Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het coalitieakkoord
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het coalitieakkoord (ingezonden 7 januari 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
15 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1466.
Vraag 1 en 2
Deelt u de zorg dat er een huurexplosie dreigt nu de hoogte van de huren is gekoppeld
aan de inflatie en de inflatie nu op het hoogste niveau is sinds 40 jaar?
Wat gaat u doen om een huurexplosie te voorkomen?
Antwoord 1 en 2
De basis voor de toegestane huurverhoging per 1 juli 2022 (tot en met 30 juni 2023)
is de inflatie van 1 december 2020 tot 1 december 2021, te weten 2,3%. De inflatie
in 2019 was hoger (2,6%). In een separate brief die gelijktijdig met deze beantwoording
naar uw Kamer wordt gestuurd, licht ik dit besluit nader toe.
In de komende periode werk ik samen met huurders en verhuurders aan bredere afspraken
over huurbeleid. Daarbij houd ik ook de inflatieontwikkeling in de gaten. De augustusbesluitvorming
kan waar nodig ook worden benut.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een huurstijging van maximaal 3,3% zoals komend jaar in de vrije
sector zal gelden voor veel huurders veel teveel is?
Antwoord 3
Door de initiatiefwet van het lid Nijboer (PvdA) geldt nu sinds 1 mei 2021 voor een
periode van drie jaar een maximering van de jaarlijkse huurstijging voor geliberaliseerde
huurovereenkomsten (ook wel vrije sector genoemd). Daarvóór was de jaarlijkse huurstijging
vrij overeen te komen.
De in de wet geregelde maximering is inflatie + 1 procentpunt. In 2021 was dat 2,4%
en in 2022 is dat 3,3%.
Ik deel de mening dat 3,3% huurverhoging voor veel huurders veel te veel is niet.
Wel kan een huurverhoging van 3,3% voor een deel van de huurders in de vrije sector
fors zijn, met name bij de hogere huren. Of 3,3% voor huurders (veel) te veel is,
hangt af van andere factoren zoals bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen en de inkomensontwikkeling.
Overigens merk ik op dat de huurverhoging maximaal 3,3% is; als in het huurcontract
een lagere huurverhoging is afgesproken, geldt die lagere huurverhoging.
Vraag 4
Welke impact verwacht u van nieuwe huurverhogingen op het besteedbaar inkomen van
huurders nu de huren gemiddeld de afgelopen 10 jaar met 35% zijn gestegen?
Antwoord 4
Ik erken dat in de komende periode moet worden ingezet op de betaalbaarheid van het
wonen, daarom kom ik ook met een programma Betaalbaarheid. En voor 2022 sta ik voor
het gereguleerde segment een gematigde huurverhoging toe, zie mijn antwoord op vraag 5.
Toch hecht ik eraan een completer beeld rond de betaalbaarheid in de afgelopen jaren
te schetsen.
Ten eerste betreft de geschetste huurontwikkeling van 33% de nominale ontwikkeling
van alle huurprijzen, inclusief huren in de corporatiesector en de vrije sector, alsmede
huurstijgingen bij bewonerswissel. Gecorrigeerd voor inflatie is de gemiddelde huurstijging
in die periode ongeveer 8–9% (reële huurstijging).
Ten tweede zijn de inkomens van veel mensen in die periode ook gestegen. Wellicht
niet van iedereen in gelijke mate, maar de WoON-onderzoeken laten zien dat het besteedbaar
inkomen van huurders tussen 2012 en 2018 met zo’n 8% is toegenomen en dat de gemiddelde
huurquote tussen 2015 en 2018 licht is gedaald. Daarnaast was de gemiddelde huurverhoging
voor zittende huurders vanaf 2018 zeer gematigd, bij woningcorporaties op of zelfs
onder inflatie. Ook de huurharmonisatie (huurverhoging bij bewonerswissel) is sinds
2018 afgenomen, met een lichte stijging in 2021 – vermoedelijk vanwege de beperkte
ruimte voor huurverhoging bij zittende huurders.
