Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tony van Dijck en Maeijer over de berichten dat Nederland miljarden minder ontvangt en meer mag betalen aan de EU
Vragen van de leden Tony van Dijck en Maeijer (beiden PVV) aan de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken over de berichten dat Nederland miljarden minder ontvangt en meer mag betalen aan de EU. (ingezonden 2 februari 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) en Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen
2 maart 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Nederland krijgt waarschijnlijk ruim een miljard minder
uit Brusselse coronapot»?1 en «Klimaatfonds Timmermans kan Nederlandse EU-afdracht met 1 miljard verhogen?»2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten waar de herberekening van het Coronaherstelfonds precies op gebaseerd
is? Kan het bedrag dat Nederland uit het EU-fonds zal ontvangen ook nog wijzigen na
het indienen van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan?
Antwoord 2
Zoals is aangegeven in de brief van 27 januari jl.3 is deze aangepaste raming van het Coronaherstelfonds gebaseerd op de Herfstraming
2021 van de Europese Commissie. De Europese Commissie zal uiterlijk op 30 juni a.s.
de definitieve omvang van alle landenenveloppes vaststellen, zoals is bepaald in de
RRF-verordening. Op basis van het huidige geplande tijdspad voor het Nederlandse Herstel-
en Veerkrachtplan, waarbij indiening in Brussel is voorzien voor eind augustus, zal
dat plan gebaseerd zijn op de definitieve verdeling en derhalve niet meer wijzigen.
Vraag 3
Kunt u een update geven van hoeveel elke lidstaat bijdraagt aan en ontvangt uit de
herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) aan giften en leningen? Welke lidstaten maken
aanspraak op hogere of lagere giften als gevolg van een lagere of hogere economische
groei dan verwacht en om hoeveel gaat het precies?
Antwoord 3
Onderstaande tabel geeft de eerste voorlopige raming van de ontvangsten gebaseerd
op de herfstraming 2020 van de Europese Commissie, die als annex is opgenomen bij
de RRF-verordening. Daarnaast is een eigen interne berekening weergegeven voor de
omvang van de enveloppen op basis van de herfstraming 2021 van de Europese Commissie.
Het betreft hier een raming van alleen de subsidies. De Europese Commissie zal in
juni de definitieve landenenveloppes daarvan vaststellen op basis van de op dat moment
beschikbare realisatiecijfers voor het bruto binnenlands product in 2020 en 2021.
Voor de leningen zijn geen landenenveloppes als zodanig vastgesteld. Voor elke lidstaat
geldt dat zij maximaal aanspraak kan maken op leningen tot een hoogte van 6,8% van
het nationale bbp. Voor wat betreft de bijdrages van de lidstaten aan het RRF is er
geen nieuwe raming beschikbaar. In de laatste kolom is een voorlopige raming opgenomen
van de bijdrage die lidstaten moeten betalen voor het subsidiedeel van het RRF, op
basis van de geraamde BNI-sleutel voor 2022. De uiteindelijke bijdrage zal afhangen
van welke nieuwe Eigen Middelen zullen worden ingevoerd om de leningen die voor het
RRF worden aangegaan af te lossen.
Land
Enveloppe RRP oorspronkelijke raming (EUR mrd)
Nieuwe raming (EUR mrd)
Verschil (EUR mrd)
Raming van de bijdrage per lidstaat op basis van BNI-sleutel 2022 (EUR mrd)
België
5,9
4,5
– 1,4
11,5
Bulgarije
6,3
5,9
– 0,4
1,5
Tsjechië
7,1
7,6
0,5
5,3
Denemarken
1,6
1,4
– 0,1
8,0
Duitsland
25,6
27,6
2,0
85,6
Estland
1,0
0,9
– 0,1
0,7
Ierland
1,0
0,9
– 0,1
7,1
Griekenland
17,8
18,2
0,4
4,2
Spanje
69,5
76,7
7,1
29,6
Frankrijk
39,4
37,9
– 1,4
59,0
Kroatië
6,3
5,7
– 0,6
1,3
Italië
68,9
68,3
– 0,6
42,1
Cyprus
1,0
0,9
– 0,1
0,5
Letland
2,0
1,8
– 0,1
0,7
Litouwen
2,2
2,1
– 0,1
1,2
Luxemburg
0,1
0,1
0,0
1,1
Hongarije
7,2
5,8
– 1,3
3,5
Malta
0,3
0,4
0,1
0,3
Nederland
6,0
4,7
– 1,3
19,9
Oostenrijk
3,5
3,8
0,3
9,4
Polen
23,9
22,8
– 1,0
12,8
Portugal
13,9
15,5
1,6
5,1
Roemenië
14,2
12,2
– 2,0
5,6
Slovenië
1,8
1,5
– 0,3
1,2
Slowakije
6,3
5,6
– 0,8
2,3
Finland
2,1
1,9
– 0,2
5,9
Zweden
3,3
3,3
0,0
12,6
Vraag 4
Kunt u tevens per lidstaat aangeven hoeveel reeds is uitgekeerd uit de RRF en hierbij
onderscheid maken tussen leningen en giften?
