van de Kamer zich duidelijk heeft uitgesproken tegen het instellen van een Europees
leger. Kan de Minister aangeven hoe hij deze nauwe samenwerking ziet en hoe hij duidelijk
gaat maken aan de overige bondgenoten dat Nederland geen Europees leger wenst?
49. Antwoord van het kabinet:
Met betrekking tot de referentie aan een Europees leger, verwijst het kabinet naar
een eerdere reactie5 op de motie van het lid Van Houwelingen c.s. van 10 maart jl.6, waarin het kabinet opnieuw werd verzocht de oprichting van een Europees leger uit
te sluiten.
Verder vragen de leden van de Groep Van Haga zich af wat de rol van de NAVO kan zijn
met betrekking tot klimaatverandering?
50. Antwoord van het kabinet:
De NAVO heeft een eigen verantwoordelijkheid op het gebied van het beperken van de
eigen impact op het klimaat. Zo wordt onder meer steeds nauwlettender gekeken naar
de footprint van missies en is ook het hoofdkwartier van de NAVO CO2-bewust gebouwd. Daarnaast neemt het inzicht toe dat klimaatverandering een trigger
voor of een versterker van conflict kan zijn. Voor zover hieruit potentieel implicaties
voor de veiligheid en stabiliteit van het Euro-Atlantisch gebied kunnen voortvloeien,
spreekt het voor zich dat de NAVO een uitstekend forum biedt om hierover met elkaar
te spreken.
Graag willen deze leden drie moties indienen bij het tweeminutendebat.
Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie
De leden van de DENK-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april 2022.
Rusland / Oekraïne
De leden van de DENK-fractie ondersteunen het sterk veroordelen van de inval van Rusland
in Oekraïne. De kabinetsinzet focust zich op het inzetten op zo stevig mogelijke maatregelen
tegen Rusland, steun bieden aan Oekraïne en versterking van afschrikking en verdediging
van het verdragsgebied, zonder aanleiding te geven tot verdere escalatie. De leden
van de DENK-fractie vragen of het kabinet een nadere toelichting kan geven over het
ondersteunen van Oekraïne zonder aanleiding te geven tot verdere escalatie. Hoe wordt
dit bewerkstelligt?
51. Antwoord van het kabinet:
De Russische agressie kan niet onbeantwoord blijven. Oekraïne heeft het volste recht
zichzelf te verdedigen tegen Russische agressie. Daarom is er grote eensgezindheid
onder NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten om Oekraïne alle mogelijke economische, humanitaire
en militaire steun te verlenen. Bondgenoten zijn vastberaden hiermee door te gaan.
Daarbij is het van belang te voorkomen dat de NAVO een directe partij wordt bij het
conflict. Voorts is van belang dat er ruimte blijft bestaan voor het diplomatieke
spoor en onderhandelingen.
NAVO 2030 / Strategisch Concept
De veiligheidssituatie in de wereld veranderd drastisch waardoor het strategisch concept
cruciaal blijkt te zijn. De collectieve verdediging voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch
gebied komt weer ter sprake door de recente inval van Rusland in Oekraïne. Het agressieve
handelen van Rusland, heeft een weerslag in de Westelijke Balkan. Ook hier verspreidt
de onrust zich bij burgers. Desalniettemin is het kabinet akkoord gegaan met een additionele
toevoeging aan het strategisch kompas waarbij er expliciet wordt verwezen naar samenstellende
volkeren in Bosnië en Herzegovina. Deelt het kabinet de mening dat dit niet bijdraagt
aan de crisisbeheersing alsmede coöperatieve veiligheid van de regio en dat dit onwenselijk
is?
