Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het nieuws dat supermarkten samen met FNV de misstanden in de Italiaanse tomatenteelt willen aanpakken
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het nieuws dat supermarkten samen met FNV de misstanden in de Italiaanse tomatenteelt willen aanpakken (ingezonden 20 januari 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 21 februari 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het inmiddels langlopende dossier van misstanden omtrent de
Italiaanse tomatenteelt, met name betreffende de arbeidsomstandigheden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat supermarkten nu samen met de FNV gaan werken om geen Italiaanse
tomatenteelt producten, die door uitbuiting en illegale arbeid tot stand zijn gekomen,
in te kopen?2
Antwoord 2
Dat is positief. De brancheorganisaties die het IMVO-convenant voedingsmiddelen hebben
ondertekend spannen zich in om risico’s op bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen en
milieuschade te beperken en zo te werken aan verduurzaming van de productieketen.
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is namens zijn leden de samenwerking
met FNV aangegaan om IMVO-risico’s in de Italiaanse tomatenketen te onderzoeken. Dat
het CBL bij publicatie van het onderzoeksrapport ook een actieplan heeft gepresenteerd,
laat zien dat de supermarkten de IMVO-risico’s gezamenlijk willen aanpakken en verminderen.
Dat vind ik een goede ontwikkeling.
Vraag 3
Kunt u ingaan op de conclusies van het onderzoek van CBL naar Nederland in relatie
tot de tomatenteelt in Italië en de arbeidsomstandigheden?
Antwoord 3
De onderzoekers concluderen dat de grootste risico’s op mensenrechtenschendingen zich
bevinden bij seizoensarbeid, waarbij met name (ongedocumenteerde) migrantenarbeiders
kwetsbaar zijn. Het onderzoek beschrijft dit als een systemisch probleem, dat in veel
landen over de hele wereld voorkomt en dus niet specifiek is voor Italië. Ze concluderen
dan ook dat het buiten de invloedssfeer van Nederlandse supermarkten en A-merkleveranciers
ligt om het bestaan van uitbuiting in Italië van (ongedocumenteerde) migranten te
elimineren. Hoewel Nederlandse partijen o.a. inkoopvoorwaarden kunnen stellen gericht
op fatsoenlijke arbeidsomstandigheden om een positief verschil te maken, is de Nederlandse
invloed voor het teweegbrengen van systemische verandering in de Italiaanse tomatenketen
gering, aldus het onderzoek. Het onderzoek stelt dat slechts 4,8 procent van de totale
Italiaanse ingeblikte tomatenexport door Nederlandse partijen wordt afgenomen.
Vraag 4
Bent u, als antwoord op vorige vragen uit november 2019, nog steeds van mening dat
het enkel aan consumenten is om bedrijven aan te spreken op de inkoop van onethische
producten?
Antwoord 4
Het kabinet verwacht van Nederlandse bedrijven dat ze in lijn met de OESO-richtlijnen
voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen) gepaste zorgvuldigheid uitvoeren,
risico’s identificeren en op basis van een prioritering naar ernst en waarschijnlijkheid
deze risico’s voorkomen of aanpakken. Ook consumenten(organisaties) kunnen bedrijven
aanspreken op het toepassen van de OESO-richtlijnen.
In de beleidsnota «Van voorlichten tot verplichten: een nieuwe impuls voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemerschap» van 16 oktober 2020 (Kamerstuk 26 485, nr. 337) concludeert het kabinet dat het geldende IMVO-beleid, dat voor een belangrijk deel
op vrijwilligheid berust, niet volstaat. Het kabinet wil daarom een brede gepaste
zorgvuldigheidsverplichting die ziet op de naleving van de OESO-richtlijnen, bij voorkeur
via EU-wetgeving.
Vraag 5 en 6
Wat vindt u van de oproep van FNV en CBL dat Nederland en de Europese Unie Italië
moeten wijzen op de bizarre misstanden die zich voordoen in de Italiaanse tomatenteelt?
Bent u bereid in Europees verband Italië aan te spreken op deze misstanden?
Antwoord 5 en 6
Ik waardeer de inspanningen van FNV en CBL ten aanzien van het aankaarten van de misstanden
die zich voordoen in de Italiaanse tomatenteelt. Het is aan bedrijven zelf om in lijn
met de OESO-richtlijnen gepaste zorgvuldigheid uit te voeren en dit soort gezamenlijke
initiatieven helpen daarbij.
Uiteraard is het aan de Italiaanse autoriteiten om op te treden indien arbeidswet-
en regelgeving op hun grondgebied overtreden wordt. Organisaties zoals de Europese
Commissie of de Verenigde Naties kunnen Italië aanspreken of onderzoek doen. Mensenrechtenexperts
van de Verenigde Naties hebben dat in oktober 2021 bijvoorbeeld gedaan.3
Niet alleen in Italië, maar ook in andere lidstaten van de Europese Unie, is de situatie
van arbeidsmigranten niet altijd op orde. Ook in Nederland spelen misstanden rond
arbeidsmigranten.4 Het aanspreken van Italië door de Nederlandse overheid is geen passende reactie.
Het kabinet zet zich in nationaal en internationaal verband, bijvoorbeeld in de International
Labour Organization (ILO), in voor het bevorderen van fatsoenlijk werk en een gelijk
speelveld in mondiale waardeketens.
Vraag 7
Bent u bereid om te kijken naar de mogelijkheden vanuit Nederland om Italiaanse producten
die op de Nederlandse markt komen en duidelijk met slechte arbeidsomstandigheden tot
stand zijn gekomen te weren?
Antwoord 7
Vanwege het vrij verkeer van goederen binnen de EU, is dit onmogelijk. Nederland zet
zich binnen nationaal en internationaal verband in voor de bevordering van goede arbeidsomstandigheden
en het kabinet heeft in het coalitieakkoord aangegeven nationale IMVO-wetgeving in
te voeren die rekening houdt met een gelijk speelveld met de omringende landen en
implementatie van mogelijke EU-regelgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.