Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het Politico interview van Eurocommissaris Reynders
Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het Politico interview van Eurocommissaris Reynders (ingezonden 28 januari 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 februari 2022).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het interview van Eurocommissaris Reynders in Politico van 27 januari
               2022?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u de uitspraak dat de rechtsstaatverordening nog niet direct toegepast
               kan worden nadat het Europese Hof van Justitie hier op 16 februari een oordeel over
               velt, en de toepassing hiermee over de Hongaarse verkiezingen van 3 april wordt getild?
            
Antwoord 2
            
De MFK-rechtsstaatverordening is van toepassing sinds 1 januari 2021. Tijdens de Europese
               Raad van 10-11 december 2020 heeft de Commissie aangegeven te zullen wachten met het
               voorstellen van maatregelen uit hoofde van de MFK-rechtsstaatverordening totdat de
               Commissie richtsnoeren heeft vastgesteld, en totdat het EU Hof van Justitie over de
               geldigheid van de MFK-rechtsstaatverordening uitspraak heeft gedaan. Op 16 februari
               2022 wees het EU Hof van Justitie zijn arrest en werden de bezwaren van Polen en Hongarije
               tegen de MFK-rechtsstaatverordening verworpen. Over dit arrest ontvangt uw Kamer een
               toelichtende brief met kabinetsappreciatie. De Commissie heeft verklaard de uitspraak
               van het EU Hof van Justitie in de richtsnoeren mee te zullen nemen.
            
De Commissie is haar onderzoekende werk evenwel gestart per 1 januari 2021. De Commissie
               heeft verzekerd dat alle geconstateerde schendingen van de beginselen van de rechtsstaat
               zullen worden betrokken bij de eventuele maatregelen die de Commissie, na vaststelling
               van de richtsnoeren en de uitspraak van het EU Hof van Justitie, zal voorstellen uit
               hoofde van de MFK-rechtsstaatverordening. De Commissie heeft verzekerd dat geen enkele
               schending van de beginselen van de rechtsstaat door de Commissie terzijde zal worden
               geschoven. Ook stuurde de Commissie op 18 november 2021 informatieverzoeken aan Polen
               en Hongarije op grond van artikel 6(4) van de MFK-rechtsstaatverordening.
            
Na de vaststelling van de richtsnoeren, staat de Commissie niets in de weg om de procedure
               beschreven in artikel 6 van de MFK-rechtsstaatverordening te starten. Hiervoor moet
               de Commissie wel vaststellen gegronde redenen te hebben om te oordelen dat aan de
               voorwaarden van artikel 4 van de MFK-rechtsstaatverordening is voldaan, dat wil zeggen
               dat sprake moet zijn van schendingen van de beginselen van de rechtsstaat die voldoende
               rechtstreekse gevolgen (dreigen te) hebben voor de bescherming van de financiële belangen
               van de Unie. Er is geen indicatie dat de Commissie hiermee zal wachten tot na de Hongaarse
               parlementsverkiezingen op 3 april 2022.
            
De procedure om tot maatregelen te komen is, zoals Eurocommissaris Reynders in zijn
               interview in Politico aangeeft, met diverse waarborgen omkleed. De procedure zal naar
               verwachting in het meest gunstige geval minimaal drie maanden duren, en in uitzonderlijke
               situaties meer dan negen maanden in beslag kunnen nemen. Ook wanneer de Commissie
               daags na de uitspraak van het EU Hof van Justitie de eerste stap in deze procedure
               zet, en de betrokken lidstaat op grond van artikel 6(1) van de MFK-rechtsstaatverordening een schriftelijke kennisgeving toestuurt met de redenen waarop zij haar vaststelling
               baseert, is het daarom niet mogelijk om de procedure af te ronden en eventuele maatregelen
               vast te stellen voorafgaand aan de Hongaarse parlementsverkiezingen van 3 april 2022.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat er na de uitspraak van het Hof nog een uitvoerige uitwisseling van gegevens
               en standpunten tussen de Europese Commissie en de Hongaarse regering nodig is voordat
               er daadwerkelijk overgegaan kan worden tot het inhouden van betalingen?
            
Antwoord 3
            
Dat klopt. De in artikel 6 van de MFK-rechtsstaatverordening beschreven procedure
               biedt verschillende mogelijkheden voor de Commissie om gegevens en standpunten met
               de betrokken lidstaat uit te wisselen.
            
De procedure beschreven in artikel 6 van de MFK-rechtstaatverordening begint formeel
               met de toezending van de schriftelijke kennisgeving door de Commissie op grond van
               artikel 6(1) van de MFK-rechtsstaatverordening. De Commissie kan, op grond van artikel
               6(4) van de MFK-rechtsstaatverordening, zowel vóór als na het toezenden van de schriftelijke
               kennisgeving de lidstaat verzoeken om aanvullende informatie. De Commissie stuurde
               dergelijke informatieverzoeken reeds aan Polen en Hongarije op 18 november 2021. De
               Commissie ontving inmiddels uit beide lidstaten reactie.
            
Na de toezending van de schriftelijke kennisgeving heeft de betrokken lidstaat op
               grond van artikel 6(5) van de MFK-rechtsstaatverordening minimaal één maand en maximaal
               drie maanden om opmerkingen te maken over de bevindingen van de Commissie en voorstellen
               te doen voor het nemen van corrigerende maatregelen in reactie op die bevindingen.
            
De Commissie besluit vervolgens op grond van artikel 6(6) van de MFK-rechtsstaatverordening
               binnen een indicatieve termijn van één maand, en in ieder geval binnen een redelijke
               termijn, of ze een voorstel voor een uitvoeringsbesluit inzake passende maatregelen
               wil voorleggen aan de Raad. Wanneer de Commissie voornemens is dit te doen, stelt
               de Commissie de betrokken lidstaat op grond van artikel 6(7) van de MFK-rechtsstaatverordening eerst in de gelegenheid om binnen één maand zijn opmerkingen in te dienen,
               met name over de evenredigheid van de voorgenomen maatregelen.
            
Daarna kan de Commissie op grond van artikel 6(9) van de MFK-rechtsstaatverordening een voorstel voor een uitvoeringsbesluit inzake passende maatregelen
               – zoals een schorsing of stopzetting van uitkering van EU-middelen – indienen bij
               de Raad.
            
De Raad besluit hierover met gekwalificeerde meerderheid, en stelt het uitvoeringsbesluit
               op grond van artikel 6(10) en overweging 26 van de MFK-rechtsstaatverordening in beginsel
               vast binnen één maand, tenzij sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, waardoor
               de termijn voor de vaststelling van het uitvoeringsbesluit met maximaal twee maanden
               kan worden verlengd voor bespreking in de Europese Raad.
            
De procedure zal daarmee naar verwachting in het meest gunstige geval minimaal drie
               maanden duren, en in uitzonderlijke situaties meer dan negen maanden in beslag kunnen
               nemen.
            
Vraag 4
            
Hoe verhoudt deze vertraging zich tot eerdere uitspraken van het kabinet dat de vertraging
               rond toepassing van de rechtsstaatverordening te vergelijken is met een flitspaal
               die al aanstaat, maar waarbij het alleen nog even wachten is tot de boete wordt verzonden?
            
Antwoord 4
            
De procedure beschreven in artikel 6 van de MFK-rechtsstaatverordening is zo overeengekomen
               tijdens de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees parlement. Nederland is
               positief over het bereikte onderhandelingsresultaat van de MFK-rechtsstaatverordening.
               Uw Kamer ontving hierover eerder een kabinetsappreciatie.2
Tijdens de Europese Raad van 10–11 december 2020 is de tekst van de MFK-rechtsstaatverordening
               niet gewijzigd. De Commissie heeft tijdens deze Europese Raad wel aangegeven te zullen
               wachten met het voorstellen van maatregelen uit hoofde van de MFK-rechtsstaatverordening
               totdat de Commissie richtsnoeren heeft vastgesteld, en totdat het EU Hof van Justitie
               over de geldigheid van de MFK-rechtsstaatverordening uitspraak heeft gedaan. Op 16 februari
               2022 wees het EU Hof van Justitie zijn arrest en werden de bezwaren van Polen en Hongarije
               tegen de MFK-rechtsstaatverordening verworpen. De Commissie heeft verklaard de uitspraak van het EU Hof van Justitie
               in de richtsnoeren mee te zullen nemen. Zie hiervoor ook de toelichtende brief over
               deze ER-conclusies.3
De beeldspraak over de flitspaal geldt onveranderd, en ziet op de conclusies van de
               Europese Raad van 11 december 2020, en houdt in dat de Commissie heeft verzekerd dat
               alle geconstateerde schendingen van de beginselen van de rechtsstaat sinds 1 januari
               2021 worden betrokken bij eventuele maatregelen die de Commissie, na vaststelling
               van de richtsnoeren en de uitspraak van het EU Hof van Justitie, zal voorstellen uit
               hoofde van de MFK-rechtsstaatverordening.
            
Vraag 5
            
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat de Hongaarse regering na de mogelijkheid
               om de verordening eerst aan het Hof voor te leggen op deze manier een nieuwe mogelijkheid
               krijgt om inhouding van betalingen te vertragen?
            
Antwoord 5
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4, is de procedure beschreven in artikel
               6 van de MFK-rechtsstaatverordening zo overeengekomen tijdens de onderhandelingen
               tussen de Raad en het Europees parlement. Het kabinet deelt het gevoel van urgentie,
               en blijft er bij de Commissie op aandringen om de MFK-rechtsstaatverordening volledig
               te benutten, door nu zo snel mogelijk richtsnoeren vast te stellen, en de procedure
               om tot de opschorting of stopzetting van uitkering van EU-middelen te komen, te starten.
               Tijdens de recente gesprekken tussen de Minister-President en Commissievoorzitter
               Von der Leyen en tussen de Minister-President en Eurocommissaris Reynders heeft de
               Minister-President deze boodschap van urgentie opnieuw overgebracht.
            
Vraag 6
            
Welke juridische mogelijkheden zijn er voor de Commissie om bij grote zorgen over
               de rechtsstaat hangende deze discussie toch al betalingen op te schorten en de «boetes»
               voor eerdere schending reeds te gaan vorderen?
            
Antwoord 6
            
Van het beschikbare EU-rechtsstaatinstrumentarium ontving uw Kamer een overzicht.4 Het kabinet blijft de Commissie aanspreken om haar rol als hoedster van de Verdragen
               consequent en proactief te vervullen, en op te treden om de rechtsstaat te beschermen,
               als fundament van EU-samenwerking. Het kabinet dringt er voortdurend bij de Commissie op aan om alle instrumenten
               die zij hiervoor tot haar beschikking heeft, in te zetten.
            
Vraag 7
            
Bent u bereid om zich in EU-verband in te zetten voor een directe doorwerking van
               het vonnis zodra de uitspraak er ligt en in ieder geval betalingen aan Hongarije tot
               nader orde op te schorten?
            
Antwoord 7
            
Het kabinet blijft er bij de Commissie op aandringen om de MFK-rechtsstaatverordening volledig te benutten, door nu zo snel mogelijk richtsnoeren vast te stellen,
               en de procedure om tot de opschorting of stopzetting van uitkering van EU-middelen
               te komen, te starten.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.