52. Antwoord van het kabinet:
In de paragraaf over de Westelijke Balkan in het Strategisch Kompas is ten aanzien
van Bosnië en Herzegovina in een laat stadium een verwijzing opgenomen naar de zogenaamde
drie constitutionele volkeren. Om de rechten van burgers die zich niet met een van
deze drie volkeren identificeren te waarborgen is hieraan mede op verzoek van Nederland
nog toegevoegd een expliciete referentie naar de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie
van alle burgers. Nederland heeft zowel in de Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart
jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 240) alsmede via een schriftelijke nationale verklaring, die ook door België en Luxemburg
werd onderschreven, duidelijk gemaakt dat het akkoord met het Strategisch Kompas geen
verandering in het kabinetsstandpunt hierover met zich meebrengt. Het kabinet staat
achter de eenheid, territoriale integriteit en soevereiniteit van Bosnië en Herzegovina
en blijft zich daarom inzetten tegen verdieping van etnische tegenstellingen in het
land o.a. door het benadrukken van het belang van de uitvoering van relevante EHRM
uitspraken, zoals de Sejdi-Finci uitspraak.
Georgië en Oekraïne
Landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en
mogelijk militaire agressie vanuit Rusland, zoals Georgië, Moldavië en Bosnië en Herzegovina,
krijgen extra aandacht. Kunt u nader toelichten op welke wijze de bovengenoemde landen
ondersteund zullen worden? Kunnen zij rekenen op meer militaire inzet? Op welke wijze
zullen deze landen tevens gesteund worden om ondermijning tegen te gaan? Binnen welke
termijn kunnen de bovengenoemde landen rekenen op extra aandacht?
53. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen als Georgië,
Moldavië en Bosnië-Herzegovina tegen de Russische dreiging. Tijdens de ministeriële
bijeenkomst van NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken op 6 en 7 april zullen de bondgenoten
de mogelijkheden hiertoe en de voorziene termijn bespreken, ook met partners aan tafel.
Militaire inzet van de NAVO in deze landen is niet aan de orde. Georgië, Moldavië
en Bosnië-Herzegovina zijn geen lid van de NAVO en art. 5 van het Verdrag van Washington
is dan ook niet op deze landen van toepassing. Zie ook het antwoord op vraag 22.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie vragen de Minister hoe hij van plan is in NAVO-verband
om te gaan met de mogelijk verdergaande escalatie op Oekraïens grondgebied? En hoe
is de Minister voornemens in NAVO-verband om te gaan met een mogelijk verdergaande
escalatie op Oekraïens grondgebied op de Europese buitengrenzen? Ook vragen de leden
van de Volt-fractie de Minister of hij kan monitoren of de versterking van de Europese
buitengrenzen door de NAVO-troepen sinds vorige week al effect heeft? Wat zal de Nederlandse
inzet in NAVO-verband zijn als volgende week wordt gesproken over de mogelijk noodzakelijk
verdere versterking van de Europese buitengrenzen?
54. Antwoord van het kabinet:
De NAVO blijft de situatie in Oekraïne nauwgezet volgen en houdt rekening met alle
scenario’s. Het kabinet kan hier echter niet in detail op ingaan. Wel is het glashelder
dat de NAVO er alles aan doet de veiligheid van alle bondgenoten te blijven garanderen.
Het bondgenootschap heeft daartoe in afgelopen weken de benodigde stappen gezet en
zal dat blijven doen. Bondgenoten hebben hun commitment aan artikel 5 van het Noord-Atlantisch
Verdrag meerdere malen publiekelijk onderstreept. Dat is ook een belangrijk signaal
van afschrikking. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 10.
Verder verneemt de Volt-fractie graag of het kabinet zich volgende week nog zal uitlaten
over een verbeterde Europese slagkracht, om zo daadwerkelijk operationeel te kunnen
zijn en zo de Europese belangen kan handhaven?
55. Antwoord van het kabinet:
Europese landen zullen een grotere verantwoordelijkheid moeten dragen voor de Europese
veiligheid. Een groter militair handelingsvermogen voor Europa komt ook de NAVO ten
goede en brengt de trans-Atlantische relatie beter in balans, waardoor deze toekomstbestendiger
en effectiever wordt. Dat vergt extra investeringen in de defensie van Europese landen.
Bondgenoten hebben tijdens de extra NAVO-top van 24 maart 2022 afgesproken om voor
de NAVO top in juni in Madrid aanvullende plannen in te dienen om aan te geven hoe
zij versneld aan de eerdere financiële toezeggingen gaan voldoen.
