Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Haverkort en Van Campen over de fok en verkoop van kortsnuitige honden
Vragen van de leden Haverkort en Van Campen (beiden VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid over de fok en verkoop van kortsnuitige honden (ingezonden 2 februari 2022).
Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
9 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1947.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Kassa van zaterdag 29 januari 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over de uitkomsten van het Kassa-onderzoek waaruit blijkt dat er online
Franse buldog-, mopshond-, Boston terriër- en Shih-tzu-pups te koop worden aangeboden
met te korte snuiten, dus onder de wettelijke cranionasale grens van 30%?
Antwoord 2
Als fokkers doorgaan met het fokken van kortsnuitige honden die niet aan de criteria
voldoen dan vind ik dit een kwalijke zaak. In het rapport «Fokken met kortsnuitige
honden»2 kan iedereen nagaan waar de ouderdieren aan moeten voldoen, wil je er mee fokken.
Dierenartsen kunnen eigenaren hier ook advies over geven. Het is de verantwoordelijkheid
van de fokker om fysiek en mentaal gezonde honden te fokken.
Vraag 3
Welke daadwerkelijk inzet heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
getoond om het fokken van kortsnuitige honden tegen te gaan?
Antwoord 3
De NVWA voert inspecties uit bij fokkers van kortsnuitige honden als onderdeel van
het toezicht op het fokken met gezelschapsdieren. Tijdens de inspecties bij fokkers
van kortsnuitige honden kijkt de NVWA bij beide ouderdieren van een nest naar de zes
criteria die zijn opgesteld door de Universiteit van Utrecht3, zoals gedeeld met de Tweede Kamer op 16 maart 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1039). Naast inspecties verzorgt de NVWA voorlichting over dit onderwerp aan kopers van
honden, fokkers en dierenartsen.
De NVWA heeft eind 2019 bij negen fokkers van kortsnuitige honden inspecties uitgevoerd.
Hierbij zijn de ouderdieren op de zes criteria beoordeeld. De controles bij fokkers
van gezelschapsdieren zijn in 2020 niet uitgevoerd in verband met de gestelde coronamaatregelen
vanuit het kabinet. Na het opstellen van een aanvullend arboprotocol zijn de controles
in 2021 weer hervat. In 2021 zijn er door de NVWA bij hondenfokkers 15 controles gericht
op artikel 3.4 (fokken met gezelschapsdieren) van Besluit houders van dieren uitgevoerd,
daarbij werden 6 overtredingen van dit artikel vastgesteld. Dit betrof vooral controles
bij fokkers van kortsnuitige honden. Tijdens controles wordt ook naar andere aspecten
gekeken zoals welzijn (o.a.huisvesting en verzorging) en identificatie & registratie.
Vraag 4
Bent u bekend met de in de Kassa-uitzending genoemde concept-convenanten van de koepelorganisatie
Raad van Beheer, waarin de Cambridge-test waar louter luchtwegproblemen worden onderzocht
als criterium wordt opgevoerd en niet meer de kortsnuitigheid om dierenwelzijn te
borgen? Hoe oordeelt de Raad voor Dierenaangelegenheden over deze Cambridge-test in
relatie tot dierengezondheid?
Antwoord 4
Ja ik ben op de hoogte van de Cambridge-test. De Raad voor Dieraangelegenheden (RDA)
heeft zich niet uitgesproken over de Cambridge-test die door de Raad van Beheer gebruikt
wordt.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat de Raad van Beheer op deze wijze een signaal afgeeft aan fokkers
dat kortsnuitigheid geen probleem is? Wat vindt u ervan dat de Raad voor Beheer op
deze wijze stambomen afgeeft voor honden met snuiten onder de wettelijk toegestane
schedel-neus-afstand?
Antwoord 5
Ik vind dat de Raad van Beheer een voorbeeldfunctie heeft. Zij zouden hun fokkers
moeten stimuleren fysiek gezonde en mentale honden te fokken. Ik heb de Raad laten
weten dat de NVWA zich bij controle houdt aan de nu opgestelde criteria voor het fokken
met kortsnuitige honden en dat de Cambridge-test onvoldoende is.
Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om fokkers èn de Raad voor Beheer aan de wet te houden?
Antwoord 6
De NVWA blijft inspecties uitvoeren bij fokkers van kortsnuitige honden. De zes criteria
gelden voor de fok van alle kortsnuitige honden en beperken zich dus niet tot rashondenfokkers
aangesloten bij de Raad voor Beheer.
Vraag 7
Wat is de stand van zaken rondom de uitvoering van de motie van het lid Wassenberg
c.s. over het tegengaan en verbieden van handel in en import van doorgefokte gezelschapsdieren
(Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 64)?
Antwoord 7
Ik ben dit aan het onderzoeken. Ik informeer uw Kamer dit voorjaar hierover.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.