Amendement : Amendement van de leden Kröger en Van der Lee over investeringen met een positieve maatschappelijke kosten-batensom die niet direct het duurzaam verdienvermogen vergroten
35 976 Regels inzake instelling van een Nationaal Groeifonds (Wet Nationaal Groeifonds)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRÖGER EN VAN DER LEE
Ontvangen 21 maart 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 2, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt « ten minste».
2.In onderdeel a wordt na «a.» ingevoegd «mogelijk bijdragen aan het vergroten van»
en wordt « vergroten;» vervangen door «, en ten minste een positief saldo van maatschappelijke
baten en lasten hebben;».
3. Onder verlettering van de onderdelen f en g tot onderdelen e en f vervalt onderdeel e.
Toelichting
Dit amendement verankert in de wet dat publiek geld uitsluitend wordt ingezet voor
investeringen in maatschappelijke meerwaarde door de focus in de beoordeling van voorstellen
nadrukkelijker te leggen bij een zo positief mogelijke maatschappelijke kosten-batensom.
Daarmee regelt het amendement dat ook investeringen met een positieve maatschappelijke
kosten-batensom die niet direct het duurzaam verdienvermogen (uitgedrukt in het structurele
bbp) vergroten, in aanmerking komen voor investeringen uit het Nationaal Groeifonds.
Investeringen die het structurele bbp verhogen blijven mogelijk, maar voorstellen
zullen middels dit amendement primair beoordeeld worden op hun maatschappelijke kosten
en baten.
De indieners achten een centralere rol voor de MKBA als sturingsindicator wenselijk,
omdat een MKBA het instrument is om expliciet te maken of er redenen zijn voor de
bekostiging van publiek-private projecten met publieke middelen vanwege positieve
externaliteiten (zoals meer kennisdeling) of het aanpakken van marktfalen (zoals milieuschade
of te weinig hoog risico-investeringen in sleuteltechnologieën). Een MKBA is daarmee
ook het geëigende instrument om te beoordelen of de publiek-private voorstellen aanspraak
zouden moeten maken op publieke middelen uit het Nationaal Groeifonds.
De tekortkoming van het (structurele) bbp is dat het externe effecten niet meerekent
terwijl de maatschappij en economie er wel baat bij hebben als het Nationaal Groeifonds
externaliteiten (zoals milieuschade) aanpakt en activiteiten financiert die niet direct
bijdragen aan bbp-groei, maar wel positieve externe effecten hebben (zoals kennisdeling).
Investeringen in meer positieve en minder negatieve externe effecten worden niet meegenomen
in de berekening van de bijdrage aan het structurele bbp, maar werken wel welvaartsverhogend
en zouden daarom gedaan moeten worden.
Kröger
Van der Lee
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Tom van der Lee, Tweede Kamerlid