Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Beckerman over plannen van de NAM met oliewinning in Rotterdam
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over plannen van de NAM met oliewinning in Rotterdam (ingezonden 20 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
18 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1388.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de wens van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) om de
laatste olie uit het veld in Rotterdam, dat onder de Waalhaven ligt, tot 2050 te willen
winnen?
Antwoord 1
De vraag die tijdens de beoordeling van de actualisatie van het winningsplan Rotterdam
op tafel ligt, is of dit winningsplan voldoet aan de huidige wettelijke eisen om de
winning van olie te mogen voortzetten. Hierbij weeg ik de gevolgen en risico’s voor
de omgeving grondig af. Ik heb, zoals gebruikelijk is in dit soort procedures, advies
gevraagd aan onder andere het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), TNO en de gemeenten
Rotterdam en Barendrecht en ben tot een ontwerpinstemmingsbesluit gekomen. Ook zijn
de omwonenden geïnformeerd en konden zij en andere belanghebbenden hun zienswijze
geven op het ontwerpinstemmingsbesluit. Die zienswijzen neem ik mee in de definitieve
besluitvorming.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het aanpassen van de vergunningen zeer onwenselijk is?
Wat kunt u hiertegen doen?
Antwoord 2 en 3
Er is geen sprake van het aanpassen van de vergunde activiteiten. Er wordt niet meer
olie per jaar geproduceerd dan onder de huidige instemming. Er worden geen nieuwe
oliehoudende lagen aangeboord, geen nieuwe technieken toegepast en er worden geen
nieuwe locaties aangelegd waarvandaan olie wordt gewonnen. In het winningsplan wordt
een verwachting naar de toekomst gegeven tot en met 2050. Het winningsplan is geactualiseerd
ten opzichte van het winningsplan uit 2003 naar aanleiding van de veranderde en meer
gedetailleerde indieningsvereisten ten aanzien van de beschrijving van de mogelijke
effecten van de winning die momenteel aan een winningsplan worden gesteld.
Ik kan mij goed voorstellen dat een aantal Rotterdamse burgers niet wist dat er olie
werd gewonnen. Mijn wettelijke rol is om bij de actualisatie van een winningsplan,
deze te beoordelen op basis van de huidige juridische kaders. Een actualisatie van
een winningsplan, de beoordeling ervan en de informatievoorziening die daarbij hoort,
bieden de gelegenheid om de voorschriften verbonden aan de winning opnieuw te beoordelen
en de omwonenden op de hoogte te brengen van de stand van zaken. De huidige wetgeving
stelt mij in staat om een aantal beperkende voorschriften aan dit winningsplan te
verbinden. Daarom heb ik in het ontwerpbesluit een beperking van de maximale druk
in het oliereservoir voorgeschreven en stem ik niet in met technieken wanneer die
tot scheurvorming in de afsluitende laag van het olieveld leiden. Deze voorschriften
leiden er toe dat de veiligheid van de winning blijft gewaarborgd.
Vraag 4
Klopt het dat u hierover een informatiebijeenkomst heeft gepland? Zo ja, wanneer?
Wilt u een verslag van deze avond delen met de Kamer?
Antwoord 4
Om omwonenden te informeren over een voorliggend winningsplan en het ontwerpbesluit
van de instemming met dit winningsplan organiseer ik doorgaans een informatiebijeenkomst,
waar omwonenden terecht kunnen met vragen en waar omwonenden zich kunnen laten informeren
over verschillende onderwerpen waar omwonenden van een olie- of gaswinning vaak vragen
over hebben.
Op 20 december 2021 was er een informatiebijeenkomst die vanwege de coronamaatregelen
online werd gehouden. Medewerkers van mijn ministerie en de NAM waren aanwezig op
deze informatiebijeenkomst om vragen te beantwoorden. De informatieavond werd georganiseerd
tijdens de periode van ter inzagelegging van het ontwerpinstemmingsbesluit met een
winningsplan.
Omwonenden waren per briefkaart uitgenodigd en konden bij inschrijving reeds vragen
indienen die in de gegeven presentaties zoveel mogelijk beantwoord zijn. Er waren
op het drukste moment 115 mensen ingelogd. Als verslag van de avond zijn de presentaties
gedeeld en tevens beantwoord ik alle vragen die tijdens de bijeenkomst in de chat
zijn gezet, schriftelijk.
De presentatie en de antwoorden op alle vragen zijn per e-mail aan alle mensen toegestuurd
die zich hebben ingeschreven voor de informatiebijeenkomst en tevens gepubliceerd
op www.mijnbouwvergunningen.nl/rotterdam.
Vraag 5
Waarom wil de NAM bestaande vergunningen aanpassen, terwijl de velden in de verkoop
staan? Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 5
De NAM moest het winningsplan voor oliewinning actualiseren omdat de indieningsvereisten
van een winningsplan zijn gewijzigd sinds de vorige versie uit 2003 en dan is het
mijn taak om de aanvraag te beoordelen.
Ik ben er van op de hoogte dat de organisatie van de NAM wordt geherstructureerd.
Dat vergunningen en instemmingsbesluiten op orde moeten zijn, staat daar los van.
