Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de afname van de zwemvaardigheid onder kinderen
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de afname van de zwemvaardigheid onder kinderen (ingezonden 14 februari 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 7 maart 2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «aandeel kinderen met zwemdiploma of volledig zwem-ABC
neemt af»?1
Antwoord 1
Vanzelfsprekend baart dat bericht mij zorgen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat het aandeel kinderen zonder zwemdiploma
aan het toenemen is (van 6 naar 9 procent) en het aantal kinderen dat voldoet aan
de Nationale Norm Zwemveiligheid afneemt (van 36 naar 32 procent)?
Antwoord 2
Zie antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Hoe kijkt u met de kennis van nu naar het besluit om ook de zwembaden te sluiten tijdens
lockdowns en avondlockdowns?
Antwoord 3
Voorafgaand aan de afkondiging van de maatregelen was bekend dat sluiting van zwembaden
zou leiden tot minder zwemles en dat daarmee minder diploma’s zouden worden behaald.
Daarom is op 8 maart 2021 het belang van zwemles zwaarder gewogen dan de beperking
van het aantal besmettingen. Zwembaden werden vanaf dit moment bij uitzondering geopend
voor het aanbieden van zwemles aan kinderen. Vanuit epidemiologische redenen is eerder
besloten deze uitzondering niet te maken. Later is om dezelfde reden ook tijdens de
avondlockdown niet gekozen voor een uitzondering om zwembaden te openen voor zwemles.
Vraag 4
Hoe gaat u deze trend keren? Met welke plannen of maatregelen gaat u er aan bijdragen
dat meer kinderen zwemdiploma’s halen in plaats van minder, zoals nu de trend is?
Antwoord 4
De huidige terugloop van diplomabezit is volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid
(NRZ) vooral een gevolg van beperkte mogelijkheid om les te volgen. De branche is
hard aan het werk de huidige achterstanden van diplomazwemmen weg te werken. Ik sluit
me aan bij de NRZ die stelt dat er geen sprake is van een nieuwe tendens waarbij kinderen
en/of hun ouders geen diploma meer willen halen, getuige ook de huidige wachtlijsten
voor zwemles.
Daarnaast ondersteun ik de NRZ via het Nationaal Plan Zwemveiligheid waar (de kwaliteit
van) zwemles een prominente plaats heeft. Daarin werken we samen om zwemlesaanbieders
te faciliteren en te ondersteunen waar mogelijk. Onder andere over de voortgang op
dit punt informeer ik u in een aparte brief in het voorjaar van 2022.
Vraag 5
Op welke wijze kunt u een impuls geven om de zwemvaardigheid onder kinderen, die de
afgelopen tijd onder andere vanwege de sluiting van zwembaden geen zwemlessen hebben
gehad, de komende maanden toch nog te laten toenemen?
Antwoord 5
De achterstanden van diplomabezit en wachtlijsten voor zwemles komen mede voort uit
de tijdelijke sluiting van zwembaden door de coronamaatregelen. Vóór de periode met
beperkende coronamaatregelen bestonden evenwel al wachtlijsten voor zwemles.
De oorzaken hiervoor zijn onder meer beperkt badwater en een tekort aan zwemdocenten.
Deze beperkingen laten zich niet oplossen met impulsen op de termijn die u mij verzoekt.
De impuls komt vooral van de branche zelf, die hard werkt om de achterstanden weg
te werken.
Tegelijk ben ik met diezelfde branche in gesprek over diverse initiatieven om zwemvaardigheid
en zwemveiligheid waar mogelijk te verbeteren in ons land. Ook de ontwikkelingen op
deze punten komen aan de orde in de brief die u later dit voorjaar van mij ontvangt.
Vraag 6
Bent u bereid concrete afspraken te maken met de Nationale Raad voor Zwemveiligheid
om te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen voor komende zomer leren zwemmen?
Antwoord 6
Zowel de NRZ als ik blijven alert op eventuele oplossingsrichtingen die kunnen bijdragen
aan het wegwerken van de achterstanden voor de zomer. Ik blijf daarover in gesprek
met de NRZ en daarover maken we indien nodig gezamenlijk afspraken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.