Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Jaarlijkse zitting 2021
19 291 Parlementaire Assemblée van de NAVO
AC/ Nr. 61 VERSLAG VAN DE JAARLIJKSE ZITTING 2021
Vastgesteld 7 maart 2022
1. Inleiding
Van 8 tot en met 11 oktober 2021 namen vijf leden van de vaste delegatie in de NAVO
Parlementaire Assemblee (NAVO PA) deel aan de jaarvergadering1 van deze organisatie in de Portugese hoofdstad Lissabon. Het betrof de Tweede Kamerleden
Belhaj (D66, delegatieleider), Brekelmans (VVD), Van Wijngaarden (VVD) en Boswijk (CDA) en het Eerste Kamerlid Koole. Het was de eerste fysieke bijeenkomst van de assemblee in anderhalf jaar, aangezien
de internationale reisbeperkingen als gevolg van de coronapandemie het lange tijd
niet mogelijk maakten om grote interparlementaire bijeenkomsten te organiseren. De
NAVO PA heeft sinds maart 2020 veel digitale vergaderingen georganiseerd, zodat het
reguliere werk en de debatten over rapporten en resoluties door konden gaan. Maar
in Lissabon heerste duidelijk opluchting dat het nu weer mogelijk was om elkaar persoonlijk
te ontmoeten en te spreken. De debatten tijdens deze sessie stonden onder meer in
het teken van de herziening van het Strategisch Concept van de NAVO, de dreiging van
Rusland en China en de afwikkeling van de Westerse militaire operaties in Afghanistan.
De discussies daarover vonden plaats in aanwezigheid van een omvangrijke Amerikaanse
delegatie, inclusief de Voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy
Pelosi. Zij kreeg tijdens de sessie een prijs uitgereikt van de assemblee («Women
for Peace and Security») voor haar inzet voor trans-Atlantische veiligheid.
De Nederlandse delegatie werd in Lissabon hartelijk ontvangen door ambassadeur Trooster,
die een informatieve dinerbriefing verzorgde over de actuele politieke en maatschappelijke
ontwikkelingen in Portugal. Tevens had de delegatie een ontmoeting met de heer Van
Weel, Assistant Secretary General for Emerging Security Challenges bij de NAVO, die
de Kamerleden briefte over de nieuwe veiligheidsuitdagingen van het bondgenootschap.
Mevrouw Belhaj, die voor het eerst aan een jaarvergadering deelnam in de rol van delegatieleider,
had daarnaast een aantal kennismakingsgesprekken met de delegatieleiders van Duitsland,
het Verenigd Koninkrijk, België en Turkije.
2. Standing Committee
Mevrouw Belhaj nam deel aan de vergadering van het bestuur van de NAVO PA, het «Standing
Committee», waar alle delegatieleiders zitting in hebben. Dit bestuur bespreekt, naast
organisatorische kwesties en de werkplanning van de assemblee, ook onderwerpen van
politieke aard. Het eerste was een presentatie door mevrouw Berti, hoofd van de Policy
Planning Unit van de secretaris-generaal van de NAVO, over de herziening van het Strategisch
Concept, waarbij onder meer het tijdsschema werd geschetst. Het tweede onderwerp betrof
de lessen die geleerd kunnen worden van de NAVO-operaties in Afghanistan en de toekomstige
relatie met dit land. Sommige delegatieleiders opperden daarin het idee dat de belangrijkste
les was dat internationale vredesmissies niet werken, anderen vonden deze conclusie
te ver gaan. Voorts werd in het Standing Committee vooruitgeblikt op de voorjaarszitting
van mei 2022, die in de Oekraïense hoofdstad Kiëv zal plaatsvinden. Het besluit om
die sessie niet in een NAVO-lidstaat te organiseren, is al genomen tijdens de jaarvergadering
van 2017, waarbij destijds overigens leden van de Nederlandse delegatie kritische
kanttekeningen bij dit besluit hebben geplaatst.