Ten slotte is er de huurtoeslag voor de betaalbaarheid. In 2010 ontvingen 1,17 miljoen
huurders in totaal ongeveer 2,2 miljard euro aan huurtoeslag, in 2020 ging dat om
1,5 miljoen huurders en 3,8 miljard euro huurtoeslag. De verwachting is dat dit (na
definitieve vaststelling van de huurtoeslag van 2021) in 2021 verder oploopt naar
ongeveer 4 miljard euro.
Vraag 5 en 6
Met welk percentage mogen de sociale huren vanaf 1 juli stijgen?
Bent u bereid de huren voor de komende regeerperiode ten minste te bevriezen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Voor alle kamers, woonwagens en standplaatsen is vanaf 1 juli 2022 een huurverhoging
van maximaal inflatieniveau toegestaan, te weten 2,3%.
Voor zelfstandige woningen in het gereguleerde segment sta ik een gedifferentieerde
huurverhoging toe. De «reguliere» huurverhoging is maximaal 2,3% (inflatie).
Daarnaast sta ik voor zelfstandige woningen twee specifieke hogere huurverhogingen
toe:
• Van € 25 op de maandhuur voor huren onder € 300 per maand; dit is onafhankelijk van
het inkomen van de huurder toegestaan. Hiermee kan de huur sneller meer in verhouding
met de woningkwaliteit worden gebracht dan met een percentuele maximale huurverhoging.
• Van maximaal € 50 op de maandhuur voor huishoudens met een inkomen in de categorie
hoger middeninkomen en van maximaal € 100 op de maandhuur voor huishoudens met een
inkomen in de categorie hoog inkomen (zie ook mijn antwoord op vraag 9).
Voor alle maximaal toegestane huurverhogingen geldt dat die toegestaan zijn zolang
daarmee niet de maximale huurprijsgrens van de woonruimte wordt overschreden. Die
maximale huurprijsgrens wordt bepaald door het woningwaarderingsstelsel (hoe meer
punten des te hoger de maximale huurprijsgrens). In een brief aan uw Kamer die gelijktijdig
met de beantwoording van deze vragen aan u wordt verzonden, licht ik het besluit nader
toe.
Vraag 7 en 8
Hoe hoog wordt de in het regeerakkoord aangekondigde huurverhoging voor sociale huurders
met een hoger inkomen?
Draagt u met deze huurverhoging niet bij aan de negatieve spiraal waarbij woningprijzen
alsmaar blijven stijgen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 7 en 8
Ik zal de toegestane huurverhoging(en) vanaf 2023 en de in het coalitieakkoord aangekondigde
huurmaatregeling in onderlinge samenhang bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid
onder de Nationale Wonen en Bouwen Agenda (NWBA). Ik zal de grote lijnen van dat programma
in een separate brief aan uw Kamer schetsen.
Vraag 9
Bij welk inkomen legt u de grens voor de huurverhoging?
Antwoord 9
De in het coalitieakkoord aangekondigde stapsgewijze huurverhoging naar de markthuurprijs
zal in uitwerken in het programma Betaalbaarheid.
Voor de huurverhoging per 1 juli 2022 ligt de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke
hogere huurverhoging op € 47.948 voor eenpersoonshuishoudens en € 55.486 voor meerpersoonshuishoudens.
Voor eenpersoonshuishoudens met een inkomen hoger dan € 47.948 maar niet hoger dan
€ 56.527 is een huurverhoging van maximaal € 50 op de maandhuur toegestaan; bij huishoudens
van twee of meer personen is dat bij een inkomen hoger dan € 55.486 maar niet hoger
dan € 75.369.
Voor eenpersoonshuishoudens met een inkomen dat hoger is dan 56.527 en voor huishoudens
van twee of meer personen met een inkomen dat hoger is dan 75.369 is een huurverhoging
van maximaal € 100 op de maandhuur toegestaan
Het gaat dan om het inkomen in 2020 van de gezamenlijke huidige bewoners.
Overigens geldt dat de huur met de huurverhoging niet boven de maximale huurprijsgrens
van de woning mag stijgen. De maximale huurprijsgrens wordt bepaald met het woningwaarderingsstelsel:
hoe meer punten de woning waard is, des te hoger de maximale huurprijsgrens1 van de woning. Als de voorgestelde nieuwe huurprijs hoger is dan de maximale huurprijsgrens
van de woning, kan de huurder met succes bezwaar maken tegen de voorgestelde huurverhoging.