Antwoord 4
De Europese Commissie heeft een actueel overzicht van deze informatie beschikbaar
op haar website, te vinden op https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard….
Daarnaast krijgt uw Kamer elk kwartaal een overzicht van de uitbetaling van subsidies
en leningen uit het RRF. Meest recente overzicht hiervan is terug te vinden in bijlage
2 bij de brief van 31 januari jl.4 met het overzicht tot en met het vierde kwartaal van 2021.
Onderstaand het overzicht zoals te vinden op bovengenoemde website van de Europese
Commissie op 2 februari jl.
Land
Datum
Soort uitkering
Omschrijving betalingsverzoek
Bedrag (EUR)
Finland
21/01/2022
Grants
Pre-Financing
271,094,341
Romania
13/01/2022
Loans
Pre-Financing
1,942,479,890
Spain
27/12/2021
Grants
1st Payment
10,000,000,000
Estonia
17/12/2021
Grants
Pre-Financing
126,008,898
Malta
17/12/2021
Grants
Pre-Financing
41,132,454
Romania
02/12/2021
Grants
Pre-Financing
1,851,159,668
Slovakia
13/10/2021
Grants
Pre-Financing
822,716,227
Austria
28/09/2021
Grants
Pre-Financing
449,981,847
Croatia
28/09/2021
Grants
Pre-Financing
818,406,049
Czechia
28/09/2021
Grants
Pre-Financing
914,640,681
Slovenia
17/09/2021
Grants
Pre-Financing
231,000,547
Latvia
10/09/2021
Grants
Pre-Financing
237,380,000
Cyprus
09/09/2021
Grants
Pre-Financing
130,772,986
Cyprus
09/09/2021
Loans
Pre-Financing
26,041,600
Denmark
02/09/2021
Grants
Pre-Financing
201,682,144
Germany
26/08/2021
Grants
Pre-Financing
2,250,000,000
France
19/08/2021
Grants
Pre-Financing
5,117,881,402
Lithuania
17/08/2021
Grants
Pre-Financing
289,145,365
Spain
17/08/2021
Grants
Pre-Financing
9,036,636,649
Italy
13/08/2021
Grants
Pre-Financing
8,954,466,787
Italy
13/08/2021
Loans
Pre-Financing
15,938,235,352
Greece
09/08/2021
Grants
Pre-Financing
2,310,092,538
Greece
09/08/2021
Loans
Pre-Financing
1,654,580,060
Belgium
03/08/2021
Grants
Pre-Financing
770,113,932
Luxembourg
03/08/2021
Grants
Pre-Financing
12,136,030
Portugal
03/08/2021
Grants
Pre-Financing
1,807,948,257
Portugal
03/08/2021
Loans
Pre-Financing
350,870,000
Vraag 5
Wanneer kan de Kamer het concept-Herstel- en Veerkrachtplan tegemoet zien?
Antwoord 5
Zoals ik heb aangegeven in het verslag van de Eurogroep van 17-18 januari jl.5, zal ik in het eerste kwartaal van dit jaar een eerste conceptplan met uw Kamer delen.
Vraag 6
Bent u bekend met het gegeven dat Nederland al jarenlang een van de grootste nettobetalers
van de Europese Unie is?
Antwoord 6
Ja. Het kabinet geeft jaarlijks een overzicht van de netto betalingsposities van EU-lidstaten
in de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hieruit blijkt dat Nederland
één van de grootste nettobetalers aan de EU-begroting is. De netto-betalingspositie
geeft echter geen volledig beeld van de kosten en baten van de EU.6
Vraag 7
Bent u bereid om in Brussel aan te geven dat Nederland niet zal instemmen met een
hogere EU-afdracht? Zo ja, wanneer gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Gelet op de context van vraag 1, is het kabinet terughoudend over hogere afdrachten
voor het Social Climate Fund. Dit is nader toegelicht in het BNC-fiche over het Commissievoorstel
tot wijziging van het EU Meerjarig Financieel Kader 2021–20277. Het kabinet zal dit integraal beoordelen in samenhang met de Nederlandse inzet voor
het Fit-for-55-pakket en deze bezien in de context van de bredere klimaatambities
en de inzet op kostenefficiëntie en evenwichtige kostenverdeling van maatregelen.
Vraag 8
Indien u niet van plan bent om in Brussel aan te geven dat Nederland niet zal instemmen
met een hogere EU-afdracht, hoe legt u dit dan uit aan de Nederlandse belastingbetalers
die steeds vaker niet kunnen rondkomen omdat vaste lasten zoals boodschappen, huren
en energie onbetaalbaar worden terwijl dit kabinet hun zuurverdiende belastinggeld
met bakken richting Brussel verscheept?
Antwoord 8
Het kabinet is voorstander van een effectief en ambitieus Europees klimaatbeleid.
Een Europese aanpak voor het klimaatbeleid is vaak (kosten)effectiever dan een nationale
aanpak en zorgt voor een gelijker speelveld, waardoor weglekeffecten kunnen worden
beperkt en de concurrentiepositie van bedrijven wordt beschermd. Het kabinet richt
zich nu eerst op een inhoudelijk ambitieuze uitkomst van de Europese klimaatonderhandelingen.
Eventuele gevolgen voor de Nederlandse EU-afdrachten zal het kabinet in het licht
van het totale pakket beoordelen.
Bestaand beleid richt zich op een zo kosteneffectief mogelijke transitie, waarbij
negatieve sociaaleconomische effecten zoveel mogelijk worden geadresseerd door middel
van algemeen sociaal beleid. Dit doet het kabinet door onder andere jaarlijks integraal
te kijken naar de koopkracht en waar nodig maatregelen te nemen om de koopkrachtontwikkeling
bij te sturen.
Vraag 9
Op welke wijze en wanneer zal er worden besloten over de herziening van de Verordening
Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027? Kunt u de Kamer een overzicht sturen van
de financiële gevolgen die deze herziening heeft voor andere EU-lidstaten, en hoe
deze berekeningen tot stand zijn gekomen?
Antwoord 9
Besluitvorming over de voorgestelde herziening van het Meerjarig Financieel Kader
2021–2027 (hierna: MFK) is afhankelijk van de uitkomsten van de gesprekken over het
Social Climate Fund (SCF) in de bredere context van het Fit-for-55-pakket. De Raad besluit over wijziging
van het MFK met unanimiteit, na goedkeuring door het EP.
Het voorstel voor aanpassing van het MFK bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste een
verhoging van de plafonds in verband met het door de Commissie voorgestelde Social Climate Fund (SCF) en ten tweede een automatisch aanpassingsmechanisme in verband met vervroegde
aflossingen van leningen in het kader van het EU herstelinstrument (NextGenerationEU;
NGEU). De financiële consequenties van het voorstel ter financiering van het SCF bedragen
23,7 miljard euro voor de jaren 2025 t/m 2027 onder het huidige MFK (in lopende prijzen).
De verwachte financiële gevolgen van het voorstel van de Europese Commissie per lidstaat
zijn weergegeven in de tabel hieronder. De tabel hieronder is in lopende prijzen.
In het BNC-fiche8 over de MFK-aanpassing is voor het Nederlandse aandeel voor 2026 en 2027 abusievelijk
het bedrag in prijzen 2018 opgenomen. Hierdoor zijn de geraamde kosten in lopende
prijzen voor Nederland niet ca. 1,1 mld. maar ca. 1,4 mld. euro. Deze financiële gevolgen
zijn berekend op basis van het verwachte relatieve bni-aandeel van de lidstaten ten
opzichte van het totale EU-bni voor de jaren 2025–2027.
Tabel: financiële gevolgen voorstel SCF per lidstaat in mln. euro’s (lopende prijzen).
lidstaat
2025
2026
2027
BE
84
360
352
BG
12
50
49
CZ
40
174
172
DK
60
256
252
DE
635
2.710
2.649
EE
5
23
23
IE
55
238
235
EL
30
128
125
ES
215
919
901
FR
429
1.833
1.798
HR
9
40
40
IT
303
1.286
1.252
CY
4
16
16
LV
6
25
25
LT
9
39
38
LU
8
35
34
HU
28
121
121
MT
2
11
11
NL
146
623
610
AT
71
305
301
PL
101
441
441
PT
37
157
154
RO
45
196
196
SI
9
40
40
SK
18
79
79
FI
43
185
181
SE
95
410
405
totaal EU
2.500
10.700
10.500
De omvang van de voorgestelde jaarlijkse automatische aanpassing van het MFK voor
de vervroegde aflossing van NGEU-leningen is niet op voorhand bekend, omdat deze aanpassing
gebaseerd wordt op de opbrengsten van de nieuwe eigen middelen die de Europese Commissie
heeft voorgesteld. Wel wordt de verhoging gemaximeerd op 15 miljard euro per jaar
en wordt deze in 2027 verminderd met 8 miljard euro. Omdat de precieze omvang niet
op voorhand bekend is, onder andere omdat de verdeling over de lidstaten en de opbrengst
van de voorgestelde nieuwe eigen middelen nog niet bekend is en omdat nog niet duidelijk
is welke nieuwe eigen middelen daadwerkelijk ingevoerd worden, kan een overzicht van
de financiële gevolgen per lidstaat van dit deel van het voorstel van wijziging van
het MFK nu niet worden gegeven.
Vraag 10
Bent u bereid om, zolang we nog in de Europese Unie zitten, in te zetten op een verlaging
van de Nederlandse afdracht?
Antwoord 10
Het kabinet zet in op een prudente ontwikkeling van de EU-begroting, met meer aandacht
voor beleidsterreinen die voor Nederland prioritair zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.