Vraag 6
Zijn er in de omgeving al gevolgen bekend van bodemdaling? Zo ja, welke? En welke
acties zijn daar op ondernomen?
Antwoord 6
In de beginjaren van de oliewinning heeft er bodemdaling plaatsgevonden van enkele
centimeters. Hiervan zijn geen gevolgen bekend. Door het opstarten van de waterinjectie
eind jaren negentig houdt de NAM de druk in het olieveld op peil en daardoor is de
verdere bodemdaling minimaal. De bodemdaling die vanaf nu nog verwacht wordt is dan
ook minder dan 2 cm. De totaal opgetreden bodemdaling door de oliewinning sinds 1984
zal in 2050 maximaal 7 cm zijn. Het SodM en TNO onderschrijven deze bodemdalingsverwachting.
Hiervan worden geen gevolgen verwacht voor gebouwen en infrastructuur of de functionaliteit
daarvan. De Technische commissie bodembeweging (Tcbb) onderschrijft dit.
De NAM dient de bodemdaling te monitoren conform een vastgesteld meetplan. Het SodM
ziet hierop toe.
Vraag 7
Klopt het dat er aan de bewoners is verteld dat de oliewinning tot maximaal 2 centimeter
bodemdaling zal leiden?
Antwoord 7
Ja, dat klopt, tijdens de informatiebijeenkomst en in het ontwerpinstemmingsbesluit
is beschreven dat de nu nog verwachte bodemdaling maximaal 2 cm zal bedragen. Daarbij
is aangegeven dat dit de maximale toekomstige bodemdaling betreft en bovenop de bodemdaling
komt die reeds heeft plaatsgevonden. De totaal opgetreden bodemdaling door de oliewinning
sinds 1984 zal in 2050 maximaal 7 cm zijn. Het SodM en TNO onderschrijven deze bodemdalingsverwachting.
Vraag 8
Is er in Rotterdam ook sprake van afvalwaterinjectie, zoals in Schoonebeek? Wat gebeurt
er in Rotterdam met het afvalwater?
Antwoord 8
In het olieveld Rotterdam verschilt de situatie van de injectie in Twente. In Rotterdam
brengt de NAM het productiewater dat uit het olieveld mee omhoog komt terug in hetzelfde
olieveld. De injectie vindt plaats ter ondersteuning van de oliewinning en om bodemdaling
tegen te gaan. In Twente vindt injectie van water plaats, afkomstig van oliewinning
op andere locaties. Daarvan is in Rotterdam geen sprake.
Daarnaast is de oliewinning in Schoonebeek productietechnisch gezien anders. De olie
in de Rotterdam-velden is goed winbaar omdat deze aardolie vloeibaar is. Dat is met
de aardolie in Schoonebeek niet het geval, die olie is niet tot weinig vloeibaar en
moet vooraf met behulp van stoom vloeibaar gemaakt worden. Dit bemoeilijkt de injectie
van water in hetzelfde olieveld.
Vraag 9
Wanneer zijn de injectieputten in Rotterdam voor het laatst gecontroleerd? Door wie?
Wat waren de uitkomsten?
Antwoord 9
Op 27 mei 2021 is SodM een inspectie uitgevoerd op de mijnbouwlocatie Rotterdam Meetstation
in het kader van waterinjectie. Tijdens deze inspectie zijn verschillende onderwerpen
gecontroleerd die betrekking hebben op de injectieputten. Daarbij heeft de NAM aan
de inspecteurs van het SodM aangetoond dat zij de drukken van de ruimten tussen de
putbuis en de wand van het boorgat van de waterinjectieputten meten en registreren.
Tevens zijn door het SodM steekproefsgewijs de inspectierapportages van put RTD-9
opgevraagd en gecontroleerd. Uit deze rapportages werd duidelijk voor het SodM dat
de NAM de deugdelijkheid van de beveiligingen aan periodieke tests onderwerpt. Tevens
is door het SodM geconstateerd dat de injectiedrukken en de injectiedebieten voldoen
aan de in de vergunning gestelde eisen.
Vraag 10
Hoe staat deze winning in verhouding tot de klimaatplannen?
Antwoord 10
Het bereiken van de doelen van de klimaatplannen lukt alleen door de uitstoot van
CO2 omlaag te brengen. Dit moeten wij doen door het terugdringen van het gebruik van
fossiele brandstoffen en een zo snel mogelijke transitie naar duurzame energie. Dit
gaat niet van dag op nacht. Op dit moment is de Nederlandse industrie en mobiliteit
nog sterk afhankelijk van aardolie, of deze in Nederland of het buitenland wordt gewonnen.
Hoewel de Nederlandse olieproductie gering is, leidt het importeren van olie tot meer
CO2-uitstoot dan winning in eigen land. Zolang er nog olie wordt gebruikt is de winning
in eigen land de optie waarmee de minste CO2-uitstoot wordt veroorzaakt.
In de beoordeling van vergunningen houd ik ook rekening met de klimaatdoelstellingen.
Als de Nederlandse vraag naar olie afneemt, neem ik dit mee in mijn beoordeling of
er nog grond is om de winning te continueren. Indien er geen sprake meer is van planmatig
beheer van de ondergrond en kan ik de winning bekorten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.