Vraag 10
Wat gebeurt er met de nieuwe verhoogde huurprijs als het inkomen enkele jaren later
(drastisch) daalt?
Antwoord 10
De huidige wet voorziet in een terugvaloptie bij inkomensdaling. Die terugvaloptie
is per 2022 verruimd: de recentste drie jaarlijkse huurverhogingen kunnen (voor de
toekomst) gecorrigeerd worden naar het huidige, lagere inkomen na inkomensdaling.
Voorheen gold dat voor de recentste twee jaarlijkse huurverhogingen.
De huurder kan dan aan de verhuurder een huurverlaging voorstellen naar de huurprijs
die zou hebben gegolden als het inkomen bij de recentste drie jaarlijkse huurverhogingen
op het huidige, lagere niveau zou hebben gelegen.
Daarnaast bestaat nog een tweede huurverlagingsrecht: indien de huurprijs door de
inkomensafhankelijke hogere huurverhogingen in de afgelopen jaren tot boven de huurtoeslaggrens
(2022: € 763,47) is gestegen en het inkomen is gedaald tot onder de toepasselijke
inkomensgrens voor passend toewijzen2, dan kan de huurder een huurverlaging tot onder de huurtoeslaggrens voorstellen,
zodat hij daarna in aanmerking komt voor huurtoeslag.
Die huurverlaging werkt niet terug, maar gaat (conform huurverhogingsvoorstel-len)
minimaal twee maanden na het huurverlagingsvoorstel in. Als de verhuurder niet met
de huurverlaging instemt, kan de huurder die via de Huurcommissie afdwingen.
Vraag 11 tot en met 16
Wat houdt de in het coalitieakkoord aangekondigde huurbevriezing voor huurders in
2024 in?
Voor wie gaat die huurbevriezing gelden?
Waarom geldt die huurbevriezing alleen in 2024?
Deelt u de mening dat die huurbevriezing in 2024 voor grote groepen huurders onvoldoende
is, omdat zij nu al iedere maand geld tekort komen om in levensonderhoud te voorzien?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Voor welke groepen gaat de in het coalitieakkoord aangekondigde huurverlaging voor
huurders met een lager inkomen gelden?
Geldt deze huurverlaging ook voor mensen die recht hebben op een sociale huurwoning
maar noodgedwongen in de vrije marktsector huren? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 11 tot en met 16
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregeling in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA). Ik zal de grote lijnen van dat programma in een separate brief aan
uw Kamer schetsen.
Vraag 17
Hoe groot is de groep mensen die te duur woont gezien het inkomen dat ze genieten?
En geldt de huurverlaging ook voor deze mensen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Uit WoON 2018 blijkt dat het aantal dure scheefwoners met circa 56.000 was gedaald
naar circa 346.000 in 2018. Informatie uit WoON 2021 komt in het voorjaar beschikbaar.
In 2021 gold de eenmalige huurverlaging voor huurders in een woningcorporatiewoning
met een laag inkomen en een voor dat inkomen te hoge huur. Ik beschik niet over gegevens
van alle huurverlagingen, maar van ca. 160.000 huurtoeslagontvangers die van een woningcorporatie
huren is de huur in 2021 verlaagd.
De precieze uitwerking van de in het coalitieakkoord genoemde huurverlaging voor huurders
met een laag inkomen volgt nog in het programma Betaalbaarheid.
Vraag 18 tot en met 26
Wanneer bent u van plan om deze huurverlaging in te voeren?
Met hoeveel wordt de huur verlaagd en waar wordt deze huurverlaging op gebaseerd?
Wat zullen de effecten van de in het coalitieakkoord aangekondigde huurverhoging op
de betaalbaarheidsrisico’s worden?
Kunt u garanderen dat huurders geen extra betaalbaarheidsrisico lopen als gevolg van
de in het coalitieakkoord aangekondigde huurverhoging?
Waarom wilt u de huurprijs voor mensen die (iets) meer verdienen verhogen? Kunt u
hierbij ingaan op welk doel u hiermee wilt dienen en of de woningcorporaties hierom
gevraagd hebben?
Deelt u de mening dat mensen die net iets meer verdienen door deze huurverhoging hard
geraakt kunnen worden? Zo ja, zou u er dan voorstander van zijn om de huurverhoging
niet voor iedereen even hoog te laten worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Deelt u de mening dat huurders, die door deze huurverhoging geraakt zullen worden,
kunnen besluiten om minder te gaan werken omdat het extra salaris niet opweegt tegen
de huurverhoging? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Begrijpt u dat huurders de huurverhoging als een straf kunnen zien omdat ze meer zijn
gaan verdienen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Realiseert u zich dat deze huurverhoging een negatieve incentive kan zijn voor mensen
om meer te gaan verdienen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 18 tot en met 26
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregelen in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA).
Ik vind het rechtvaardig dat sterkere schouders ook een grotere bijdrage leveren.
Met een hogere huurprijs betalen mensen met een hoger (midden)inkomen ook een huur
die meer in verhouding staat tot de kwaliteit van de woning. Bovendien dragen zij
bij aan de betaalbaarheid voor huurders met een lager inkomen. Zoals gezegd zal ik
deze huurverhoging naar de marktprijs uitwerken in het programma Betaalbaarheid. De
grote lijnen van dat programma zal ik in een separate brief aan uw Kamer schetsen.
Vraag 27 t/m 29
Deelt u de menin dat de woningmarkt op slot zit?
Bent u het ermee eens dat een huurverhoging geen zin heeft om mensen naar een duurdere
woning te bewegen, omdat de woningmarkt op slot zit? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Deelt u de mening dat voor deze huurders het kopen van een woning geen alternatief
is gezien het beperkte aanbod en de inmiddels enorm gestegen woningprijzen? Kunt u
uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 27 t/m 29
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregelen in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA).
De doelstelling van de stapsgewijze huurverhoging naar de markthuurprijs is niet zozeer
de doorstroming als wel dat huishoudens met een hoger inkomen een huurprijs betalen
die meer in overeenstemming is met de kwaliteit van de woning. Huurders worden niet
verplicht te verhuizen. Als de betrokken huishoudens van oordeel zijn dat zij voor
die markthuurprijs een betere woning kunnen vinden in de vrije sector of de koopwoningmarkt,
dan staat het hen vrij om daarvoor te kiezen.
Vraag 30 t/m 34
Deelt u de mening dat mensen die door deze huurverhoging geraakt zullen worden en
zich gedwongen voelen om te verhuizen naar een andere woning terecht kunnen komen
in een onzekere woonsituatie aangezien er steeds meer tijdelijke huurcontracten afgesloten
worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Kunt u zich een voorstelling maken dat huurders het gevoel krijgen dat zij gestraft
worden omdat zij nog in een betaalbare woning zitten terwijl zij niets kunnen doen
aan de woningmarkt die op slot is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Is het rechtvaardig om deze huurders opeens te confronteren met een enorm gestegen
huurprijs, terwijl eigenaar-bewoners hun maandlasten zien dalen?
Houdt u bij deze huurverhoging rekening met de inmiddels gestegen woonlasten als gevolg
van de gestegen energieprijzen?
Houdt u bij deze huurverhoging rekening met de hoge inflatie?
Antwoord 30 t/m 34
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregelen in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA) en daarbij ook oog hebben voor de verduurzaming alsmede de gestegen
energieprijzen.
Vraag 35
Op welk belastingjaar baseert u het inkomen van huurders die door deze huurverhoging
getroffen worden?
Antwoord 35
Dat zal bij de uitwerking van de maatregel van stapsgewijze huurverhoging naar de
markthuurprijs vastgesteld worden. Maar de huidige regeling voor de inkomensafhankelijke
hogere huurverhoging gaat uit van het inkomen van twee jaar geleden (in 2022: het
inkomen in 2020). Daarvoor is gekozen omdat de inkomens van dat belastingjaar ten
tijde van het doen van het huurverhogingsvoorstel (doorgaans in april, voor de huurverhoging
per 1 juli) grotendeels definitief zijn vastgesteld door de Belastingdienst. Daardoor
zullen er minder geschillen zijn tussen verhuurder en huurder over de hoogte van het
huishoudinkomen.
Vraag 36
Wat kan een huurder doen als deze een wisselend inkomen heeft en door deze huurverhoging
geraakt wordt?
Antwoord 36
Dat zal bij de uitwerking van de maatregel van stapsgewijze huurverhoging naar de
markthuurprijs vastgesteld worden. Zie voor nadere toelichting over huurverlaging
na inkomensdaling mijn antwoord op vraag 10. Daarnaast kan de huurder volgens de huidige
wet bezwaar maken tegen een inkomensafhankelijk hoger huurverhogingsvoorstel van 2022
(dat uitgaat van inkomen 2020) als de hij kan aantonen dat zijn huishoudinkomen van
2021 onder het in het huurverhogingsvoorstel gehanteerde inkomensgrens ligt.
Vraag 37
Kan deze huurverhoging ervoor zorgen dat huurders een huurprijs moeten gaan betalen
die boven de liberalisatiegrens uitkomt?
Antwoord 37
Dat zal bij de uitwerking van stapsgewijze huurverhoging naar de markthuurprijs vastgesteld
worden. Overigens wijs ik erop dat de huurprijs (ook) volgens de huidige regelgeving
door jaarlijkse huurverhogingen boven de actuele liberalisatiegrens (2022: € 763,47)
kan en mag uitkomen. Dat is het geval als de maximale huurprijsgrens van de woning
(die bepaald wordt met het woningwaarderingsstelsel) hoger is dan de liberalisatiegrens.
Ter illustratie: de tabel met maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woningen
per 1 juli 2022 loopt van € 208,05 bij 40 punten tot € 1.386,29 bij 250 punten.
Vraag 38 en 39
Wat betekent deze huurverhoging voor de uitgave aan huurtoeslag?
Kan het zo zijn dat als gevolg van hogere uitgave aan huurtoeslag en/of de extra uitgave
in het kader van saneringstrajecten als gevolg van betaalbaarheidsrisico’s deze huurverhoging
de schatkist geld kost? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 38 en 39
Dat hangt af van de uitwerking en van de te kiezen inkomensgrenzen. Ik zal, zoals
gezegd, de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregelen, onder meer rond de
huurverhoging naar de markthuurprijs en rond de huurtoeslag, in onderlinge samenhang
bezien.
In de huidige regelgeving liggen de inkomensgrenzen van de inkomensafhankelijke hogere
huurverhoging (zie ook mijn antwoord op vraag 9) ruim hoger dan het inkomensbereik
van de huurtoeslag. De huidige inkomensafhankelijke hogere huurverhoging heeft dus
geen effect op de uitgaven voor de huurtoeslag.
Vraag 40
Deelt u de mening dat de overzichtelijkheid voor huurders straks verdwenen is als
deze huurverhoging doorgevoerd wordt gezien alle aangekondigde en nog aan te kondigen
huurverhogingen en eenmalige huurverlagingen? Kan deze onoverzichtelijkheid juist
leiden tot meer betaalbaarheidsrisico’s? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 40
Sinds 2013 bestaat een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging, naast de «reguliere»
(inkomensonafhankelijke) toegestane huurverhoging. En in 2021 gold de eenmalige huurverlaging
voor huurders in een woningcorporatiewoning met een laag inkomen en een voor dat inkomen
hoge huurprijs. Daarnaast bestaat, onafhankelijk van het huishoudinkomen van de huurder,
het recht op huurverlaging als de geldende huurprijs hoger is dan de maximale huurprijsgrens
van de woning.
De verwachting is dat het samenstel van huurverhogingsmogelijkheden en recht op huurverlaging
niet onoverzichtelijker wordt dan in de huidige situatie. Maar ik zal de verschillende
huurmaatregelen uit het coalitieakkoord, zoals gezegd, in onderlinge samenhang bezien.
Vraag 41
Wat houdt een stapsgewijze huurverhoging in?
Antwoord 41
Een stapsgewijze huurverhoging houdt in dat de huurprijs niet in één keer wordt verhoogd
naar de markthuur, maar in jaarlijkse toegestane huurstappen. Vergelijkbaar met de
huidige regelgeving waarin de verhuurder de huur voor huishoudens met een hoger (midden)inkomen
met jaarlijkse stappen kan verhogen tot aan de geldende maximale huurprijsgrens van
de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel. Zie ook mijn antwoord op vraag
37.
Vraag 42 tot en met 44
Wanneer bent u van plan om deze huurverhoging in te voeren?
Bent u voornemens om eerst te laten doorrekenen wat de huurverhoging voor effect op
de bestedingsruimte van deze huurders heeft? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Deelt u de mening dat een eventuele huurverhoging aan een maximum gebonden zou moeten
worden gezien de hoge inflatie, gestegen energieprijzen, minder hard gestegen CAO-lonen
en de betaalbaarheidsrisico’s? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 42 tot en met 44
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregeling in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA). Ik zal de grote lijnen van dat programma in een separate brief aan
uw Kamer schetsen.
Vraag 45
Klopt het dat het volgens het NIBUD zo is dat honderdduizenden huurders iedere maand
zulke hoge woonlasten hebben dat zij te weinig geld overhouden om alle andere kosten
voor levensonderhoud te kunnen betalen?
Antwoord 45
Het Nibud heeft in 2019 (op basis van het Budgetonderzoek 2015 van het CBS) geconcludeerd
dat circa 800.000 huurders een betalingsrisico hebben3. Het gaat daarbij met name om huishoudens met een zeer laag inkomen.
In de Staat van de Woningmarkt 20214 (pag. 65–67) heb ik laten zien dat deze groep gemiddeld de laagste huren hebben en
de meeste huurtoeslag ontvangen. Deze mensen hebben geen hoge woonlasten, maar wel
een hoge woonquote en moeite om alle kosten van levensonderhoud te betalen. Dit komt
door een laag inkomensniveau. Het Nibud heeft vorig jaar ook geconstateerd dat huurders
met een bijstandsuitkering meer geholpen zijn met een stijging van hun uitkering dan
met een huurverlaging5.
In het coalitieakkoord is een stijging van het wettelijk minimumloon en de uitkeringen
voorzien. Voor mensen met een inkomen op of boven het sociaal minimum tot aan een
middeninkomen werk ik aan verbetering van de betaalbaarheid van wonen in het programma
betaalbaarheid. Ik ben voornemens daar concrete doelstellingen aan te verbinden.
Vraag 46
Welke verwachting heeft u gezien de hoge inflatie ten aanzien van de huurverhoging
na 1 juli 2022?
Antwoord 46
De basis voor de toegestane huurverhoging per 1 juli 2022 (tot en met 30 juni 2023)
is de inflatie van 1 december 2020 tot 1 december 2021, te weten 2,3%.
In de komende periode werk ik samen met huurders en verhuurders aan bredere afspraken
over huurbeleid. Daarbij houd ik ook de inflatieontwikkeling in de gaten. De augustusbesluitvorming
kan waar nodig ook worden benut. Zie ook mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 47 t/m 49
Waar is een marktconforme huur op gebaseerd?
Deelt u de mening dat de huidige marktconforme huur soms een irreële huurprijs is
aangezien er sprake is van een wooncrisis en dus huurders bereid zijn om veel meer
huur voor een woning te betalen dan wanneer er geen sprake zou zijn van een wooncrisis?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Deelt u de mening dat huurprijzen en woningprijzen communicerende vaten zijn? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord Vragen 47 t/m 49
Ik zal de in het coalitieakkoord aangekondigde huurmaatregeling in onderlinge samenhang
bezien en uitwerken in het programma Betaalbaarheid onder de Nationale Wonen en Bouwen
Agenda (NWBA). Ik zal de grote lijnen van dat programma in een separate brief aan
uw Kamer schetsen.
Vraag 50
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de regeringsverklaring?
Antwoord 50
Nee, dat is mij niet gelukt; mede doordat ik niet eerder dan medio februari, na overleg
met Woonbond en Aedes, heb besloten wat de toegestane huurverhoging per 1 juli 2022
voor het gereguleerde segment wordt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.