Schriftelijke vragen : Mogelijk gebruik van Nederlands defensiematerieel door Egyptische speciale eenheden tegen Palestijnse burgers
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over mogelijk gebruik van Nederlands defensiematerieel door Egyptische speciale eenheden tegen Palestijnse burgers (ingezonden 30 maart 2022).
Vraag 1
Wanneer verwacht u antwoord «via eigen kanalen» over het bericht dat Palestijnse vissers
uit de Gazastrook in september 2022, als ook in maart 2021 zijn beschoten en dat daarbij
enkelen onder hen zijn gearresteerd, maar twee anderen door de beschieting zijn gedood
door Egyptische veiligheidstroepen?1 Op welke kanalen doelt u daarbij precies? Zijn het de Egyptische of ook de Israëlische
autoriteiten?
Vraag 2
Is het tevens juist dat Egyptische veiligheidstroepen sinds 2015 zeker achttien keer
Palestijnse vissers hebben beschoten, dan wel opgepakt? Zo ja, kunt u een gedetailleerd
overzicht geven? Zo nee, hoe zijn dan de feiten?2
Vraag 3
Hebt u kennisgenomen van het rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch
uit 2019 waarin sprake is van oorlogsmisdaden in Noord-Sinaï en – mogelijk – misdaden
tegen de menselijkheid, en ook van het cruciale detail in het rapport dat bij de gevechten
niet alleen voetsoldaten worden ingezet, maar ook «marineschepen»?3
Vraag 4
Is het juist dat de Nederlandse overheid bekend was met deze inzet, zoals in het HRW-rapport
wordt gemeld, en door de landsadvocaat in een Kort Geding over wapenexportvergunningen
aan Egypte is erkend? Deelt u daarom de conclusie dat het Nederlandse kabinet weet
had van de inzet van een type Egyptisch fregat bij de ondersteuning van speciale Egyptische
eenheden, die een schrikbewind in de Sinaï-woestijn voeren onder de noemer van terrorismebestrijding?
Zo nee, hoe zijn dan de feiten?
Vraag 5
Deelt u de conclusie van een expert van de Nederlandse Defensie Academie dat «het
C3-systeem voor een leger is wat het zenuwstelsel is voor het lichaam. Een helikopter
die vertrekt, een special forces-bootje dat een schip verlaat om aan land te gaan,
via dit systeem zijn ze allemaal verbonden.»? Zo ja, wat is de betekenis van deze
conclusie voor een wapenexportvergunning van dit systeem aan Egypte? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat – indien ook de Egyptische marine zich schuldig maakt aan
mensenrechtenschendingen – de marine niet mag worden uitgezonderd van uitzonderingen
op de beperkingen in het wapenexportbeleid die Nederland ten aanzien van Egypte heeft?4 Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties heeft dat voor uw beleid?
Vraag 7
Is het juist dat de vergunninghouder inmiddels de goederen heeft uitgevoerd naar Egypte?5 Zo nee, bent u dan bereid alsnog de vergunning in te trekken?
Indieners
-
Gericht aan
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.