Schriftelijke vragen : Opmerkingen van buurtsportcoach mevrouw N. Haarman tijdens het rondetafelgesprek ‘bewegingsarmoede’ op 21 februari jl.
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Ministers voor Langdurige Zorg en Sport en voor Primair en Voortgezet Onderwijs over opmerkingen van buurtsportcoach mevrouw N. Haarman tijdens het rondetafelgesprek «bewegingsarmoede» op 21 februari jl (ingezonden 23 februari 2022).
Vraag 1
Klopt het dat de buurtsportcoachregeling nog steeds voor 40 procent door de landelijke
overheid gefinancierd wordt met 60 procent cofinanciering door gemeenten?
Vraag 2
Is het bij deze regeling niet de bedoeling dat buurtsportcoaches op het snijvlak sportvereniging,
gemeente en school opereren? Klopt het dat gemeenten de keuze maken aan welke specifieke
doelgroepen meer aandacht besteed wordt?
Vraag 3
Is het de bedoeling van deze regeling dat buurtsportcoaches verhuurd worden aan het
onderwijs als vakdocent lichamelijke opvoeding? Zo ja, hoe vaak gebeurt dit? Zo nee,
wilt u uitgebreid op de volgende vraag ingaan?
Vraag 4
Hoe taxeert u de casus dat de gemeente Tubbergen de buurtsportcoach verhuurt aan het
basisonderwijs en hierdoor (een deel van) de 60 procent cofinanciering terugverdient,
de buurtsportcoach betaald wordt volgens de CAO sport, terwijl werkzaamheden als docent
lichamelijke opvoeding worden uitgevoerd die volgens de onderwijs-cao hoger worden
ingeschaald? Is dit nu de bedoeling van de buurtsportcoachregeling? Is dit niet gewoon
een verkapte constructie om goedkope docenten voor de klas te krijgen? Ontloopt de
gemeente Tubbergen hiermee in feite haar verantwoordelijkheid tot 60 procent cofinanciering,
omdat de gemeente deze cofinanciering doorbelast?
Vraag 5
Bent u het eens dat docenten lichamelijke opvoeding volgens de onderwijs-cao betaald
moeten worden? Bent u het ook eens dat een buurtsportcoach op het snijvlak van sportvereniging,
gemeente en school moet opereren en niet exclusief aan een school verhuurd moet worden?
Vraag 6
Bent u bereid te onderzoeken hoe vaak deze constructie zoals in Tubbergen voorkomt
en kunt u uitrekenen hoeveel middelen van de sportbegroting hiermee gemoeid zijn?
Bent u bereid deze constructie te verbieden, zodat een docent lichamelijke opvoeding
ook als docent betaald wordt en niet via de CAO sport?
Vraag 7
Bent u bereid deze gemeente en eventueel andere gemeenten die deze constructie ook
hanteren aan te spreken, zodat ze hun verantwoordelijkheid die bij de cofinanciering
hoort oppakken om de buurtsportcoach in te zetten zoals deze ingezet zou moeten worden?
Indieners
-
Gericht aan
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Gericht aan
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Indiener
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.