Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over de Nederlandse Livemuziek Monitor 2008-2019
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Nederlandse Livemuziek Monitor 2008–2019 (ingezonden 2 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 februari
2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de Nederlandse Livemuziek Monitor 2008–2019?1
Antwoord 1
De Livemuziek monitor geeft een overzichtelijk totaalbeeld van de ontwikkelingen in
de Nederlandse live popmuziek in de periode 2008–2019. Naast statistische informatie
over optredens bevat de monitor ook interessante informatie over artiesten en de ontwikkeling
van genres. Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de monitor.
Vraag 2
Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Beckerman c.s., die het kabinet verzoekt
om het belang van de popsector te onderschrijven, in gesprek te gaan met gemeenten
en provincies om te komen tot een gedeelde visie op wat nodig is voor een levendige
popcultuur en in overleg met de sector in kaart te brengen hoe de popketen versterkt
kan worden?2
Antwoord 2
In de brief van 16 november 20213 is ten aanzien van de motie Beckerman c.s. een stand van zaken gegeven. Ik blijf
in gesprek met de stedelijke cultuurregio’s over mogelijkheden om de popcultuur in
Nederland te versterken.
Vraag 3
Hoe gaat u in het nieuwe kabinet aan de slag om de Nederlandse popsector te versterken?
Wat zijn uw plannen en ambities de komende vier jaar als het gaat om het Nederlandse
popbeleid? Bent u bereid om op korte termijn in gesprek te gaan met de sector om te
komen tot een uitgewerkt plan om de sector te versterken na de pandemie?
Antwoord 3
Popmuziek, en de popcultuur als geheel, maken een belangrijk onderdeel uit van het
dagelijkse leven van veel Nederlanders. De sector is veelzijdig. Niet alleen qua stijlen
en genres, maar ook waar het gaat om de breedte: van internationale muziekindustrie
tot amateurs. Momenteel werk ik aan een brief waarin ik mijn plannen voor het herstel
van de culturele sector uitwerk. Daarbij heb ik oog voor de gehele breedte van de
culturele sector en dus ook voor popmuziek. In diezelfde brief zal ik uw Kamer informeren
over de wijze waarop ik invulling geef aan de ambities in het coalitieakkoord.
Vraag 4
Bent u van plan om de initiatiefnota over de Nederlandse popsector helemaal over te
nemen en tot uitvoering te brengen? Zo nee, waarom niet? Kunt u per maatregel uit
de popnota aangeven waarom u deze wel of niet gaat uitvoeren?4
Antwoord 4
De initiatiefnota «Naar Vore!» van Kamerlid Kwint bevat een aantal voorstellen die
goed aansluiten bij het huidige cultuurbeleid. Zo is in veel gemeenten pop- en urbanbeleid
gekoppeld aan het welzijnsbeleid. De gemeentelijke combinatiefunctionarissen hebben
een belangrijke functie als het gaat om het koppelen van sport en cultuur aan scholen
en aan jeugd in buurten waar weinig aanbod is. Dit ondersteun ik door jaarlijks € 1
miljoen structureel bij te dragen aan het jeugdfonds sport en cultuur, vanuit het
programma cultuurparticipatie. Daarnaast steun ik met het programma cultuureducatie
met kwaliteit, kunst en cultuur beoefening voor alle kinderen en gezinnen waar dit
minder vanzelfsprekend is. Als het gaat om eerlijke beloning en richtsnoerbedragen
ondersteun ik de sector bij het maken van collectieve afspraken zoals honoreringsrichtlijnen
en tariefafspraken. Platform ACCT zal samen met relevante partijen in de popsector
een plan van aanpak maken om te bepalen welke stappen er gezet kunnen worden. Als
laatste kan ik melden dat de uitvoering van de motie Kwint c.s. (voorgesteld tijdens
het wetgevingsoverleg van 22 november 2021) waarin de regering verzocht wordt om de
upstream regelingen te verlengen en budget hiervoor te zoeken wordt meegenomen in
de uitwerking van het Regeerakkoord5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.