3. Plenaire zitting
De secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, ging zoals gebruikelijk uitgebreid
in debat met de leden van de assemblee. In zijn inleiding sprak hij over erfenis van
de NAVO-betrokkenheid bij Afghanistan. Het was een gezamenlijke beslissing om daar
weg te gaan, zo stelde hij. Het was een lastig dilemma: blijven met een open einde
aan de militaire aanwezigheid of weggaan met het risico dat de Taliban weer aan de
macht komen. De investeringen van de afgelopen twintig jaar zijn niet vergeefs geweest,
vond Stoltenberg. Al dit tijd zijn er geen terroristische aanvallen vanuit Afghanistan
gelanceerd, terwijl de militaire aanwezigheid heeft bijgedragen aan belangrijke sociale
en economische vooruitgang. Hij had inmiddels opdracht gegeven voor een grondige assessment
van de NAVO-operaties in Afghanistan. Maar voor hem stond al vast dat de crisis in
Afghanistan niets veranderde aan de noodzaak voor Europa en Noord-Amerika om eendrachtig
samen te werken in de NAVO. De noodzaak voor trans-Atlantische eenheid is nu groter
dan ooit sinds het einde van de Koude Oorlog.
Voorts sprak hij over «NATO 2030», een ambitieuze agenda om het bondgenootschap klaar
te maken voor de toekomstige internationale veiligheidssituatie. Nationale weerbaarheid
is daarvan een belangrijk onderdeel, zodat onze samenlevingen, infrastructuur, bevoorradingsketens
en cybernetwerken minder kwetsbaar voor aanvallen zijn en de impact van klimaatverandering
hanteerbaar blijft. De secretaris-generaal sprak over versterking van de samenwerking
met de Europese Unie. De NAVO vraagt al jaren aan de Europese bondgenoten om meer
in defensie te investeren zonder dat daarbij dubbelingen met de NAVO ontstaan. De
financiële middelen zijn beperkt, dus moet er efficiënt mee worden omgegaan. Stoltenberg
toonde zich verheugd over het feit dat de afgelopen zeven jaar alle Europese bondgenoten
meer aan defensie zijn gaan uitgeven. Het effect van die uitgaven wordt versterkt,
als de krachten gebundeld worden. Een ander onderdeel van «NATO 2030» is de ontwikkeling
van een nieuw Strategisch Concept. Op de NAVO-top van regeringsleiders in Madrid in
de zomer van 2022 zal dit nieuwe Concept worden vastgesteld. In de komende periode
zal Stoltenberg leiding geven aan het proces van intern overleg van de NAVO-lidstaten
over de ontwikkelingen in de strategische veiligheidsomgeving en de prioriteiten die
daarin gesteld moeten worden. Hij zal daarbij seminars in de hoofdsteden organiseren
en het debat met de NAVO PA aangaan. Hij prees tot slot de resoluties die de assemblee
in Lissabon aannam als een belangrijke bijdrage aan het interne debat over «NATO 2030».
Mevrouw Belhaj sprak de secretaris-generaal aan op de crisis in Afghanistan. Zij sprak
daarbij eerst haar waardering uit voor diegenen, die alles in hun macht hadden gedaan
om de evacuatieoperatie uit Afghanistan in goede banen te leiden. De beelden van Afghanen
die, wanhopig van angst, hun land probeerden te verlaten, moeten ons tot lering strekken,
zei mevrouw Belhaj. Naast de relevante lessen die getrokken moeten worden uit de Westerse
militaire operaties in Afghanistan, vroeg zij de secretaris-generaal om te reflecteren
op het ongemakkelijke gevoel dat de Verenigde Staten bij hun vertrek uit het land
weinig rekening hadden gehouden met hun Europese NAVO-bondgenoten. Zij begreep dat
de Europese landen hun onderlinge samenwerking dienden te verbeteren. Maar kon de
secretaris-generaal aangeven wat er nog meer gedaan kon worden om, tegen deze achtergrond,
de trans-Atlantische solidariteit te versterken? In zijn antwoord erkende de secretaris-generaal
dat Europese landen aan het begin van de evacuatie wellicht het gevoel hadden gehad
aan hun lot te zijn overgelaten. Maar na de eerste twee chaotische dagen werd de evacuatie
een gezamenlijke operatie, waaraan de Amerikanen erg veel hebben bijgedragen. Hoe
tragisch de situatie ook was, de evacuatie was voor hem tegelijk een lichtend voorbeeld
van hoeveel goede samenwerking tussen Noord-Amerika en Europa tot stand kan brengen.
