Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over het krantenartikel ‘Invallen in grensregio: politie stuit op ‘Roemeense slaven’ die in Nederlandse slachthuizen werken’
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken» (ingezonden 18 februari 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 maart
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense
slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken»?1
Antwoord 1
Het artikel in de Gelderlander en in de Neue Rhein Zeitung2 zijn mij bekend.
Vraag 2
Vindt het ook schokkend hoe deze Nederlandse werkgevers met deze werknemers omgaan?
Antwoord 2
Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.
Het is goed dat de handhavende instanties hier hun werk hebben gedaan en uit het nadere
onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk is overtreden.
In het bijzonder ben ik blij dat door de samenwerking van de Nederlandse Arbeidsinspectie
met de Duitse instanties de misstanden aan het licht zijn gekomen, omdat we specifiek
voor deze situaties de samenwerking met Noordrijn-Westfalen zijn aangegaan. Mijn voorganger
heeft hierover concrete afspraken gemaakt en die werpen nu vruchten af.
Vraag 3
Vindt u het ook stuitend dat opnieuw naar buiten komt, na vele eerdere misstanden,
dat Nederlandse slachthuizen werknemers uitbuiten? Zijn dit ook dezelfde slachthuizen
die eerder negatief in het nieuws rondom uitbuiting van werknemers zijn gekomen?
Antwoord 3
Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.
Het is goed dat de handhavende instanties hun werk hebben gedaan en uit het nadere
onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk overtreden is.
Ik kan verder niet ingaan op lopende onderzoeken.
Vraag 4
Bent u nu, na opnieuw een misstand bij een slachthuis, wel bereid om, zoals in Duitsland,
te verplichten dat werknemers in slachthuizen alleen op basis van een vast contact
mogen werken? Bent u het eens dat door werknemers een vast contract bij een slachthuis
aan te bieden kan worden voorkomen dat werknemers worden uitgebuit door uitzendbureaus?
Antwoord 4
Eerder meldde mijn voorganger uw Kamer dat hij het eens is met de richting dat er
meer vaste dienstverbanden zouden moeten komen en dat er meer geïnvesteerd zou moeten
worden in de aard van de arbeidsrelatie in de sector.3 Hierover zijn ook gesprekken gevoerd met de vakbonden en de werkgevers.4 De uitdaging om te komen tot meer vaste dienstverbanden acht ik overigens niet beperkt
tot enkel de vleessector. Ook in andere sectoren waarin veel uitzendkrachten worden
ingezet, kan dit aan de orde zijn. Te denken valt hierbij aan de transportsector,
distributiecentra (inclusief pakketbezorging) en de land- en tuinbouw. Het aanbieden
van een vast contract is voor werkenden evenwel geen voorwaarde om gevrijwaard te
kunnen blijven van uitbuiting door malafide werkgevers.
Vraag 5
Kunt u aangeven via welke uitzendbureaus deze Roemeense werknemers aan het werk waren?
Hebben deze uitzendbureaus een Stichting Normering Arbeid (SNA)-keurmerk en/of een
Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU)- of Nederlandse Bond van Bemiddelings- en
Uitzendondernemingen (NBBU)-keurmerk?
Antwoord 5
Op lopende onderzoeken kan ik niet ingaan.
Vraag 6
Bent u bereid om de uitzendbranche en branchevereniging voor slachthuizen vanwege
deze misstand op het matje te roepen, hen hierop aan te spreken en er voor te laten
zorg dragen dat deze misstanden niet meer plaatsvinden?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Klopt het dat Nederlandse werkgevers eenvoudig de wet met betrekking tot inhouding
huur op het loon kunnen ontlopen door werknemers in het buitenland te laten wonen?
Antwoord 7
De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn onverkort van
kracht. Wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied, dan gelden ook de regels omtrent
de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen. De plaats van huisvesting is
daarin niet bepalend.
Vraag 8
Heeft u zicht op hoe vaak het gebeurt dat werknemers net over grens worden gehuisvest
om zodoende Nederlandse wetgeving te ontlopen? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken
en hier ook met de uitzendbranche over in gesprek te gaan?
Antwoord 8
Er zijn -zover ik weet- geen precieze aantallen bekend. Dit heeft te maken met het
feit dat Duitsland op andere manier registreert. De regels omtrent de Wet Minimumloon
en de regels omtrent inhoudingen gelden wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied.
De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn dan ook onverkort
van kracht. Om goede huisvestingsomstandigheden te realiseren is daarom deze samenwerking
met Noordrijn-Westfalen gestart, juist om misstanden die voorkomen direct aan te kunnen
pakken.
Het zicht op de woonplek van arbeidsmigranten is in Nederland lastig te verkrijgen.
Wanneer zij immers kort komen werken (korter dan vier maanden) kunnen zij zich in
de BRP als niet-ingezetene inschrijven, waarbij zij geen verblijfsadres hoeven op
te geven in Nederland. Dat gaat de komende periode veranderen. Wanneer het zicht op
de in Nederland wonende arbeidsmigranten verbetert, is ook een mismatch in de aantallen
ten opzichte van de huisvesting beter op te sporen. Door de recente intensievere contacten
tussen Nederland en de Duitse grensregio’s verwachten we meer signalen te ontvangen
over misstanden in Duitsland met huisvesting van arbeidsmigranten.
Vraag 9
Bent u tevens bereid om in overleg te gaan met Duitsland en België om intensiever
te gaan samenwerken om zodoende te voorkomen dat werkgevers de Nederlandse wet omzeilen
door werknemers in het buitenland te huisvesten?
Antwoord 9
De inspectieacties waarover uw Kamervragen gaan, zijn geïnitieerd vanuit geïntensiveerd
overleg met Duitsland. Deze gecoördineerde grensoverschrijdende inspectie is een uiting
van nauwe internationale samenwerking om goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden
te bevorderen. Over deze samenwerking heb ik ook gesproken met mijn collega’s uit
België, Duitsland en Luxemburg tijdens de Informele Raad over Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid die in Bordeaux werd gehouden.
Deze casus illustreert dat grensoverschrijdende misstanden via grensoverschrijdende
samenwerking gedetecteerd en aangepakt kunnen worden Hierbij kan nauw aangesloten
worden bij de ontwikkelingen bij de European Labour Authority. De ELA kan onder andere
gezamenlijke of gecoördineerde inspecties faciliteren. De NLA is goed aangesloten
bij de ELA en Nederland heeft een National Liaison Officer gestationeerd bij de ELA.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.