Schriftelijke vragen : Het ontwikkelen van een Europese digitale identiteit in het algemeen en in het bijzonder in relatie tot het coronatoegangsbewijs
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het ontwikkelen van een Europese digitale identiteit in het algemeen en in het bijzonder in relatie tot het coronatoegangsbewijs (ingezonden 14 maart 2022).
Vraag 1
Sinds wanneer is de Europese Unie (EU) bezig met de ontwikkeling van een Europese
digitale identiteit?
Vraag 2
Klopt het dat de EU in juni 2021 constateert dat de implementatie van de Europese
digitale identiteit niet goed loopt, getuige de passage: «Vanaf de inwerkingtreding
van het e-ID-deel van de verordening in september 2018 hebben slechts 14 lidstaten
ten minste één e-ID-regeling aangemeld (...). Er zijn maar 7 regelingen die volledig
mobiel zijn (...).»1
Vraag 3
Klopt het dat de EU in oktober 2021 stelt dat: «… het digitale EU-COVID-certificaat
[heeft] aangetoond dat het mogelijk is op een toegankelijke manier een veilig en beveiligd
systeem te ontwikkelen dat privacy en persoonsgegevens beschermt. Het is een belangrijke
testcase voor de ontwikkeling van een «toolbox voor digitale identiteit» van de EU.»?2
Vraag 4
Op welke manier is het EU-COVID-certificaat een testcase voor de ontwikkeling van
de «toolbox voor een digitale identiteit» van de EU?
Vraag 5
Is de techniek en de software voor de corona-app en voor de scanner voor het controleren
van de vaccinatiestatus, te gebruiken voor de verdere ontwikkeling van de Europese
digitale identiteit? Wordt de techniek voor de corona-app en de scanner op enige manier
doorontwikkeld ten behoeve van de bredere Europese digitale identiteit? Kunt u een
gedetailleerd overzicht geven van de technische mogelijkheden en onmogelijkheden voor
deze doorontwikkeling?
Vraag 6
Kunt u een nadere toelichting geven op de uitspraken van u en van de Minister van
Buitenlandse Zaken dat Nederland al is aangesloten op de Europese infrastructuur voor
grensoverschrijdend gebruik van e-ID’s? Kunt u een gedetailleerde beschrijving geven
van wat deze Europese infrastructuur inhoudt en hoe en door wie die momenteel gebruikt
wordt? Wat houdt de aansluiting van Nederland concreet in?3, 4
Vraag 7
Kunt u aangeven of en hoe het parlement betrokken werd bij de besluitvorming over
de aansluiting van Nederland op de Europese infrastructuur voor grensoverschrijdend
gebruik van e-ID’s?
Vraag 8
Is de software die gebruikt is voor het EU-COVID-certificaat te gebruiken binnen de
Europese infrastructuur voor grensoverschrijdend gebruik van e-ID’s?
Vraag 9
Bent u ervan op de hoogte dat de Nederlandse zorgsector sinds 2016 een «voorloper
en kwartiermaker» is voor het e-ID-stelsel van de EU?5
Vraag 10
Is er een relatie tussen de zorgsector als «voorloper en kwartiermaker» voor het e-ID
en de persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s)? Zo ja, welke?
Vraag 11
Is de techniek die gebruikt wordt voor PGO’s, zoals websites en apps voor online toegang
tot medische gegevens, waarop Nederlandse huisartsen via het Huisarts Informatie Systeem
(HIS) zijn aangesloten en waarmee patiënten hun gegevens kunnen delen met zorginstellingen,
afgestemd op de (bestaande c.q. door te ontwikkelen) Europese infrastructuur voor
grensoverschrijdend gebruik van e-ID’s?
Vraag 12
Zijn er behalve de zorgsector nog meer sectoren in Nederland die nu en/of in het recente
verleden een rol hebben bij de ontwikkeling van de Europese digitale identiteit? Welke
sectoren zijn/waren dat en wat waren de resultaten?
Vraag 13
Is de proef in de Tweede Kamer met gezichtsherkenning bij de toegangspoorten met behulp
van een camera en de toegangspas op de een of andere manier een onderdeel van de (bestaande
c.q. door te ontwikkelen) Europese infrastructuur voor grensoverschrijdend gebruik
van e-ID’s? Is de techniek die daarbij wordt gebruikt afgestemd op de (bestaande c.q.
door te ontwikkelen) Europese infrastructuur voor grensoverschrijdend gebruik van
e-ID’s? Zo ja hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat het opslaan van de persoonskenmerken adres, leeftijd, geslacht,
burgerlijke staat, gezinssamenstelling, nationaliteit, onderwijskwalificaties, -titels
en -diploma’s, beroepskwalificaties, -titels en -licenties, openbare vergunningen
en licenties en financiële en bedrijfsgegevens door de EU alsminimale eis is gesteld voor de Europese digitale identiteit? Zo ja, onderschrijft u het verplicht
toegankelijk maken van minimaal al deze persoonsgegevens via de Europese digitale
identiteit? Wat gaat er mis als één van deze persoonsgegevens niet verplicht toegankelijk
is via de Europese digitale identiteit?6
Vraag 15
Kan het kabinet zich nog uitspreken tegen deze minimale eis van de EU? Zo ja, bent
u daartoe bereid?
Vraag 16
Kan het parlement zich nog uitspreken tegen deze minimale eis van de EU? Zo ja, hoe?
Vraag 17
Klopt het dat de EU alle lidstaten wil verplichten tot het erkennen van een Europese
digitale identiteit? Klopt het dat het kabinet hier een groot voorstander van is?
Heeft het parlement de mogelijkheid deze verplichting tegen te houden? Zo ja, hoe?
Vraag 18
Kunt u een toelichting geven op de passage «Voor een ruime beschikbaarheid en bruikbaarheid
van Europese portemonnees voor digitale identiteit is aanvaarding door particuliere
dienstverleners vereist. Particuliere vertrouwende partijen die diensten verlenen
op het gebied van vervoer, energie, financiële dienstverlening, sociale zekerheid,
gezondheidszorg, drinkwatervoorziening, postdiensten, digitale infrastructuur, onderwijs
of telecommunicatie moeten het gebruik van Europese portemonnees voor digitale identiteit
aanvaarden voor de verlening van diensten waarvoor op grond van nationale of Uniewetgeving
of contractuele verbintenis sterke gebruikersauthenticatie voor online-identificatie
vereist is.»?7
Vraag 19
Klopt het dat er behalve de genoemde minimale eisen (zie vraag 14) het in de bedoeling
ligt dat ook gegevens op bovengenoemde terreinen (zie vraag 18), dus inclusief gezondheidszorg,
toegankelijk worden via de Europese digitale identiteit? Is het denkbaar dat de door
te ontwikkelen Europese digitale identiteit op termijn ook gebruikt gaat worden om
de vaccinatiestatus op te slaan en te controleren? Kunt u dit toekomstig gebruik uitsluiten?
Vraag 20
Is het document EU 2016/679, d.d. 27 april 2016 nog steeds de vigerende verordening
voor gegevensbescherming? Zo ja, hoe verhoudt zich het doel van gegevensminimalisatie
uit deze verordening tot de voorgenomen opeenstapeling van persoonsgegevens en andere
gegevens in de Europese digitale identiteit? Zo nee, wat is de huidige verordening
van de EU over gegevensbescherming en wat is daarin geregeld over gegevensminimalisatie?8
Vraag 21
Kunt u deze vragen beantwoorden voor 22 maart 2022 in verband met het geplande commissiedebat
Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, digitale identiteit?
Indieners
-
Gericht aan
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.