Het was een besluit van de Verenigde Staten om zijn missie in Afghanistan te beëindigen
en, na consultatie hierover met de Europese partners, was het een – begrijpelijk –
Europees besluit om het gat dat hierdoor ontstond, niet op te vullen.
4. Commissierapporten
De vijf vakcommissies van de Assemblee bespraken in totaal 22 rapporten2. Deze rapporten waren in een eerste ronde al besproken tijdens de Spring Session in mei 2021:
– Enhancing the resilience of allied societies through civil preparedness (rapporteur
Joëlle Garriaud-Maylam, Frankrijk)
– Ten years after the Arab Spring: Democratic expectations and disillusions (rapporteur
Anissa Khedher, Frankrijk)
– Bolstering the democratic resilience of the alliance against disinformation and propaganda
(rapporteur Linda Sanchez, Verenigde Staten)
– Developing a whole-of-society, integrated and coordinated approach to resilience for
allied democracies (rapporteur Joëlle Garriaud-Maylam, Frankrijk)
– International arms control: challenges ahead (rapporteur Cédric Perrin, Frankrijk)
– China’s defence posture: implications for NATO (rapporteur Lara Martinho, Portugal)
– Security Challenges in the High North (rapporteur Jean-Charles Larsonneur, Frankrijk)
– Supporting NATO’s commitment to stronger defence and deterrence towards 2030 (rapporteur
Cédric Perrin, Frankrijk)
– Learning the lessons of NATO’s engagement in Afghanistan (rapporteur Cédric Perrin,
Frankrijk)
– Allied defense spending: enduring threats and constraints (rapporteur Christian Tybring-Gjedde,
Noorwegen)
– The global economic crisis: implications and prospects (rapporteur Faik Oztrak, Turkije)
– Belarus: political, economic and diplomatic challenges (rapporteur: Michal Szczerba,
Polen)
– Allied defence spending and capabilities development (rapporteur Christian Tybring-Gjedde,
Noorwegen)
– Confronting Russia’s continuing geopolitical and ideological challenge (rapporteur
Brendan Francis Boyle, Verenigde Staten)
– NATO and the Mediterranean security agenda (rapporteur Sonia Krimi, Frankrijk)
– The trans-Atlantic link and burden sharing in the changing strategic environment (rapporteur
Ahmet Yildiz, Turkije)
– Maintaining NATO’s focus on the Russian challenge (rapporteur Brendan Francis Boyle, Verenigde Staten)
– Reaffirming trans-Atlantic cohesion and implementing 2021 NATO Brussels summit decisions
(rapporteur Brendan Francis Boyle, Verenigde Staten)
– Enhancing NATO S&T cooperation with Asian partners (rapporteur Nusrat Ghani, Verenigd
Koninkrijk)
– Biological threats: technological progress and the spectre of bioterrorism in the post-Covid-19 era (rapporteur Leona Alleslev, Canada)
– Space and security – NATO’s role (rapporteur Karl-Heinz Brunner, Duitsland)
– Reviving arms control in a dynamic strategic environment (rapporteur Nusrat Ghani,
Verenigd Koninkrijk)
5. Verkiezingen
De assemblee koos opnieuw het Amerikaanse congreslid Gerald E. Connolly voor een nieuwe
termijn van een jaar als haar voorzitter. Een lid van de Nederlandse delegatie, de
heer Van Wijngaarden, werd gekozen als lid van de Ukraine-NATO Interparliamentary
Council.
De voorzitter van de delegatie, Belhaj
De griffier van de delegatie, Westerhoff
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Belhaj, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier