Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Kröger c.s. ter vervanging van nr. 12 over geen nieuwe opsporings-, en winningsvergunningen voor het winnen van delfstoffen
35 531 Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)
Nr. 25 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 12
Ontvangen 17 februari 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en wordt in de tekst «Artikel 9,
eerste lid,» vervangen door «Het eerste lid».
2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:
3. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een
lid ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid weigert Onze Minister een vergunning om delfstoffen
op te sporen in of te winnen uit een voorkomen dat gelegen is onder:
a. de onder de naam «Waddenzee» en «Noordzeekustzone» aangewezen Natura 2000-gebieden
als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming,
b. het gebied «de Waddenzee» waarover regels zijn gesteld op grond van artikel 4.3, eerste
lid, van de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. een Waddeneiland.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid».
II
In artikel I wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
In artikel 10, tweede lid, wordt «artikel 9, tweede, derde en vierde lid» vervangen
door «artikel 9, tweede tot en met vijfde lid».
III
In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 22, negende lid, wordt «artikel 9, tweede, derde en vierde lid» vervangen
door «artikel 9, tweede, vierde en vijfde lid».
IV
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
In artikel 31a, derde lid, wordt «artikelen 9, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «artikelen 9, eerste tot en met vierde lid,».
V
In artikel I worden na onderdeel O twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Oa
Aan artikel 36 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het eerste lid weigert Onze Minister zijn instemming met een winningsplan
van een voorkomen waarvoor niet eerder een instemming is verleend en het voorkomen
gelegen is onder:
a. de onder de naam «Waddenzee» en «Noordzeekustzone» aangewezen Natura 2000-gebieden
als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming,
b. het gebied «de Waddenzee» waarover regels zijn gesteld op grond van artikel 4.3, eerste
lid, van de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. een Waddeneiland.
Ob
Na artikel 36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 36a
Onze Minister weigert zijn instemming met een winningsplan indien het winningsplan
strekt tot een verhoging van de verwachte hoeveelheid per jaar te winnen delfstoffen
en, betrekking heeft op:
a. de onder de naam «Waddenzee» en «Noordzeekustzone» aangewezen Natura 2000-gebieden
als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming,
b. het gebied «de Waddenzee» waarover regels zijn gesteld op grond van artikel 4.3, eerste
lid, van de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. een Waddeneiland.
VI
Na artikel III worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
Indien artikel 3.1 van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet in werking treedt, wordt
de Mijnbouwwet als volgt gewijzigd:
1. In artikel 9, derde lid (nieuw), wordt in onderdeel a «artikel 1.1, eerste lid, van
de Wet natuurbescherming» vervangen door «artikel 1.1 van de Omgevingswet in samenhang
met de bijlage, onderdeel A, bij de Omgevingswet».
2. In artikel 36, vierde lid, wordt in onderdeel a «artikel 1.1, eerste lid, van de
Wet natuurbescherming» vervangen door «artikel 1.1 van de Omgevingswet in samenhang
met de bijlage, onderdeel A, bij de Omgevingswet».
ARTIKEL IIIB
Indien artikel 3.1 van de Invoeringswet Omgevingswet in werking treedt, wordt de Mijnbouwwet
als volgt gewijzigd:
1. In artikel 9, derde lid (nieuw), komt onderdeel b te luiden:
b. de op grond van artikel 2.24, eerste lid, van de Omgevingswet aangewezen locatie PKB-Waddenzee.
2. In artikel 36, vierde lid, komt onderdeel b te luiden:
b. de op grond van artikel 2.24, eerste lid, van de Omgevingswet aangewezen locatie PKB-Waddenzee.
Toelichting
Dit amendement regelt dat geen nieuwe opsporings-, en winningsvergunningen meer worden
verleend voor het winnen van delfstoffen onder de Waddenzee, Noordzeekustzone, Waddeneilanden
en het werelderfgoedgebied Waddenzee. Daarnaast regelt dit amendement dat op grond
van bestaande winningsvergunningen geen instemming met nieuwe winningsplannen wordt
verleend en geen uitbreiding meer kan plaatsvinden van bestaande delfstofwinningsprojecten
door wijziging van het winningsplan.
Kröger
Nijboer
Van Raan
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid