Schriftelijke vragen : De extreem hoge inflatie en het feit dat de Wet toekomst pensioenen gebaseerd is op stabiele en lage inflatie van ongeveer 2% en dat in de overgang naar het nieuwe stelsel daar ook mee gerekend is
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de extreem hoge inflatie en het feit dat de Wet toekomst pensioenen gebaseerd is op stabiele en lage inflatie van ongeveer 2% en dat in de overgang naar het nieuwe stelsel daar ook mee gerekend is (ingezonden 21 maart 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de publicatie van de inflatiecijfers van het Centraal Planbureau
(CPB)1 voor het jaar 2022, waarin het CPB verwacht dat de inflatie voor het jaar 2022 gemiddeld
op 5,2% uitkomt, met een marge van 3% aan de onderkant en 6% als alles tegenzit?
Vraag 2
Heeft u gelezen dat De Nederlandsche Bank (DNB) verwacht de geharmoniseerde consumentenprijsindex
(HICP)-inflatie in 2022 uitkomt op gemiddeld 6,7%, om vervolgens af te nemen tot 2,8%
in 2023? En dat DNB ook een alternatief pessimistischer scenario heeft waarbij die
uitkomen op 9,5% en 3,4%?2
Vraag 3
Bent u op de hoogte van uitspraken van de heer K. Knot, president van DNB, in een
uitzending van Buitenhof, 6 februari 2022, waar hij onder meer gezegd heeft: «Wij
denken nu dat al met al die verhoogde inflatie zeker twee jaar in totaal, gemeten
vanaf vorig jaar zomer, zal duren. Zo niet langer.»?3
Vraag 4
Klopt het dat een belangrijke reden van de aankomende herziening van ons pensioenstelsel
is gelegen in het feit dat pensioenen onder het huidige systeem niet of nauwelijks
worden geïndexeerd, zie bijvoorbeeld de memorie van toelichting op het consultatiedocument
Wet Toekomst Pensioenen: «Het pensioenstelsel moet in staat zijn om de gevolgen van
de inherent onzekere ontwikkeling van de financiële markten op een verstandige manier
op te vangen en op een evenwichtige manier over leeftijdsgroepen te verdelen»4 en de Hoofdlijnnotitie 2020, waar staat opgeschreven: «Met name de rentegevoeligheid
van pensioenen en aanspraken beginnen steeds meer te knellen. Al deze ontwikkelingen
hebben ertoe geleid dat de pensioenen van veel pensioengerechtigden, en de aanspraken
van nog meer deelnemers, sinds 2009 niet of nauwelijks zijn verhoogd. Veel mensen
zijn rond 2013 met – soms omvangrijke – kortingen geconfronteerd. In dezelfde periode
zijn de premies verhoogd en is de opbouw verlaagd. En dit terwijl de economie na 2008
een langdurige opleving heeft gekend»5?
Vraag 5
Kunt u aangeven wat het gemiddelde en maximale percentage inflatie is waar ten behoeve
van de Wet Toekomst Pensioenen mee is gerekend in de rekenmodellen?
Vraag 6
Op welke wijze is rekening in de Wet Toekomst Pensioenen gehouden met de huidige inflatie?
Kunt u rekenvoorbeelden geven van de effecten van deze inflatie die substantieel afwijkt
van de door Europese Centrale Bank (ECB) nagestreefde gemiddelde 2%? Heeft u berekeningen
laten maken wat 6% inflatie betekent? En 9%?
Vraag 7
Klopt het dat er een scenarioset is met 10.000 en 2000 scenario’s voor 60 jaar bij
de DNB? Wat is het hoogste percentage inflatie dat in die scenarioset van januari
2022 voorkomt in elk van die grote scenariosets?6
Vraag 8
Hoe gaat u bevorderen dat DNB met spoed een scenarioset publiceert die strookt met
de eigen inflatieverwachtingen?
Vraag 9
Deelt u de mening dat die scenariosets dus de huidige werkelijkheid totaal niet dekken
en dat we dus voor ongeveer de derde keer in 20 jaar totaal buiten elke scenarioset
beland zijn?
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de effecten zijn van een stagnerende economie bij een hoge inflatie
(stagflatie)?
Vraag 11
Bent u van mening dat de solidariteitsvoorzieningen in de Wet Toekomst Pensioenen
voldoende toegerust zijn voor de economische omstandigheden die zich thans voordoen?
Vraag 12
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van de hoge inflatie op de te verwachten pensioenuitkeringen
onder het nieuwe pensioensysteem? Voor zover deze gevolgen niet zijn doorgerekend:
kunt u zorgen voor een goede en transparante doorrekening van de hoge inflatie voor
een substantiële periode?
Vraag 13
Herinnert u zich dat het CPB schreef: «De transitie-effecten kennen ruime bandbreedtes
en zijn gevoelig voor de veronderstellingen over het rendement op aandelen en obligaties
en over de inflatie.»?7
Vraag 14
Kunt u inzage geven in de gevolgen van de huidige hoge inflatie op de transitie (waarbij
honderden miljarden euro’s worden herverdeeld)? Indien u die inzage niet heeft, bent
u dan bereid om met spoed die inzage wel te krijgen en aan het parlement te verschaffen?
Vraag 15
Indien er nog gerekend moet worden: kunt u aangeven wanneer de Kamer deze berekeningen
kan verwachten?
Vraag 16
Welke extra berekeningen over een hogere rente en de gevolgen voor het pensioenstelsel,
het nieuwe pensioenstesel en/of de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel heeft
u het afgelopen jaar intern laten maken of hebben externen (zoals CPB, Netspar of
anderen) voor u gemaakt? Kunt u een lijst geven van die berekeningen en kunt u die
berekeningen alvast openbaar maken met deze vragen?
Vraag 17
Op 21 januari 2022 sloot de internetconsultatie ten aanzien van de «Wijziging van
het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met toeslag vanwege
voorgenomen transitie»8, wanneer verwacht u de uitkomsten van deze consultatie met de Kamer te kunnen delen?
Hoe hoog is de inhaalindexatie die naar voren gehaald wordt gemiddeld en is dat verantwoord?
Vraag 18
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden voor u het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen
bij de Kamer indient?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Indiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.