De Minister zal ook spreken met NAVO-partners in Azië en Oceanië. De Volt-fractie
vraagt de Minister of India en Singapore ook zijn uitgenodigd? India is voor de EU
en de VS een strategische partner in Zuidoost-Azië maar toont nu zelf voorzichtig
interesse in alternatieve Russisch-Chinees betalingsverkeer en het te hulp schieten
van Rusland als het gaat om het afnemen van Russisch gas. De Volt-fractie wil het
belang onderstrepen van het aanhalen van de banden met India en Singapore, dat nu
strategisch van groot belang is, om te voorkomen dat er een Aziatische economische
coalitie ontstaat en een versnelling van het machtsevenwicht plaatsvindt. Hoe is de
Minister voornemens dit belang in NAVO-verband te onderstrepen tijdens de NAVO ministeriële?
Hoe ziet de Minister bovendien zelf de rol van de NAVO ten aanzien van de financiële-
en handelsstromen met de NAVO-leden in Zuidoost-Azië?
56. Antwoord van het kabinet:
India en Singapore zijn niet uitgenodigd voor deze NAVO-bijeenkomst. Het kabinet onderschrijft
het strategische belang van het aanhalen van de banden met beide landen en heeft hier
ook al eerder in NAVO-verband voor gepleit. Om het hoofd te bieden aan ontwikkelingen
rond financiële- en handelsstromen zijn andere organisaties, zoals de EU, beter geschikt.
In de geannoteerde agenda lezen de leden van de Volt-fractie dat Nederland het grote
gewicht van nauwe NAVO-EU samenwerking benadrukt en dat dit een speerpunt is van het
Nederlandse veiligheidsbeleid. De leden van de Volt-fractie vragen de Minister dan
ook of het kabinet het belang van de Europese strategische autonomie zal onderstrepen
in de vergadering? De EU kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan het mandaat
van de NAVO.
57. Antwoord van het kabinet:
De EU streeft naar meer (open) strategische autonomie om de eigen weerbaarheid te
vergroten. Het kabinet acht het van groot belang dat de EU haar slagkracht vergroot
op het gebied van veiligheid en defensie. Daarbij blijft samenwerking met bondgenoten
en partners het uitgangspunt. Het is van groot belang de trans-Atlantische relatie
te bestendigen, juist in deze tijd van existentiële dreigingen. Het kabinet spreekt
daarom eerder van open strategische autonomie. Daarnaast vindt het kabinet dat extra
investeringen in defensie een voorwaarde is voor meer slagkracht van Europese landen
in de NAVO.
Het Strategisch Kompas zet in op een snelle reactie in crisistijden, indien mogelijk
met partners en waar nodig alleen. De samenwerking met Amerika staat daarin centraal.
Is de Minister bereid om eerst op EU-niveau overeenstemming te bereiken over een strategie
alvorens de samenwerking met de VS op te zoeken? Dit versterkt de Europese positie
in NAVO en voldoet aan de oproep van Biden voor een autonomer Europa.
58. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet hecht aan voortzetting van het zogenaamde «en/en veiligheidsbeleid», waarbij
Nederland zijn trans-Atlantische inzet koppelt aan de ambitie een meer daadkrachtige
EU op het terrein van veiligheid en defensie tot stand te brengen, die waar mogelijk
met partners, maar zo nodig ook op eigen kracht conflicten het hoofd kan bieden door
op termijn zelfstandig operaties te kunnen uitvoeren.
Het recent aangenomen Strategisch Kompas is een strategiedocument dat duidelijk richting
geeft aan een versterkt handelingsvermogen van de EU inzake veiligheid en defensie.
Zowel op het gebied van crisisbeheer, als ten aanzien van onze weerbaarheid en capaciteitsontwikkeling.
In dit strategiedocument is daarnaast het belang van het trans-Atlantische partnerschap
op verzoek van vele Europese lidstaten, waaronder Nederland, prominent opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R. Konings, adjunct-griffier